Afbeelding
Foto:

Nee zeggen

We zaten pasta te eten en onze dreumes zat er al van top tot teen onder toen het gebeurde. Ik schepte haar lepeltje nog eens vol, bood het vriendelijk lachend aan en toen was het zover. "Nee." Onze dreumes had een nieuw woordje geleerd. Nu gebeurt dat de laatste tijd wel vaker, maar we hadden direct in de gaten dat dit specifieke nieuwe woordje ons leven voorgoed op zijn kop zou zetten. Nou. Dat is gebeurd. Want al snel had onze dreumes feilloos door dat ze dit woordje in tal van situaties gebruiken kon.

"Ga je mee naar huis?" "Nee!"
"Kom, we gaan naar bed." "Nee!"
"Laat Dikkie Dik maar even los." "Nee!"

En als een enkel 'Nee' haar niet genoeg lijkt, gooit ze er gewoon nog eentje of meerdere bovenop. "Neem nog maar een boontje." "Neeneenee." Daarbij schudt ze dan met grote overgave haar hoofd en slaagt ze er zo af en toe zelfs in om een paar grote krokodillentranen op te roepen en zo haar nieuwe woordje kracht bij te zetten. Valt er met volwassen nee-zeggers vaak nog wel te onderhandelen; met een dreumes niet. Nee is nee. En dus moeten papa en mama nu wat vaker dan normaal laten zien dat hun wil wet is en dat het magische woordje 'nee' lang niet altijd werkelijkheid kan worden. Zelfs niet als ze er als een awardwinnende actrice zielig bij kijkt en er indrukwekkend grote krokodillentranen over één wangetje glijden. Grenzen stellen: noodzakelijk, maar het wordt er niet gezelliger op.

En toch heeft een dreumes die van een ja-knikker verandert in een nee-schudder ook zonder meer voordelen. Wanneer ze nu 'ja' zegt, moet ze ook wel echt 'ja' bedoelen: ze kan immers ook 'nee' zeggen. En aan die gedachte klampen we ons vast, wanneer we haar na een verbale krachtmeting weer in de armen sluiten en vragen: 'Vind je papa en mama nog lief?' en haar antwoord steevast 'Ja!' is.