Het lepeltje dat het Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree-Overflakkee aan reddingswerkers schonk.
Het lepeltje dat het Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree-Overflakkee aan reddingswerkers schonk. Foto: Martijn de Bonte

Na de Watersnoodramp - Deel 4

In de vorige delen kwam eerst de Watersnoodramp ter sprake, dan de hulp na de Ramp, maar in het bijzonder werden de schenkingen en de gebaren van dankbaarheid genoemd. Wij gaan er hier op door.

Door M. Mulder-Faassen

Wederom cadeaus

Op 21 mei 1953 besloot het Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree-Overflakkee, om aan degenen die hadden deelgenomen aan het reddingswerk met helikopters, een zilveren lepeltje aan te bieden met het wapen van Flakkee, samen met een oorkonde. Bestuurslid dr. G. Stoel gaf uitvoering aan dit besluit.

Veel later, op 6 december 1954, bood de Stichting Flakkeesche Gemeenschap aan Provinciale Waterstaat een schilderij aan van de hand van de Rotterdamse kunstschilder Marius J. Richters, als blijk van dankbaarheid van de gehele Flakkeesche bevolking, als dank voor de hulpverlening bij het dijkherstel[i]. Marius Johannes Richters (1878 - Rotterdam -1955) was een bekende en gewaardeerde schilder van landschappen (zelf-)portretten, stadsgezichten en stillevens. Zo maakte hij in 1920 een proefwandschildering op doek voor de raadzaal van het stadhuis in Rotterdam. Richters was tevens glazenier.

Nog een, maar verrassend anders; een Haarlems onderonsje met Oude-Tonge in beeld gebracht

Op dinsdagmiddag 23 februari 1954 vond tijdens een bijeenkomst in de raadzaal van het stadhuis te Haarlem de overdracht van een glas-in-loodraam plaats. Het was een cadeau van Oude-Tonge aan Haarlem. De samenkomst was mede belegd om de hulp te memoreren en om op officiële wijze de 'adoptie' te beëindigen. 's Avonds was er een feestavond in het Concertgebouw te Haarlem met vele genodigden. U heeft erover kunnen lezen in deel 2 van deze serie.

Wat waarschijnlijk niet bekend is, omdat de Zeeuwse pers en die op Goeree-Overflakkee er niet over schreven, is het volgende: Na het officiële middaggedeelte en vóórdat de feestavond begon, was er een diner voor een select gezelschap, onder wie de heer J. Loerakker uit Haarlem, die als verbindingsman was opgetreden tussen particuliere bedrijven en de Overheid en daardoor voor Oude-Tonge een belangrijke steun was (geweest). Ook het adoptiecomité Haarlem welke de daadwerkelijke hulp aan Oude-Tonge doeltreffend had georganiseerd, was aanwezig.

Gedurende het diner gaf het gemeentebestuur Haarlem een cadeau weg aan genoemden.

Het betreft een ets op papier van 18,7x23,6 cm van de kunstenaar Poppe Damave (1921-1988). Hij was destijds een bekend Nederlands kunstschilder, aquarellist, tekenaar, graveur en illustrator. Damave had op zeker moment van het Haarlems gemeentebestuur de opdracht gekregen voor het maken van een aandenken. Hij bezocht daartoe Oude-Tonge een jaar na de Ramp en maakte een houtskoolschets om deze uit te werken tot een ets. Op de schets / ets is te zien de haven van Oude-Tonge richting Kaai, met gemeentehuis en woningen en op de achtergrond het dak en de torenspits van de RK kerk. Er staan opvallende details bijgetekend: links een donkere wolk en een beeld van een moeder met kind; rechts een groot kruis (ter nagedachtenis aan alle slachtoffers). Ten behoeve van de leden van het adoptiecomité kwam op de achterzijde van de ets de tekst: Haarlem 23 februari 1954 "Deze ets wordt door het Gemeentebestuur van Haarlem aangeboden aan de leden van het "Adoptiecomité Oude-Tonge" als bewijs van erkentelijkheid voor de voortreffelijke hulp, welke dit Comité aan de zo zwaar door de Watersnood van 1 februari 1953 getroffen gemeente Oude-Tonge heeft geboden". Burgemeester en Wethouders van Haarlem. Dan de handtekening van de burgemeester en de secretaris en de naam van het betreffende comitélid.

Het Watersnoodmuseum heeft een originele ets in bezit gekregen uit de erfenis van een voormalig lid van het adoptiecomité. Schrijfster dezes heeft een voorstudie (deels houtskool, deels met de zwarte pen getekend) ervan kunnen verwerven. Zowel op de ets, als op de voorstudie staat in de linker onderhoek Poppe Damave, in de rechter onderhoek Oude-Tonge 1954. Deze twee zijn hier afgebeeld: zoek de verschillen.

Het Rijksmuseum verwierf dezelfde ets 'Oude-Tonge 1954' met de originele signatuur van Poppe Damave en de datum, via de erven van een kunstenares. Deze was mogelijk bevriend met Damave.

Het verhaal van de bijeenkomst in Haarlem en de overdracht van de kunstwerken is opgenomen in het Haarlems dagblad – oprechte Haarlemsche courant, van woensdag 24 februari 1954. Genoemde ets staat er in de krant bij afgebeeld.

Terug naar het adoptiecomité. Deze bestond uit vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en daarbij inbegrepen de gemeente (in haar kwaliteit van onderneemster). Mr. P.O.F.M. Cremers was in die tijd burgemeester van Haarlem. Het comité werd in 1953 belast met het vormen van vrouwelijke hulpcolonnes en het werven van arbeiders, per ploeg circa 100 personen. Men beschikte over een werk / vergaderruimte in het stadhuis (de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers, UVV, was daar gehuisvest). De leden van het comité waren makelaar P.H. Borghouts, voorzitter; mevrouw M.D. Eichholz-de Wijs, secretaresse van het comité en UVV-ster. Zij was sociaal actief, bijvoorbeeld ook voor de Haarlemse Propagandacommissie Burger Bevolking. Mevrouw Eichholz was belast met het vormen van vrouwelijke hulpcolonnes. Dan Jonkheer J. Th. van Spengler, penningmeester en directeur van de Rotterdamsche Bankvereeniging (Robaver); Evangelisch-Luthers predikant C.H. Brandt; mr. J.H. Ekering, advocaat en procureur; W. van Liemt jr. lid college B&W van Haarlem en directeur Volksherstel; mr. R.G. Mülder, AR-lid en diaken van de gereformeerde kerk in Haarlem; mevrouw M. van de Wall-Duyventak PvdA-politica en Haarlems gemeenteraadslid van 1953-1962; E.F. Albrechts, PvdA-raadslid en mr. Th. A. Wesstra, voorzitter van de Doopsgezinde Diakenen en tot 1952 gemeentesecretaris van Haarlem.

En nog eentje

Op zaterdag 14 maart 1959 werd onder zeer grote belangstelling het Rode Kruis-schip 'J. Henri Dunant' te water gelaten bij de N.V.Scheepswerven v/h H.H. Bodewes te Millingen aan de Rijn. Dit hospitaalschip was een schenking van het Nationaal Rampenfonds en het Nederlandse bedrijfsleven. Het zou ook kunnen worden ingezet als rampenschip, drijvend rampendepot, noodhospitaal en evacuatieschip. Niet alleen de Nieuwe Leidse Courant berichtte erover, maar ook het Eilanden-Nieuws kwam op diverse data in 1959 met artikelen over de J. Henri Dunant. De IJmuider Courant en het Haarlems Dagblad lieten in hun resp. krant van zaterdag 25 mei 1959 weten dat die dag de J. Henri Dunant, die op dat moment afgemeerd lag aan de Veerhaven [aan de noordzijde van de Nieuwe Maas] te Rotterdam bij de Koninklijke zeil- en roeivereniging ''De Maas", tijdens een korte vaartocht op de Nieuwe Maas en de Nieuwe Waterweg met driehonderd genodigden, feestelijk en officieel aan het Rode Kruis was overgedragen. In de laatste alinea van het artikel de opmerking dat de afdeling Goeree-Overflakkee van het Rode Kruis een gedenkraam aanbood. Een frappant bericht vinden we vervolgens in Eilanden-Nieuws van 29 mei 1959, met de kop 'Gebrandschilderd raam voor Roode Kruis Hospitaalschip. Dank van Flakkeese bevolking voor hulp bij waternood'. En voorts: "Burgemeester W.M. van der Harst (1917-1994) van Ooltgensplaat heeft in zijn kwaliteit als rayonvoorzitter van de afdeling Goeree-Overflakkee van het Ned. Roode Kruis [...] een gebrandschilderd raam overgedragen, dat aan boord van het hospitaalschip werd geplaatst als dank voor het werk, dat tijdens de Watersnood in 1953 door het Roode Kruis werd verricht in het belang van de bevolking van Flakkee". Het artikel vervolgde: "Het raam stelt voor het overspoelde land van Flakkee waar huizen in het water staan en bomen zijn ontworteld. Ook wordt symbolisch de hulpverlening weergegeven in de vorm van een helycopter die zich boven het rampgebied bevindt. Ontwerper is de heer A. Koole te Middelharnis" [einde citaat]. Recente navraag leverde op dat hij, de heer Koole, zich herinnert dat het glasraam werd geplaatst in de binnendeur van de entree midscheeps. Dankzij intensieve naspeuringen is het schrijfster dezes gelukt het gedenkraam terug te vinden bij de 'Historische Verzameling Rode Kruis' [ii]. Het blijkt om een geëtst glasraam te gaan, groot 65 x 100 cm. Toen het hospitaalschip J. Henri Dunant in 1973 door verkoop in andere handen overging, is de glasplaat eruit gehaald en uiteindelijk terecht gekomen bij de 'Historische Verzameling Rode Kruis'. Zoals eilanders kunnen weten, is Adri Koole de architect die vanaf 1953 werkzaam was en in 1959 zelfstandig doorging als architect. Hij hield zich vanaf 1953-1959 aan de tekentafel bezig met herstelwerk en nieuwbouw dat na de Ramp nodig was. Zo ontwierp Koole bijvoorbeeld de gereformeerde kerk in Stellendam, welke in 1955 met geld van het Rampenfonds tot stand kwam. Het verenigingsgebouw "Ons Huis" in Herkingen, gebouwd In 1957 in het kader van de wederopbouw is ontstaan aan diens tekentafel, evenals het in deel 3 genoemde verenigingsgebouw op Stad.

Tot slot van dit deel 4 een beeld dat er nooit kwam

Eilanden-Nieuws van 5 februari 1955 kwam met het volgende bericht: "Tijdens de plechtigheid dinsdagmiddag in "Ons Dorpshuis" te Nieuwe-Tonge stond voor het toneeldoek opgesteld het model van een beeld, dat is ontworpen door de Dordtse beeldhouwer J. Ph. L. (Han) Petri in opdracht van een commissie gevormd door het gemeentebestuur van Nieuwe-Tonge, de Stichting Dorpsgemeenschap en de afdeling van het Roode Kruis. Het is de bedoeling dat het beeld op meer dan manshoogte zal worden uitgevoerd en geplaatst op de Battenoordsedijk, bij de zgn. Barnat, onder Nieuwe-Tonge, waar de stormvloed verschrikkelijk huis hield en waar vele slachtoffers zijn gevallen [op de Battenoordsedijk waren 27 slachtoffers te betreuren]. Het beeld stelt voor een man en een vrouw, in doodsnood zittend op de restanten van het dak hunner woning".

Het model van het beeld is ook te zien op een foto d.d. 2 september 1957, genomen in de raadzaal van het gemeentehuis in Nieuwe-Tonge. Burgemeester Chr. van Hofwegen vierde zijn 10-jarig ambtsjubileum en ontving bij die gelegenheid de erepenning. Tussen hem en de locoburgemeester in is het beeldje te zien[iii].

En voor de duidelijkheid: vier aaneen gebouwde woninkjes aan de Battenoordesedijk [ook gezegd Hanendijk] bij de Zuiddijk, werden in de volksmond 'De Barnat' genoemd[iv]. Er woonden vier gezinnen. Deze vier huizen zijn door de vloedgolf weggespoeld en bewoners zijn verdronken.

De heer Jan Gebraad uit Nieuwe-Tonge legde uit dat we destijds 'De Barnat' konden vinden wanneer we op de driesprong, aan het eind van de Zuiddijk rechtsaf de Battenoordsedijk opgingen en vervolgens direct linksaf. Daar, vlak bij de driesprong stonden de vier woninkjes.

Het beeld komt niet voor in het boek 'De monumenten van de Watersnood 1953", in 2010 uitgegeven door het Watersnoodmuseum. Wel staat op p. 85 een beeld van Han Petri, dat in 1961 werd onthuld op het Finlandplein in Nieuwe-Tonge.

Bij de beschrijving van het beeld aan het Finlandplein is een zin opgenomen als volgt: "het oorspronkelijke ontwerp, twee mannen op een vlot, werd te duur. Het plan voor een monument dateert al van 1954. Na beraad met de Nederlandse Kring van Beeldhouwers viel de keus op Han Petri uit Rotterdam"

NB. Hoewel het model van het beeld, getoond in 1955 tijdens de bijeenkomst in "Ons Dorpshuis" een man en vrouw op een dak uitbeeldt is het verleidelijk te veronderstellen dat met het niet uitgevoerde beeld met twee mannen op een vlot, waarover 'De Monumenten van de Watersnood 1953' spreekt, hetzelfde wordt bedoeld, temeer daar de beeldhouwer in beide gevallen Han Petri is.

De delen 5 en 6 zullen gaan over de 'moddermeisjes' die belangeloos en vol ijver veel werk hebben verzet na de Ramp.

Hierna, als opmaat naar deel 5, het eerste couplet van een 'Lied van de hulpcolonnes' dat door hulpcolonnes in Herkingen werd gezongen[v].

Hier werken wij allen
Zwoegsters bij elkaar.
Slik, modder en schimmel
Is voor ons 'je waar'.
Ketelpak en laarzen
Hebben wij steeds aan
Als w'in natte kelders
Daag'lijks aan 't baggeren gaan.

[i] Wetenschappelijk Genootschap voor Goeree-Overflakkee, jaarboek 1954
[ii] Zie www.rodekruishistorie.nl
[iii] Nieuwe-Tonge in de jaren 50, p. 31, Miny Vroegindeweij, 1990
[iv] Zie Nieuwe-Tonge in vroeger tijden, p. 30 e.v., Jan de Geus, 1996 en 'Gebroken Dijken' over Battenoord en Nieuwe-Tonge evenals 'Zoals het is gebeurd' o.a. over de Battenoordsedijk en de Barnat, D. Hoogzand, 2003
[v] Met vriendelijke dank aan een moddermeisje uit St. Pancras, gem. Koedijk, die van 17 maart tot 1 april in Herkingen werkzaam was en haar dagboek ter beschikking stelde. Dit dagboek zal worden geschonken aan het Watersnoodmuseum

Het schilderij van Marius Richters.
Afbeelding
Afbeelding
Een deel van het artikel in Eilanden-Nieuws waarin melding wordt gemaakt van de schenking van het gedenkraam.
Het etsraam van het hospitaalschip J. Henri Dunant.
Het beeld dat bij 'De Barnat' gesplaatst zou worden.
Het model van het beeld is ook te zien op een foto die is genomen in de raadszaal van Nieuwe-Tonge.