Het kruis in de wolken (51)

Laten wij ons haasten, want de lucht van de kerker is duf en benauwd. Breng de ketenen mee, stokbewaarder!"

Voor de laatste keer ging Gunther door de sombere gangen van zijn kerker, en de buitendeur werd bereikt.
Het volk begon ongeduldig te worden, en riep om de Imperator.
„Laat de ketenen zien aan het volk!" beval de Keizer.
Toen hief de stokbewaarder de roestige ketenen op.
„Dat zijn de ketenen, o Romeinen," riep Constantijn met verheffing van stem, „waarin de getrouwste van uw vrienden vele maanden heeft gezucht."
„Wij willen hem zien!" werd er geroepen.
„Hij zal naast mij rijden," riep de Keizer, „want hij is uw vriend en mijn vriend. Maar de kerkerlucht heeft de kracht van de grote held aangetast, en ik zal hem eerst verkwikken met een beker sterkende wijn, opdat de storm van uw geestdrift hem niet uit het zadel veegt!"
Een daverend gelach steeg op. Gunther dronk de wijn, en stapte in het zadel. Hij reed rechts, en de Alemannenaanvoerder reed links van de triumferende Imperator, terwijl het gejuich van het volk weerklonk.
„Zou het gaan, Gunther?"
De trouwe Gothenogen schitterden.
„Een verheven gevoel doortintelt mijn aderen, o mijn Keizer! Ik voel de adem van een nieuwe tijd. God heeft ingegrepen om Zijn ellendigen te verlossen, en u, Constantinus de Grote, bent het doorluchtig instrument in Zijn handen, waardoor Hij dit heil werkt!"
De fiere adelaar, die als de stormvogel de zegevierden legioenen van de Keizer was vooruitgetrokken, zette zich neer op de hoogste spits van het Kapitool, met zijn sterke vleugels klapwiekend in de glans van de dalende Oktoberzon. Romeinse jonkvrouwen uit de edelste geslachten strooiden bloemen op de weg van de Overwinnaar, en een afvaardiging van de Senaat drukte hem, onder het eindeloos "gejubel van het volk, de Romeinse Keizerskroon eerbiedig op de slapen.

Toen kwam er een ogenblik, dat Constantijns ogen ver over dit juichende volk heen zagen in de wijde verten; even als vóór negen jaren, toen hij op de heuvel stond, bij de zee van Marmora.
Het was dezelfde blik; en die blik scheen weer dezelfde visioenen te zien.

Toch was die blik beperkt. Hij zag niet, dat keizer Maximus, die na Galerius' dood het beulswerk van de Christenvervolgingen in Klein-Azië weer had opgenomen, binnen een jaar met de eigen handen, die van het Christenbloed dropen, zichzelf zou worgen.

Het was nog bedekt met de sluier van de toekomst, en Constantijns machtige, geniale geest had slechts een flauw vermoeden van een toekomst, waarin hij als de eerste Christenkeizer het gedeelde Romeinse wereldrijk onder zijn scepter in de vroegere luister zou herstellen.

Maar hij zag uit de nevelen de vage lijnen van het grootse gebouw oprijzen, en de lichtstraal werd weer zichtbaar in zijn ogen.

***

Op de avond van deze onvergetelijke, wereld-historische dag, waarop de oude heidenwereld ineenstortte, zaten Gunther en Virginia hand in hand. Een onbegrensde vreugde vervulde hun harten. Het oude was voorbijgegaan; zie, het was alles nieuw geworden! Het was wonderlijk in hun ogen, en het was van de Heere geschied.

Het was een bittere worsteling zonder weerga geweest tussen een verachte, zwakke hoop van Nazareners en het machtige Romeinse Keizerrijk. Voor het oog van de wereld was de nederlaag van de Christenen onvermijdelijk; ze zouden verpletterd worden onder de ijzeren walsen van het Heidendom. Satan had de gehele hellemacht te wapen geroepen. Gruwelijke martelingen, door duivelse vindingrijkheid uitgedacht, waren toegepast, en er waren tijden geweest, dat het Christendom scheen uitgeroeid.

Wijde en zalige vergezichten openden nu zich voor de beide geliefden. Geen arme, Egyptische slaaf wierp zijn schaduw meer over hun liefde; die slaaf was voor Virginia een broeder geworden. Christus was hun beider hoogste liefde, en hand in hand zouden zij voortschrijden naar het hemelse Jeruzalem.

Rome glansde in een zee van gouden avondlicht. Het volk zou verlost worden van de monsterachtige leugens van het Heidendom; een staat van waarheid, rechtvaardigheid en mensenliefde zou verrijzen, en de ogen van het jonge paar waren gericht op de verre horizont van een gelukkige toekomst.
Het meisje wilde haar verloofde alles zeggen, maar zij behoefde het niet te doen, want hij kende haar gedachten, omdat hij haar liefhad.
„Gunthio!" fluisterde ze zacht.
„Virgine!"

En in de tedere innigheid, waarmee die namen werden uitgesproken, klopte het hart van hun liefde.

EINDE
Dit is de laatste aflevering van 'Het kruis in de wolken'. Binnenkort start er een nieuwe feuilleton.