Afbeelding
Foto: Shutterstock

Heeft de visserijsector (op het eiland) nog wel toekomst?

Vanuit zijn werkkamer heeft Ad Buijs een mooi uitzicht over de Stellendamse haven. Hij is business controller bij United Fish Auctions (UFA), een bedrijf dat naast twee visafslagen in Nederland ook de financiële afhandeling van aankopen van diverse Zweedse en Deense visafslagen verzorgt. Maar heeft de visserijsector eigenlijk toekomst? Buijs heeft er wel een mening over.

“De visserijsector van Nederland zit momenteel in een transitie”, zo bijt hij het spits af. Om vervolgens allerlei ontwikkelingen op te sommen: “De vloot wordt kleiner. Neem de kotters die op platvis vissen. Rond 2010 waren dat er zo’n 400 in Nederland. Ik verwacht dat er over een paar jaar nog zo’n 150 kotters over zijn. Daarnaast zie je grote verschillen tussen visserij-ondernemingen onderling, door verschillende vismethoden. Ook het pulsverbod heeft impact gehad op de sector. Daarmee bespaarden de vaartuigen zo’n 50 procent brandstof, maar het Europees Parlement heeft pulsvissen verboden. Dat is een flinke verhoging van de kostprijs voor onze ondernemers.”

“Daarnaast worden er steeds meer windparken op zee gebouwd. Dat leidt tot kleinere visgebieden. De oorlog in Oekraïne en het importverbod op Russische olie hebben ervoor gezorgd dat de brandstofprijzen flink zijn opgelopen. Maar misschien nog wel de belangrijkste zorg: het personeelsgebrek en het gebrek aan bedrijfsopvolging. Vaak wordt dat ook ingegeven door een gebrek aan toekomstperspectief. En laten we eerlijk zijn: het beroep van visser is mooi, maar hard. Het is lichamelijk vrij intensief en je bent lang van huis.”

18 euro

Al met al schetsen bovenstaande ontwikkelingen geen rooskleurig beeld voor de visserijsector. Maar dat is volgens Buijs niet het hele verhaal. “Je kunt je alleen daarop focussen, maar ik zie ook kansen voor de sector. Vis is en blijft namelijk een gezonde en eiwitrijke voedselbron. Het is een natuurproduct, met een kleine ecologische voetafdruk. De consument van tegenwoordig wil kwaliteit en duurzaam geproduceerd voedsel.”

“Momenteel is er een saneringsregeling, waarbij vissers tegen voorwaarden kunnen stoppen. Hierdoor beëindigen relatief veel vissers hun bedrijf, bijvoorbeeld omdat er geen bedrijfsopvolging is. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de overblijvers echter meer vis gaan aanvoeren, waardoor hun visserijbedrijf rendabel kan zijn. Daar komt bij dat een kilo vis steeds meer waard wordt. Neem de tong, de biefstuk onder de vis. Dat heeft een gemiddelde kiloprijs van 18 euro. Heb je een kist tong van 40 kilo vast, dan heb je toch meer dan 700 euro in je handen.’’ Met een grijns: “Dat is eigenlijk gewoon waardetransport.”

Bijvangsten

“Onze sector zal naar de toekomst toe dus op een drietal dingen moeten inzetten. Allereerst op innovatie. Bijvoorbeeld als het gaat om brandstofverbruik. Zelf denk ik dat kotters op waterstof wel eens het ei van Columbus zou kunnen zijn. Zowel in kosten als in ecologische voetafdruk. Daarnaast kunnen we vaartuigen (verder) ontwikkelen, zodat er multifunctionele visserijmethoden op één schip zitten.” Meerdere manieren om te vissen gecombineerd op één vaartuig dus. “Dat maakt je veelzijdiger en kun je je makkelijker aan de situatie op zee aanpassen.”

“Als tweede kunnen we nog stappen zetten als het gaat om het beperken van de bijvangst. De pulsvisserij, waarbij vis met zwakke elektrische schokjes werd opgeschrikt, was daarin een goed middel. Dan voorkom je ongewenste bijvangsten: vis of andere zeedieren die je eigenlijk helemaal niet in je netten wil hebben. Helaas kan dat nu niet meer, dus moeten we naar andere wegen zoeken.”

Ademen innovatie

Ten slotte is als derde de samenwerking tussen verschillende schakels in de keten volgens Buijs belangrijk. “Daarbij is kwaliteit leidend. Schakels die geen toegevoegde waarde hebben zullen verdwijnen, waardoor de keten kwalitatief beter en efficiënter wordt. Maar hoe de keten er ook uit komt te zien, de samenwerking opzoeken blijft nodig. Dat zit ook in ons DNA: als visafslag Stellendam zijn we ook ontstaan uit een fusie van drie gemeentelijke visafslagen.”

Dat brengt het gesprek weer concreet naar het eiland. “Op Goeree-Overflakkee kennen we een sterk visserijcluster. We hebben de visafslag, het innovatiecentrum – waar we zo natuurgetrouw mogelijk kunnen testen, eventueel ook met levende vis –, sterke aanvoerders van vis, een coöperatie, twee scheepswerven, een visserijschool, technisch hoogstaande leveranciers… we ademen innovatie met elkaar.” Er is geen sprake van stilstand. “Vanaf 1 mei 2023 gaan we als UFA ook de financiële afhandeling van de visafslag van Lauwersoog verzorgen.”

Ingrediënten

Tegelijkertijd blijven de donkere wolken aanwezig. Vooral het eerder genoemde gebrek aan bedrijfsopvolging baart zorgen. “Kijk, alles valt of staat met de bemanning. Als die er niet is, kan een schip niet uitvaren. Gelukkig hebben we het visserijonderwijs weten te behouden, waar het er een paar jaar terug op leek dat STC Campus Zuidwest (de visserijschool, red.) in Stellendam haar deuren zou moeten sluiten. Ik zeg altijd maar zo: bedreigingen zijn er om een oplossing voor te vinden.” Stellig: “De visserij blijft. Hoe groot de sector zal zijn, durf ik niet te voorspellen.”

“Is de visserijsector in Stellendam er voor altijd? Ik kan het niet zeggen. Maar ik zie wel dat alle ingrediënten aanwezig zijn. Momenteel stoppen door de saneringsregeling relatief veel vissers, waardoor het negatieve sentiment lijkt te overheersen. Maar ik zie de toekomst niet donker in. Een duidelijke visie van de sector op haar toekomst en een duidelijk perspectief vanuit de overheid voor de sector zijn hiervoor echter noodzakelijk. We zullen met elkaar, niet in de minste plaats met de lokale ondernemers, overheid en onderwijs, ons blijvend moeten ontwikkelen. Innovatie, dat is het kernwoord.”


Tekst: Erwin Guijt

Fotografie: United Fish Auctions en Shutterstock 

Ad Buijs.