Afbeelding
Foto: Martijn de Bonte

Vogelaars tellen trekvogels op de Brouwersdam

GOEREE-OVERFLAKKEE - Als het woord "Bladkoning!" valt, draaien alle vogelaars zich razendsnel om in de richting van het zeldzame vogeltje. Op de Brouwersdam staan vogeltellers op zaterdagmorgen vanaf zonsopkomst tot twaalf uur trekvogels te tellen. Met verrekijkers en telescopen worden de overvliegende vogels geteld. Soms is er wat discussie: "Zijn het nu vinken of toch kneutjes?"

Door Martijn de Bonte

Zaterdag was de EuroBirdwatch, een internationale vogelteldag. In Nederland waren er op meer dan honderdvijftig plaatsen vogeltellers actief. Alle gegevens worden verzameld op www.trektellen.nl, de resultaten van dit jaar worden vergeleken met voorgaande jaren. Op die manier ontstaat er een goed beeld van de vogelstand in Nederland en Europa.

"Twee grote gele", zegt een teller tegen Frans Lokker, die alle resultaten invult in een schrift. Het is een vakterm voor de grote gele kwikstaart, vogels die met een golvende vlucht richting het zuiden trekken. Geluiden zijn de beste manier om kleinere vogels te herkennen. Door veel te 'vogelen' weten de vogelaars al na een paar geluidjes welke vogel er overvliegt. Zo maakt de grote gele een ander geluid dan de witte kwikstaart.

Verschillende roodborstjes

De vogelaars vertellen enthousiast over de vogeltrek. In deze tijd van het jaar zijn het vooral vogels die van het noorden naar het zuiden trekken. Allemaal soorten die de kou ontvluchten en in warmere streken overwinteren. Een opvallend verschijnsel is dat sommige vogelsoorten in Nederland het hele jaar voorkomen, terwijl ze toch wegtrekken. Het roodborstje bijvoorbeeld trekt in het najaar vanaf Nederland naar het zuiden, maar de lege plaatsen worden weer opgevuld met roodborstjes uit Scandinaviƫ die juist in Nederland overwinteren.

Robbin van Dijk tuurt door z'n telescoop richting het noorden. Hij heeft op zijn lijst met vogels die hij op Flakkee heeft gezien al zo'n honderdzestig soorten staan. "Maar daar kunnen er nog wel wat bij. Het geeft iedere keer weer een kick als je een nieuwe soort spot." Robbin vindt het boeiend om ringen af te lezen van vogels, door middel van kleurcodes en nummer zijn individuele vogels te herkennen. Op een website voert hij dan uit waar hij de bewuste vogel heeft gezien. Vorig jaar zag hij een lepelaar bij het Rammengors, twee dagen later spotte een vogelaar dezelfde vogel in Zuid-Frankrijk.

Ruim tweeduizend vogels

De vogelaars staan bovenop de dijk, aan beide kanten van het fietspad. Een groepje wielrenners fietst tussen de vogelaars door. De achterste wielrenner roept: "Hoeveel hebben we er al?" Zonder het antwoord af te wachten trappen ze verder richting Zeeland. Het antwoord is dat er zaterdagmorgen 38 verschillende soorten zijn waargenomen, in totaal zijn er 2241 vogels geteld. De bladkoning is de meest bijzondere soort die is gespot, de spreeuw is met 1281 exemplaren de meest getelde vogelsoort. Er zijn ook twee ijsvogels waargenomen, maar die waren niet bezig met de trek.

George Tanis is een jeugdige vogelaar. De liefde voor vogels is hem met de paplepel ingegoten, zijn vader Krijn is ook een fervent natuurliefhebber. George vertelt dat veel mensen vogelen zien als een 'ouwe ventenhobby'. Maar hij weerspreekt dat beeld, vogelen is een hobby voor iedereen, van 8 tot 88 jaar. "Er komt steeds meer jeugd bij."