Zinkwerkers zijn er niet veel, maar

Goeree-Overflakkee heeft Lugtenburg

Een zinken dakgoot maken of herstellen – vroeger draaide de loodgieter zijn hand er niet voor om. In een tijd dat loodgieters zich meer en meer hebben ontwikkeld tot installateur en cv-monteur, is dat anders. Zinkwerk is veelal niet meer dan een bijzaak, of zelfs geheel aan de kant gezet. Maar er zijn ook loodgietersbedrijven die de omgekeerde beweging hebben gemaakt. Zoals Lugtenburg Zinkwerk en Installaties, dat zich voor minimaal 90 procent bezighoudt met het aanbrengen en repareren van zink.

Theo Lugtenburg werkte veertig jaar geleden al als loodgieter en cv-monteur. In 2008 begon hij voor zichzelf. “Een halfjaar later begon de economische crisis, maar dat wist ik natuurlijk niet. Ik hield me bezig met installatietechniek en cv-onderhoud, maar er was vrij veel concurrentie. Ik heb nooit een dag thuis gezeten, hoor, maar ik moest er wel veel voor doen om opdrachten binnen te halen. Ik dacht: ik ga me specialiseren in zinkwerk. Nu leiden veel offertes tot een opdracht...”

Hij startte in zijn eentje, maar had algauw zoveel werk dat er wel wat helpende handen welkom waren. Eerst waren die van zijn zoons, maar die kozen uiteindelijk toch hun eigen weg. Nu werkt Theo Lugtenburg samen met schoonzoon Matthijs Korpershoek, die al de nodige ervaring had opgebouwd in de loodgietersbranche.

Werk genoeg

“Er is werk genoeg, want wij zijn het enige bedrijf op Goeree-Overflakkee dat is gespecialiseerd in zinkwerk. We komen trouwens ook veel buiten het eiland, want er zijn weinig van dit soort bedrijven in de omgeving. Er is een gebrek aan zinkwerkers. Maar verder dan een uur rijden, in de verschillende richtingen, doen we zo min mogelijk”, zegt Lugtenburg, die zijn bedrijf vorig jaar vanuit Middelharnis verhuisde naar Dirksland omdat er behoefte was aan meer ruimte. De huidige werkplaats is drie keer zo groot, wat uitbreiding van het arsenaal bewerkingsmachines mogelijk maakt..

Wie het woord zink hoort, denkt waarschijnlijk aan de bekende zinken dakgoten en afvoerpijpen waarmee woonhuizen en andere gebouwen van oudsher zijn uitgerust om het hemelwater buiten de deur te houden. Een bezoekje aan Lugtenburg Zinkwerk en Installaties, op het bedrijventerrein aan de voet van de watertoren, leert echter dat er veel variatie is. Zink is verkrijgbaar in verschillende kleuren, al dan niet gepatineerd.

Hetzelfde geldt voor aluminium, dat Lugtenburg ook in het assortiment heeft. Aluminium dat er bijvoorbeeld uitziet als hout of steen – het is allemaal leverbaar. Een voordeel van aluminium is dat de prijs over een langere periode stabiel is, terwijl de zinkprijs dagelijks flink kan fluctueren.

Chiquere uitstraling

Zinken dakgoten maken en monteren is een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden die Lugtenburg dagelijks uitvoert. Sterker nog: architecten en aannemers vragen er steeds vaker om. Het tijdperk dat alles van kunststof was, is echt voorbij. Volgens Matthijs Korpershoek is dat niet vreemd: “Zink heeft een veel chiquere uitstraling. Dan wordt je huis een villa.”

Behalve voor de hemelwaterafvoer is zink een materiaal dat je op torenspitsen ziet, maar steeds vaker ook als bekleding van daken, gevels en dakkapellen. De toren van woonzorgcentrum Bestewaerd in Dirksland was een bijzonder project voor Lugtenburg: het fraai gewelfde dak is geheel voorzien van zinken losanges, ruitvormige plaatjes. “Nee, je moet geen hoogtevrees hebben in dit werk. Binnenkort gaan we met een hoogwerker van 75 meter aan de slag bij het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente in Dirksland…”

Het echte werk

Lugtenburg en Korpershoek noemen zinkwerk “het echte werk”. Waarom? “Je hebt altijd te maken met details. Het is nooit standaard als je bezig bent met bekleden en waterdicht maken. Een goot solderen is misschien nog wel rechttoe rechtaan – hoewel je op oude kerken ook rondlopende goten hebt – maar een dakkapel in het zink zetten is een heel ander verhaal. Het grote voordeel van zink is dat je kunt solderen zonder dat dit daarna zichtbaar is.”

Zink is een natuurproduct. Het is een erts dat uit mijnen komt. Korpershoek: “Wij gebruiken alleen A-kwaliteit; zink met een hoog titaniumgehalte.”

Een opleiding tot zinkwerker is er niet. In zijn jonge jaren leerde Theo Lugtenburg het toen hij bij een loodgieter ging werken. Maar tegenwoordig is er dus nog amper een loodgieter of installateur die zich met zinkwerk bezighoudt. “Je leert het hier in de praktijk”, zegt Lugtenburg. “Ook stagiaires gaan altijd mee om te solderen, te felsen, te knippen… Kortom, om het vak te leren.”

Lange levensduur

Korpershoek: “Het is een ambacht: veel handwerk en veel gereedschap. Je moet ook weten hoe de houtconstructie onder het zinkwerk eruit hoort te zien en wat de uitzettingscoëfficiënt is van het zink. Als je het goed doet heeft je werk een lange levensduur, dat kan gerust zestig tot zeventig jaar zijn. Het werk geeft veel voldoening, omdat je iets moois voor je klant maakt, in een samenspel met de timmerman en de metselaar.”

Met het aloude loodgieten – letterlijk gezien – heeft het allemaal niet zoveel te maken. Hoewel: enkele jaren geleden kreeg Lugtenburg Zinkwerk en Installaties de opdracht om een nieuwe bekroning te maken voor het dak van de kapel op de begraafplaats van Melissant. Loodwerk: ook iets wat Theo Lugtenburg lang geleden nog heeft geleerd.

Meer informatie: www.lugtenburgzinkwerk.nl.  

Tekst: Kees van Rixoort

Fotografie: Lugtenburg Zinkwerk en Installaties