Een van de medewerkers van Molenmakerij Grinwis.
Een van de medewerkers van Molenmakerij Grinwis. Foto: Jaap Peeman

‘De molenmakerij is een hele verzameling ambachten’

In de werkplaats van Molenmakerij Grinwis is één wandje voor een goed deel gevuld met foto’s van molens. Allemaal briefkaartmodel. Op één na: de foto van De Zwaan in Ouddorp is een stuk groter. Deze molen heeft dan ook een klein streepje voor, want hier begon het allemaal. Hier sloeg de vonk over bij de twaalfjarige Jan Grinwis. Een vonk die niet meer doofde.

Grinwis is opgeleid als timmerman. Dit ambacht kon hij – zijn passie volgend – in de praktijk brengen bij een grote molenmakerij: Verbij in Hoogmade. Daar leerde hij het vak. “Een opleiding tot molenmaker is er niet, je leert het in de praktijk. Je moet het willen en beseffen dat je ook wel eens in weer en wind aan het werk bent.”

Om het woon-werkverkeer wat te verkorten, zocht Grinwis een molenmakerij wat dichter bij huis. Die vond hij in Spijkenisse: Molenmakerij Herrewijnen. Sinds 2017 is hij, samen met zijn vrouw Jolieke, eigenaar van dit bedrijf. De naam is veranderd in Molenmakerij Grinwis. In 2019 was de nieuwe werkplaats – een grote loods met kantoor, vergaderruimte, keuken en badkamer – klaar en kon het bedrijf verhuizen naar de Pampus in Stellendam.

“We hebben nu drie man in dienst en zijn op zoek naar nummer vier. Dan hebben we wat meer speling”, zegt Jolieke Grinwis, die haar werkzaamheden voor de molenmakerij – administratie, offertes, planning, calculatie, vergaderen met klanten – combineert met een baan als juf op de basisschool. “Nieuw personeel is altijd welkom. Ook kunnen we stagiaires een zeer interessante en leerzame stageplaats geven.”

Veel werk

“Er is heel veel werk in molenmakersland. De laatste jaren krijgen we er steeds molens bij om te onderhouden. Vooral in Zeeland, van Schouwen-Duiveland tot aan Cadzand toe. We gaan zelfs de grens over, nog een aardig stukje ook: Poeke, tussen Gent en Brugge”, zegt Jan Grinwis.

Dat er zoveel werk in molenmakersland is, heeft te maken met de onderhoudscyclus: dertig jaar na de restauratiegolf van de jaren tachtig en negentig zijn veel molens weer toe aan een volgende beurt. “Het hangt wel af van het onderhoud en de ligging. Als er zout water in de buurt is, zoals op Goeree-Overflakkee, is er meer onderhoud nodig.”

In Zeeland is het werk toegenomen, omdat in die provincie geen enkele molenmakerij meer te vinden is. Daarnaast was de provinciale subsidiestroom daar tot voor kort wat kariger, zodat veel Zeeuwse molens een onderhoudsachterstand hebben opgelopen. Grinwis: “We hebben daar te maken met een inhaalslag.”

In Nederland zijn maar vijfentwintig tot dertig bedrijven die zich molenmakerij noemen. Daarvan zijn er acht of negen gecertificeerd met een Erkenning Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). Molenmakerij Grinwis is ook erkend.

Constructief in orde

“Het principe van ons vak is restaureren. Daarbij proberen we de originele onderdelen zo veel mogelijk te behouden, zo nodig met kleine deelvervangingen. Pas als een onderdeel echt niet te redden is, gaan we vernieuwen, in de oude maatvoering. Het bovenwiel van de molen in Goedereede is bijvoorbeeld net vervangen, omdat het helemaal was opgegeten door de knaagkever. Heel vervelend, maar een molen moet wel constructief in orde zijn.”

Grinwis legt uit dat de kwaliteit van het hout belangrijk is. Het grenenhout van vroeger was prima, maar tegenwoordig gaat deze houtsoort niet altijd heel lang mee. Dat heeft te maken met een verandering in de bosbouw. Tegenwoordig is het principe: snel groeien, snel oogsten. Terwijl voorheen de grenenbomen alle rust kregen om te groeien. Het verschil in houtkwaliteit is merkbaar. “Gelukkig zijn er goede alternatieven, zoals tropisch hardhout.”

Bij het voegen van de muur kan de kwaliteit ook verschillen. “Door met cement te voegen zijn veel molens verprutst. Cement wordt veel te hard. Je moet kalkmortel gebruiken.”

Allround vakman

Timmeren, voegen… een molenmaker moet nogal wat in zijn mars hebben. “Ja, de molenmakerij is een hele verzameling ambachten”, zegt Grinwis. “Je bent timmerman, metselaar, schilder. En smid: je doet ook ijzerwerk. Daarom heb ik ook een oven in de werkplaats. Nog meer? Dakdekken moet je ook kunnen. Nee, niet met riet, maar wel met leitjes. Als molenmaker ben je een allround vakman, kan ik wel zeggen. Aan wie hier wil komen werken, vragen we niet naar papieren, maar of hij er zin in heeft. Als je gemotiveerd bent, lukt het.”

Jan en Jolieke Grinwis benadrukken dat de molenmakerij een echt vak is. “Een ‘gewone’ aannemer die iets aan een molen heeft gedaan, dat zie je direct.” Een molenmaker heeft affiniteit met het karakter van een historische molen, die in feite een werktuig is, en weet bovendien dat elk exemplaar weer anders is. “Op de vier wieken na is geen molen hetzelfde.” Aan de hand van een tekening werken, is er niet bij. “Elk raampje is weer anders. Je werkt veel meer op gevoel en op het zicht.”

Een molenmaker is dus ook een ambachtsman. “We gebruiken wel de hulpmiddelen van vandaag. Ik ga echt niet meer met een handzaag een windpeluw staan zagen…”, lacht Jan Grinwis.

De molenmaker is zijn fascinatie, die hij als twaalfjarig ventje opdeed, nooit kwijtgeraakt. Daarom is hij altijd met molens bezig. Ook als hij niet aan het werk is. Eens in de veertien dagen gaat hij naar Ouddorp om als vrijwillig molenaar de wieken van De Zwaan te laten draaien. “Het is een mooi spel. Een spel met de natuur, met je gehoor, je ogen, je gevoel. Een molen werkt altijd, als je wind hebt…”

<kader>

Ook monumenten

Behalve molens restaureert Molenmakerij Grinwis ook andere monumenten. Jan Grinwis geeft een paar voorbeelden: “De historische stadskraan in Vlaardingen, kerken, boerderijen, een hooiberg. Voor een woonhuis in Goedereede hebben we nieuwe kozijnen gemaakt. Het liefst restaureren we monumenten met een verhaal. Vroeger was bouwen een kunst. Nooit is het dertien in een dozijn. Een monument straalt het vakmanschap van vroeger uit.”


Tekst: Kees van Rixoort

Fotografie: Jaap Peeman

Jan Grinwis aan het werk in de molen van Stad aan 't Haringvliet.
De molen van Herkingen.