Afbeelding
Foto:

Wat als de vakman tekortschiet?

Leuk om na een periode van afwezigheid weer een column te mogen schrijven in het GO!-magazine. Natuurlijk probeer ik weer aan te sluiten bij het thema van dit nummer – Ambacht en vakmanschap.

Wat maakt je een vakman of vakvrouw? Opleiding en (vooral) ervaring? In ons juristenvak merk ik in elk geval dat het belangrijk is je bij de spreekwoordelijke ‘leest’ te houden. ‘Het’ recht bestaat niet, en elk rechtsgebied heeft zijn eigen regels en jurisprudentie. Het is onmogelijk dat allemaal bij te houden en overal deskundig in te zijn… Specialisatie is een must.

Maar ook als vakman kun je fouten maken of dingen over het hoofd zien. En dan? Ben je dan altijd aansprakelijk?

In deze column wil ik het hebben over de norm die in dergelijke (beroeps)aansprakelijkheidszaken wordt gehanteerd: die van de “redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot”.

Een praktijkvoorbeeld: een vrouw ging naar een kliniek voor een ontharingsbehandeling via lasertechniek. De kliniek had deze methode als 100 procent pijnvrij gepresenteerd. De behandeling ging van start, maar al snel gaf de vrouw aan wél pijn te hebben en zelfs brandwonden te krijgen. Desondanks werd de behandeling door de kliniek voortgezet. De vrouw startte een procedure om haar schade te verhalen op de kliniek. Zowel de kantonrechter als het hof in Amsterdam (14 december 2021) gaven de vrouw gelijk – de kliniek moest haar schade vergoeden. In de beoordeling door het hof zie je geldende norm terug: de kliniek moet zich als ‘goed opdrachtnemer’ gedragen en dat betekent de zorg betrachten die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot mocht worden verwacht. Als een behandeling pijnvrij hoort te zijn en de betrokkene geeft aan toch pijn te hebben, dan doet zich daarmee een van de normale procedure afwijkende situatie voor die aanleiding zou moeten geven tot het onmiddellijk staken van de behandeling. Door toch door te gaan heeft de kliniek niet de zorg betracht die van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot mag worden verwacht. Dat de kliniek in algemene voorwaarden aansprakelijkheid uitgesloten had, hielp haar niet – onder meer omdat de klant hier een consument was. De bepaling werd terzijde geschoven als ‘onredelijk bezwarend’.

Mocht je als vakman dus aansprakelijk worden gesteld, dan vergelijkt de rechter niet met hoe een kampioen of topexpert in jouw vakgebied het zou hebben aangepakt (tenzij je jezelf als ‘de kampioen’ presenteert natuurlijk), maar met de ‘gemiddelde’ vakgenoot – iemand die redelijk handelt en redelijk bekwaam is in het vak.

Daarbij zie je wel dat soms anders gekeken wordt naar een éénpitter dan naar een groot bedrijf – een zzp’er (die er niet eerder mee te maken had) hoefde minder bedacht te zijn op asbest dan een groot bouwbedrijf bijvoorbeeld. De norm krijgt dus nog wel invulling door de specifieke omstandigheden en verhoudingen. 

En dat is het vak van de aansprakelijkheidsrechtadvocaat: die relevante feiten en omstandigheden uitlichten, zodat de rechter (hopelijk) meegaat in de zienswijze van jouw cliënt.


Tekst: Cora Blaak-Looij 

Afbeelding