Afbeelding
Foto:

Ook Goeree-Overflakkee levert verhalen voor de Nederlandse Volksverhalenbank

GOEREE-OVERFLAKKEE – Handig om te weten: als de haas in het raam zit kun je visite verwachten. Niet iedereen zal de link leggen, maar een vrouw in Stad aan 't Haringvliet wist het zeker: dan komt mijn broer op bezoek. Het is een van de volksverhalen die zijn te vinden in de Nederlandse Volksverhalenbank van het Meertens Instituut. De digitale verhalenbank bevat meer dan 44.000 sprookjes, sages, legendes, raadsels, moppen en broodjeaapverhalen. Ook Goeree-Overflakkee is vertegenwoordigd in de verzameling. 'De Haes in de Raem' is een in 1957 door het Meertens Instituut opgetekende sage.

Het is maar een kort verhaal: "Een vrouw op Stad aan 't Haringvliet kreeg slechts af en toe bezoek van haar broer van 'over waeter'. Ze zei altijd: "Vandaag komt mijn broer, want den haes zat in de raem, toe ik vanochtend op kwam." Kort, maar heel aardig. Er zijn ook veel grotere verhalen te vinden in de Nederlandse Volksverhalenbank. Voor wie ervan houdt is het smullen geblazen om te grasduinen op www.verhalenbank.nl.

De digitale volksverhalenbank bestaat sinds 2004. Tot die tijd moesten belangstellenden naar het Meertens Instituut om de database te raadplegen. De ontsluiting via internet kwam tot stand bij de invoer van dertigduizendste verhaal. Momenteel telt de verzameling 44068 verhalen. De oudste stammen uit de middeleeuwen. Alle genres zijn vertegenwoordigd. De taal is Nederlands, maar er zijn ook verhalen in het Fries en in diverse streektalen.

De volksverhalenbank, waarmee het Meertens Instituut in 1994 startte, is bedoeld als digitaal archief voor mondelinge overlevering, dat wordt gerekend tot het immateriële erfgoed. Daarnaast gebruiken wetenschappers, studenten, journalisten en vertellers de bank voor onderzoek.

Het invoeren van volksverhalen gaat constant door. De Nederlandse Volksverhalenbank is nooit voltooid. Alleen al het archief van het Meertens Instituut herbergt nog vele duizenden verhalen en opnames. Maar er komen ook elke dag weer nieuwe verhalen bij. Ze staan ook in boeken, kranten en tijdschriften en zijn te vinden op internet en op sociale media. Bezoekers van de digitale volksverhalenbank kunnen zelf verhalen toevoegen: een zojuist gehoorde mop, een favoriet sprookje, een bijzonder raadsel of een akelig broodjeaapverhaal. Dit na een beoordeling van het verhaal door de beheerders van de website. Aanstootgevend materiaal – uitingen van racisme, seksisme, majesteitsschennis, godslastering en pornografie – komt er niet op.

Heks in Den Bommel

Vooruit, nog een paar Flakkeese verhalen. Een ongeloofwaardige heks, bijvoorbeeld: een sage waarin Den Bommel een rol speelt. Het verhaal staat in 'Spokerijen in Rijnland, Delfland en Schieland. Sagen, legenden en volksverhalen, veelal uit de volksmond opgetekend' van J.R.W. Sinninghe (Zaltbommel 1977).

"In 1566 werd te Rotterdam een vrouw, Geertgen Jansdochter, door de buren aangeklaagd omdat ze toveren kon. Ze werd gevangengenomen en bekende al vlug dat ze zestien à zeventien jaar tevoren met een duivel had kennisgemaakt en met hem op stap was geweest. Hij had haar geleerd dat ze door heksenzalf te bereiden en onder haar oksels te smeren door de lucht kon vliegen. Ze was de schoorsteen uit gevlogen en had met anderen die in de macht van de duivel waren, zowel mannen als vrouwen, op Goeree-Overflakkee, in het plaatsje Den Bommel, het nodige kwaad verricht. Zij en haar gezellen hadden daar mensen en vee ziek gemaakt en voor een misoogst gezorgd van het te velde staande gewas. Ze was zelfs naar Zeeland gevlogen om daar een veld met gerst te bederven. Onverwijld eiste de baljuw de doodstraf tegen haar. Hij wilde haar levend laten verbranden, maar Geertgen kwam terug op haar bekentenis, die zij wel uit vrees voor pijniging zal hebben afgelegd. Zij was helemaal verward geweest, verklaarde ze. Daarom besloten de schepenen nog geen vonnis te vellen. Eerst wilden zij advies van geleerden horen en dat advies moet gunstig voor Geertgen zijn uitgevallen, want zij werd slechts voor vijfentwintig jaar uit de stad verbannen. Die straf kreeg ze vooral omdat ze zoveel mensen, die te goeder naam en faam bekend stonden, had beschuldigd met haar door de lucht naar Den Bommel te zijn gevlogen om daar heksenstreken uit te halen."

Bekering in Melissant

Tweeënhalve eeuw later speelde in Melissant het bekeringsverhaal van Maria van Beek. Het staat in 'Het leven en de voorvallen van Maria van Beek', een boek van P. Soeteman.

"Maria van Beek wordt 1 februari 1818 geboren. Ze trouwt en krijgt kinderen. Op het jongste kind is Maria bijzonder gesteld, maar dit kind sterft. God bepaalt Maria erbij dat dit sterven vrucht is van Maria's zonden. Maria raakt vervolgens overtuigd van haar volledige zondigheid, waardoor ze radeloos wordt. Wanneer zij haar zondigheid erkent, wordt de verlossingsweg voor haar geopend, en openbaart Jezus zich. Haar zonden worden vergeven en haar wordt bekendgemaakt dat zij al uitverkoren was voor 'de grondlegging der wereld'. God bevestigt aan Maria het werk der zaligheid, en geeft haar ook de opdracht een geestelijke leider van anderen te zijn.

Na haar bekering blijft Maria naar dezelfde kerk gaan als ze al ging. Ze merkt echter dat de dominee geen kennis heeft van de bevinding zoals zij die heeft. Maria droomt vervolgens van een wagen die voor haar deur stopt, waarna er vier mannen uitkomen. De droom komt uit. Onder de mannen is een predikant; Daniël Bakker. God maakt Maria bekend dat deze predikant haar leraar is, waarna Maria zich aansluit bij zijn gemeente.

God maakt Maria bekend dat ze verdrukking zal ervaren. Dit wordt werkelijkheid wanneer achtereenvolgens haar man ziek wordt en overlijdt, haar kinderen ernstig ziek worden en wanneer zij weer genezen zijn Maria zelf ziek wordt. Als de dokter zegt dat Maria wijn, vlees en eieren nodig heeft, droomt ze dat het haar gebracht wordt, wat nog dezelfde dag gebeurt. Vergelijkbare wonderlijke gebeurtenissen herhalen zich voortdurend, waarbij dromen en openbaringen een grote rol spelen. Maria sterft wanneer zij 73 jaar oud is, op 17 maart 1891."

Spoken in Middelharnis

Tot slot een heel ander verhaal uit de volksverhalenbank: Herinneringen over spoken in Middelharnis, een in 1953 opgetekende sage.

"Dan nog het verhaal van Hansje Lampe, algemeen bekend. Hansje was een lorrejood (algemene beroepsaanduiding van voddenkoopman) en hij lustte graag een borreltje, maar deze eigenschap heeft met het verhaal niets uitstaande. Toen Hansje op een keer in de nacht in zijn hondenkar de reis van Stad aan 't Haringvliet naar Middelharnis moest maken, gebeurde het op den Oudendijk 12 uur 's nachts, onder Middelharnis, dat zijn kar niet meer vooruitkwam. Het wonder was, dat de honden steeds harder begonnen te lopen. Ze liepen zo hard zoals Hansje ze in z'n hele leven als hondenkarvoerman nog niet had zien lopen. Of de wielen draaiden vertelt de overlevering niet, maar... de kar kwam niet vooruit. Hansje kon niet uit de kar en hoe hij de zweep ook hanteerde op de arme honden, het geval bleef op z'n plaats zo stevig als 'den Goereisendom'. Pas tegen het ochtendgloren werd de zaak vrijgegeven en kon Hansje, meer dood dan levend, aan z'n dorpsgenoten verslag uitbrengen van het verschrikkelijk gebeuren. De honden zullen na deze geschiedenis ook wel aan heksen geloofd hebben. Het gebeurde trouwens meermalen, dat er mensen 'op zieë gezet wiere': opzij gezet als de spoken moesten passeren."

Een bewijs dat de Nederlandse Volksverhalenbank een grote variatie aan verhalen bevat. Ook van Goeree-Overflakkee.