Afbeelding
Foto:

Nederlandse Stoorwegen

Een reis is als een mens op zich; geen twee zijn hetzelfde. John Steinbeck

Daar zit ik dan, achter m'n laptop te wachten op iets. Wachten op woorden. Wachten op zinnen. Soms heb je van die momenten. M'n bureau is een grote puinhoop. Die ga ik eerst eens opruimen als het hoge woord eruit is. Rechts van me staat een giga aardappelplant. Hij is van vreugde een halve meter de lucht ingeschoten. Tsja, dat komt er van als je hem een poosje boven een warme kachel hebt laten staan. Afijn, hij maakt het goed verder, naast het feit dat hij al enkele keren voor tomatenplant is uitgemaakt... Over warme kachels gesproken. En sloffen en sjaals en wanten. Het witte gras, sneeuw en regen getuigen ervan dat de temperatuur wel ergens rond het vriespunt moet schommelen. Net als vorige week, lekker koud. Al snel te koud voor de Nederlandse Spoorwegen. Het langzaam rijdende connexxiontreintje naar Amersfoort zat binnen de kortste keren tjokvol toen de trein die naar Utrecht had moeten gaan er opeens voor koos om rechtsomkeert te maken. In hoeverre dat bij treinen mogelijk is natuurlijk. Storingen. Allemaal treinstoringen. Mensen die anders in stilte staan te wachten op de trein om zich vervolgens een weg naar binnen te wringen, een plaats in te nemen en zich af te sluiten van de rest van de wereld, praten met elkaar. Iedereen is gestrand. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Ja, naast de warme kachels op koude kille perrons en de door vele talenten bespeelde piano op Utrecht Centraal is een bloedirritante treinstoring ook een kans voor reizigers om elkaar te vinden.