Afbeelding
Foto: Hans Villerius

Rijden in een Dafje: lekker eigenwijs

In Charlois reed de dominee erin, in Melissant de kapper. De DAF, een oer-Hollands product, was een populaire auto in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Veel berijders gaven ook een statement af als ze er een voor de deur hadden: een statement van eigenwijsheid, en misschien wel van nationale trots. Dick van Bloois, die 23 jaar geleden van Rotterdam-Charlois naar Melissant verhuisde, is een DAF-man in hart en nieren. Hij heeft een imposante verzameling miniatuur-Dafjes.

"Ik verzamel alleen DAF, hoofdzakelijk personenauto's", zegt hij. "Dat is al erg genoeg. Het is eindeloos, het gaat steeds maar door, er worden ook weer nieuwe gemaakt." De verzameling laat hij straks zien. Eerst vertelt hij hoe het zo gekomen is.

"Toen ik nog in Charlois woonde kocht ik een Dafje uit balorigheid. Je had ze al voor een paar honderd gulden. Maar ik heb toen een hele dure gekocht. Een mooi ding, ik was er heel zuinig op. Ik vond het wel eigenwijs, zo'n auto. Iedereen zei: je rijdt voor schut. Nou, ik vond van niet. Bovendien zat de DAF eenvoudig in elkaar. Zo was het niet moeilijk om een beetje sleutelen aan te leren."

Daarna ging het verder en verder. Van Bloois ontdekte de DAF-club, kreeg contact met andere liefhebbers en liep oldtimerbeurzen af om onderdelen te scoren. Op een gegeven moment stonden er wel tien Dafjes rond zijn huis in Melissant. "Nu is alles weg, verkocht, inclusief die gigantische berg onderdelen. Ach, het hele huis stond vol. Er zaten zelfs onderdelen in het nachtkastje. Het was nog net niet zo dat de autobanden onder mijn bed lagen…"

Er staat nog één echte DAF in de garage. Binnen, in een voormalige winkelruimte, staan de miniaturen. Het zijn er bijna zevenhonderd. Netjes gerubriceerd en uitgestald in vitrines aan de wanden. Sommige staan op zeldzame autotransporters. De autootjes hebben een schaal van 1:43, met uitzondering van de vrachtwagens (1:50). Dick van Bloois noemt de modellen zonder haperen: 600, 750, 31, 32, 33 ("De eerste met van die glinsterkoplampen"), 33 Combi, 44, 55, 66… daarna de Volvo 66, want in de jaren tachtig ging DAF over naar Volvo. "Kijk, een witte Daffodil 30. Zeer zeldzaam."

Zolders gingen open

Het verzamelen begon toen hij oldtimerbeurzen bezocht. "Daar kwam ik ook de miniatuurtjes tegen. Als je vroeger een Dafje kocht, kreeg je er een cadeau. Veel van die autootjes worden voor de eeuwigheid bewaard of verdwenen in een kast of een doos. Als ik ze tegenkwam op de beurs, kocht is ze. Na verloop van tijd had ik er een stuk of twintig. Toen kwam het internet. De zolders gingen open en er kwam van alles tevoorschijn. Ook miniatuur-Dafjes."

Zo groeide en groeide de collectie. Veel autootjes zijn gemaakt door Lion Cars. "Dinky Toys heeft maar één type uitgebracht, in drie kleuren." Een verzamelaar wil zijn collectie graag compleet maken. Maar daar is in dit geval geen beginnen aan. "Ik mis modellen en kleuren die onbetaalbaar zijn. Onbeschadigd en met het doosje erbij ben je honderden euro's kwijt. Je kunt met gemak je hele maandsalaris aan deze hobby besteden. De takelwagentjes kosten wel 500, 600 euro. Jammer, maar dat vind ik het niet waard." Duidelijk: er zijn grenzen aan de eigenwijsheid.