De Adriana (Padvindersmuseum Rotterdam)
De Adriana (Padvindersmuseum Rotterdam) Foto: PR

Rotterdamse padvinders tijdens de Watersnoodramp

Tijdens en na de Watersnoodramp van 1953 is er veel hulp geboden door diverse instanties en organisaties. Ook Rotterdamse padvinders waren actief bij de hulp in onze regio. In het blad Ons Rotterdam nr. 4 2008 stond een artikel waarin aan de hand van logboeken een verslag van de activiteiten van de padvinders in de dagen direct na de ramp is gemaakt. We nemen het artikel met toestemming van Ons Rotterdam over in twee afleveringen.

Op 1 januari 1953 was er aan het Haringvliet op het districtshoofdkwartier van het NPV (Nederlandse Padvinders Vereniging) de jaarlijkse nieuwjaarsinstuif. Zoals gebruikelijk hield de districtscommandant, A. Peters Jr. een toespraak, waarin het motto voor het NPV voor 1953 wordt geïntroduceerd. Dit motto luidde: 'Op de mens moet handelen. Tijdens dit gezellig samenzijn realiseerde niemand der aanwezigen zich dat nauwelijks een maand later dit motto in de praktijk zou moeten worden gebracht, door het redden van mensen, het werken aan dijken, door het ophalen van kleding en het uitdelen van voedsel.
Met twee schepen, de 'Rambonnet' en de 'Avontuur' vertrok men, kort na de Watersnoodramp, naar het rampgebied. In het navolgende artikel wordt aan de hand van de logboeken van deze schepen verslag gedaan van de wederwaardigheden van schepen en bemanning.

Logboek Rambonnet

woensdag 4 februari

Om 7.40 is er appel aan boord in het Haringvliet. Twee man sleepbootpersoneel, een korporaal-telegrafist en 29 padvinders, het geheel onder commandant oubaas Loedeman. Gedurende de expeditie zullen we onder de Koninklijke Marine ressorteren.

Om 7.45 vertrek met behulp van de sleepboot Merwede naar de Wilhelminakade waar een half uur later wordt afgemeerd teneinde de uitrusting aan te vullen met zwemvesten, reddingsboeien, petroleum, brandblussers, een anker e.d. Na een half uur hard werken wordt vertrokken met bestemming Hellevoetsluis. De waterstand in het Spui maakt de route aldaar onbetrouwbaar, zodat noodgedwongen voor de omweg via Dordrecht en de Dordtsche Kil moet worden gekozen. Op het Haringvliet staat een flinke zeegang en om 13.45 loopt de Rambonnet, hevig stampend en slingerend, de haven van Hellevoetsluis binnen. Daar krijgt men van de marinecommandant de opdracht naar Middelharnis te varen.

Om 16.45 wordt Middelharnis bereikt, waar eerst warm wordt gegeten. In het dorp wordt van de burgemeester een verzoek ontvangen om de militairen, die al dagen geen warm eten hebben gehad, van een warme maaltijd te voorzien. Met behulp van zes butagastoestellen wordt een begin gemaakt met het koken, zodat al spoedig de eerste twintig militairen de maaltijd kunnen gebruiken. Ook moeten twintig man gemeentepersoneel een warme maaltijd krijgen, die op het raadhuis moet worden afgeleverd. Daarbij komt het probleem dat om 22 uur de avondklok ingaat, zodat er passen nodig zijn om later buiten te zijn. Het verhaal gaat dat vanwege plundering er zo nodig met scherp zal warden geschoten. Er blijken in en om Middelharnis 500 militairen te liggen. Om 23.30 is iedereen aan boord met uitzondering van de corveeploeg die op het raadhuis nog aan de afwas is. De politie maakt bezwaren over de geldigheid van de avondpassen. Om 24 uur is ieder ter kooi, het weer verslechterd, hevige windstoten en sneeuwbuien.

5 FEBRUARI

Helaas duurt de nachtrust niet lang, om 2 uur in de nacht komt er een dringend verzoek om in een noodhospitaal warme soep te leveren. Hier liggen, naar wordt gezegd, tien mensen die dringend warm voedsel nodig hebben. Een half uur later is e.e.a. afgeleverd en is de kook- en corveeploeg weer binnen. Er bleken slechts twee mensen in het hospitaal te liggen. Om 8 uur is iedereen wakker en wordt er, ondanks de kou, aan dek gewassen. Er moet zuinig met het water in de tanks worden omgegaan. De Avontuur blijkt vanuit Rotterdam op weg te zijn naar Middelharnis, waar de evacuatie van de bevolking in volle gang is. Buiten de kookploeg om is er weinig te doen. Vandaag wordt er voor 500 man gekookt, morgen wordt deze taak door militairen overgenomen. Om 10.30 uur gaat een ploeg van de nautische dienst naar de sluis om de Avontuur te assisteren. De corveedienst (operatie klusjes genaamd) helpt met het leegruimen van een winkel die tot eetsalon wordt omgetoverd en het organiseren van tien containers met voedsel. De keuken werkt onder hoogspanning. Een bottleneck vormt het ontbreken van voldoende bestek, dat in Rotterdam niet direct voorhanden was.
In de kerk van Sommelsdijk en in een deels ondergelopen winkeltje wordt het een en ander opgevist, zodat de ergste nood is gelenigd. De corveeploeg vertrekt naar Sommelsdijk teneinde voor 100 man brood klaar te maken. Voor de afwas wordt men voorzien van veertien dubbele stukken huishoudzeep. Intussen kan de Avontuur niet door de sluis die sterk verzand blijkt te zijn. In de kerk van Middelharnis worden 105 liter middageten en 15 liter soep afgeleverd. De corveeploeg komt uit Sommelsdijk terug en mag meteen eten voor 100 man gaan verzorgen. Om 16.15 is 150 liter warm eten verstrekt.

Wie aan boord wil eten is welkom, ook op de Avontuur wordt warm eten (erwtensoep) verstrekt. Bij de uitdeling wordt assistentie verleend. Militairen maken havermoutpap klaar; weer eens iets anders dan soep. Volgens Het Vrije Volk is de Rambonnet betrokken geweest bij het transport van lijken. Een onzinnig verhaal, uit een journalistenduim gezogen...

6 FEBRUARI

Om 9.25 verlaten we niet zonder moeite de sluis (de zandbank in de sluis is flink in omvang toegenomen) met als bestemming Numansdorp. Vanuit Rotterdam is de 'Adriana' naar Numansdorp onderweg met een lading kleding. Om 12 uur zijn de Adriana en de Avontuur de Numansdorpse haven binnengelopen, waarna wordt begonnen de kleding te lossen en in een vrachtwagen te laden, waarna er niet veel meer te doen is. Veel kadavers worden in schepen geladen teneinde te worden vernietigd. Het ziet er naar uit dat de autoriteiten grip op de situatie beginnen te krijgen, zodat we moeten wachten op nieuwe orders. Na het avondeten varen we uit naar Willemstad, waar de burgemeester onze hulp graag accepteert. Willemstad is het centrum van actie in de wijde omtrek. In Ooltgensplaat is dringend behoefte aan een keukeninstallatie met koks. We laden 190 broden, bestemd voor Flakkee.

7 FEBRUARI

Krijgen het verzoek om 6.30 uur 400 broden te laden voor Flakkee. Ook krijgen we het verzoek naar Numansdorp te varen om een begin te maken met de opruimingswerkzaamheden langs de dijken. De broden worden in Numansdorp uitgeladen. Dan opdracht naar Ooltgensplaat te varen, waar we om 10.20 uur arriveren. Wassen is helaas niet meer mogelijk, het water in de tank is op en om het schip drijven kadavers. We treffen maatregelen om eters aan boord te ontvangen, maar er is natuurlijk meer nodig. In de brandweerkazerne wordt de garage als eetzaal ingericht en in een Amerikaanse legertent zal worden gekookt. Helaas hebben we geen kookgamellen bij ons, maar we behelpen ons met melkbussen als kookgamellen, hetgeen boven verwachting goed gaat. Toch bij het Rode Kruis maar echte kookgamellen aangevraagd. Voor het 'restaurant' staat een grote bak met lysol, iedere dinerganger is verplicht voor het eten hierin zijn handen te spoelen, dit in verband met het ruimen van kadavers. Van 11.30 tot 20.30 uur produceert de keuken: 130 liter dikke soep, 60 liter pap, 230 liter aardappelen, 65 liter groenten, 20 liter jus en 10 kg. vlees, <lit voor ongeveer 500 man bevolking en tientallen militairen.
Na 20.30 mag de keuken nog even door, want de eerste dijkwerkers komen eten. Om 23.30 ieder 'moe doch voldaan' ter kooi.

8 FEBRUARI (NATIONALE ROUWDAG)

Na het ontwaken om 7 uur twee tegenvallers; het vriest flink en er is in de nacht een flink pak sneeuw gevallen. Met de burgemeester wordt overeen gekomen dat de bevolking de kookactiviteiten zal overnemen, er zijn voldoende vrouwen aanwezig. Overdracht zal plaatsvinden wanneer er voldoende materieel aanwezig is en mensen instructie hebben ontvangen.

Al vroeg in de ochtend draait de keuken alweer op voile toeren. In het Polderhuis wordt begonnen met de inrichting van een centrale gaarkeuken die door de bevolking zelf kan worden gedreven. Er komen nieuwe gasten aan boord; Engelse militairen, belast met het redden van vee en het bergen van kadavers.

In Ooltgensplaat zijn nog 500 bewoners, waarvan er morgen 60 zullen worden geëvacueerd, overal in het dorp staan er nog huizen onder water. Naar wordt gezegd is het aantal slachtoffers hier beperkt tot twee. De bevolking klit op een paar honderd meter dijk tezamen. De burgemeester, die zijn bed in zijn bureau heeft geplaatst kan slechts op een klein aantal mensen steunen, de rest van de bevolking is murw geslagen en staat apathisch toe te kijken terwijl vreemden het werk opknappen. De schok voor deze mensen is te groot geweest om dadelijk te kunnen overschakelen. Voor de laatste maal voor de bevolking gekookt, te weten 70 liter pap, 271 liter aardappelen, 100 liter groenten, 50 liter jus, en bij de slager zijn 350 porties vlees van ongeveer 100 gram georganiseerd . Waar mogelijk kerkbezoek en om 21.30 te kooi.

9 FEBRUARI

Het heeft de afgelopen nacht gestormd en gesneeuwd, warme overalls zijn hier een uitkomst. In de vroege morgenuren loopt iemand slaapdronken de kachel omver, gelukkig zonder verdere gevolgen. Om half negen wordt een laatste bezoek aan de burgemeester gebracht. De centrale gaarkeuken wordt thans door de bevolking zelf gerund, met gebruikmaking van 200 borden en lepels die door ons worden achtergelaten. De burgemeester dankt ons voor de verleende diensten. Om half tien vertrekken we uit Ooltgensplaat richting Willemstad en lopen prompt, evenals de Merwede, vast op een ondiepte.
Gelukkig zijn wij spoedig los, maar de Merwede heeft nog tien minuten nodig om vlot te komen.

Bij aankomst in Willemstad wordt ons medegedeeld dat we niet dringend meer nodig zijn; na telefonisch overleg met het districtskantoor in Rotterdam wordt besloten naar Rotterdam terug te keren. Op tien over elf vertrekken we en hebben het de gehele reis druk het schip weer spic and span te krijgen. Om 14.25 arriveren we in de Waalhaven bij de Onderzeedienst, waar de zend-ontvanginstallatie wordt ingeleverd. Ook nemen we afscheid van onze korporaal-telegrafist, die de marine op waardige wijze heeft vertegenwoordigd en in korte tijd er in is geslaagd zich in de padvinderssfeer in te leven. Hierna meldt oubaas Loedeman zich bij de Kapitein ter zee 0. de Booy, aan wie we uiteindelijk verantwoording schuldig zijn. De Kolonel spreekt zijn waardering uit over het welslagen van de tocht en de goede contacten met de Marine gedurende deze tocht. Vanuit de Waalhaven wordt koers gezet naar de Ooster­ kade, waar het schip wordt ontladen en vervolgens naar het Zuiddiep wordt verhaald en de kruistocht van de Rambonnet ten einde is.

Links boven: een dijkdoorbraak, rechtsboven: slaapzaal; links onder de keuken; rechtsonder: een dijkdoorbraak.