Bollebozen van de toekomst


De Dikke (van Dale) geeft onder de zoekterm ‘Ambacht’ de volgende verklaring: “vak waarbij je iets met de hand maakt: oude ambachten”. Het gaat dus om gewoon degelijk handwerk van een vakman of vakvrouw. Ja, u leest het goed, VAKVROUW, want die komen we ook meer en meer tegen in van oudsher mannenbolwerken.

Als gevolg van technologische ontwikkelingen – van handbediende machine tot de huidige generatie volledig computergestuurde machine – nam de behoefte aan goed gekwalificeerd personeel op de arbeidsmarkt sterk toe. Laag- en ongeschoolde, vaak lastige of vuile werkzaamheden werden vervangen door moderne techniek. De vraag naar hooggekwalificeerde arbeid werd daarmee groter omdat de ontwikkeling en aansturing van deze technologie toenam.

Geautomatiseerde sommelier?

Ambachten komen. ondanks deze toenemende automatisering met behulp van gehele of gedeeltelijke robotica, nog steeds voor en zullen mijns inziens ook blijven voorkomen. Simpelweg omdat robotica nog onvoldoende kunstmatig intelligent is voor het zelfstandig uitvoeren van uiteenlopende ambachten, die niet sterk routinematig zijn. Stelt u zich voor: een robot in de kapsalon die vraagt hoe u geknipt wil worden, of een volledig geautomatiseerde sommelier in een sterrenrestaurant die u de wijnkaart uitlegt zonder zelf de wijn te kunnen proeven.

Recent zag ik een onderzoek van het CBS, waaruit bleek dat in 2008 plusminus 30 procent van de bevolking in de leeftijd van 25 tot 64 jaar lager opgeleid was, terwijl dat in 2019 was afgenomen tot minder dan 21 procent. Het gevolg is merkbaar.

Vaklui, zoals we ambachtslieden ook wel noemen, zijn steeds lastiger te vinden. Dat viel mij ook op toen ik op zoek moest naar iemand die mijn cv-ketel wilde onderhouden, nadat de installateur die het ding geplaatst had met pensioen was gegaan. Wachttijd: zomaar 3 à 4 maanden.

Desinteresse vlakt af

Er is nog een keur aan ambachtelijke ‘handwerkers’, variërend van bakker tot stratenmaker, die voorlopig dus nog kansrijk zijn om een goede boterham in te verdienen. Dat lijkt de jeugd ook op te gaan vallen. De desinteresse voor vakopleidingen vlakt inmiddels af en er komen zelfs meer zijinstromers bij.

De waardering voor iemand die voornamelijk met de handen werkt, is dan ook stijgend. Als je hoort hoe vaak die mensen in hun vrijetijd door Jan en alleman gevraagd worden om te helpen (beunen), sla je stijl achterover. Die gasten kunnen wel 80 uur in de week maken. Het lijkt er daarom op dat als jongeren nu zeggen: “Ik leer een vak en werk met mijn handen”, ze de bollebozen van de toekomst genoemd mogen worden.