Tjonge jongens!
Ontdekkingstocht voor moeders met zonen
Mariska Dijkstra-Wolters
2014, Uitgeverij De Banier
224 blz., € 16,90
ISBN 9789462 780392
'Werkt geloven bij jongens anders dan bij meisjes?' Zomaar een vraag uit het informatieve boekje dat Mariska Dijkstra-Wolters (1974) schreef voor en over moeders met zonen. De schrijfster is zelf moeder van drie zonen en deed uitgebreid onderzoek naar andere moeders met één of meer zonen. Vragenlijsten en enquêtes over allerlei aspecten van het gezinsleven met zonen werden door de schrijfster uitgedeeld en ze was verrast over de enorme respons die ze kreeg.
Het boek bevat een mooie mix van theorie en verhalen uit de praktijk en biedt onder meer ruimte aan de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek over het wel of niet bestaan van 'typisch jongensgedrag' (wat is aangeboren en wat is aangeleerd?), de rol van de moeder bij het opvoeden van jongens, hoe in gesprek te gaan met jongens en jongens en geloof. Theorie wordt steeds afgewisseld met portretten van bekende en minder bekende moeders met zonen en de prikborden geven praktische tips.
'Van baby tot baardman - seksuele ontwikkeling van jongens' biedt veel informatie en 'Hup, aan je huiswerk - jongens op school' geeft praktische handvatten aan moeders.
Daarnaast passeren allerlei tips de revue om goed contact te houden met je zoon. Dijkstra vertelt met humor en vaart, en weeft naast de genoemde praktijkvoorbeelden op een speelse manier de nodige theorie door haar pennenvrucht. Zo maakt de lezer kennis met het empathisch spiegelen en hoe moeders op deze manier hun zonen kunnen helpen met het benoemen van emoties. En hoe goed het voor het contact is om als moeder ook regelmatig iets samen met je zoon te doen: samen afwassen, de stad in om schoenen te kopen, een boswandeling maken of samen iets eten. Door het gezamenlijk doen van dingen komen gesprekken op gang en kun je meer te weten komen over wat er in je zoon omgaat.
De auteur noemt vijf 'mannenmanieren' om contact te maken: geef eens een high-five, ga samen handje drukken en de meest komische tip (succes verzekerd!) vormt de aansporing om eens een kussengevecht met je zoon te houden. Deze tip met een knipoog heeft ook een serieuzere achtergrond: stoeien is een goede manier om contact te maken en elk kind, dus ook jongens, heeft behoefte aan genegenheid, een aai over de bol of een hand op de schouder. Hoe stoer het kind soms ook lijkt, het wil voelen dat het geliefd is, aldus de schrijfster.
Jongensmoeders in de Bijbel zijn onder meer Eva, Rebekka, Hanna en Salome. Dijkstra beschrijft hun leven en wat we van hen kunnen leren. De vraag of jongens anders geloven dan meisjes legde de schrijfster voor aan godsdienstpsychologe Hanneke Schaapman-Jonker. Het voert te ver om alle aspecten van dit veelzijdige boek voor jongensmoeders op te noemen; het vormt een aanrader voor alle moeders die op ontdekkingstocht willen gaan met hun zo(o)n(en) en voor iedereen die jongens beter wil leren begrijpen.
Achterin het boek is de bronnenvermelding te vinden en de frisse lay-out is van de hand van Janneke Paalman. Meer informatie: www.debanier.nl en Facebook.com/jongensmoeder.