CSG Prins Maurits nu officieel een business school

MIDDELHARNIS – Een van de speerpunten van CSG Prins Maurits is leren in de echte wereld. Door het onderwijsprogramma nadrukkelijk te verbinden met de echte wereld daagt de school leerlingen uit om te excelleren – in het dagelijks onderwijs, maar ook met projecten en programma's. Het programma rondom het vak economie kreeg op 28 oktober een officieel tintje. Want nu mag de havo-afdeling van de Prins Maurits zich officieel Vecon Business School noemen.

Inhoudelijk leent het vak economie zich bij uitstek voor een vertaling naar de praktijk. Waarom zou je als school die kans laten liggen? Op de Prins Maurits begrijpen ze dat maar al te goed. Niet alleen krijgen alle leerlingen in de onderbouw economie, maar daarbinnen is er ook ruimte ingelast voor praktijkgerichte projecten. In havo 1 en 2 kunnen leerlingen bijvoorbeeld al ruiken aan ondernemersprojecten buiten de schoolmuren.

De school uit

Weliswaar vakoverstijgend, maar doorspekt van economie is het zogenaamde Verrijkingsvak in havo 3. Dit innovatieve vak motiveert leerlingen door in groepjes een opdracht vanuit het bedrijfsleven uit te voeren. Deze opdrachtgever, een echte ondernemer, legt een probleem uit zijn praktijk neer. Een groepje leerlingen gaat vervolgens op zoek naar oplossingen en raakt zodoende betrokken bij een wezenlijk onderdeel van het bedrijf. Vanzelfsprekend verwacht de opdrachtgever een concrete oplossing. Daniël Huising, projectleider van het Verrijkingsvak: 'Leerlingen zijn gewend om werkstukken te maken. Nu moeten ze die gewoonte doorbreken en een etalage inrichten, een filmpje of een app maken. Juist dat ze iets maken dat ook buiten school gezien wordt, motiveert leerlingen enorm.'

Ondernemers in de dop

Niet alleen in de onderbouw is er ruimte voor praktijk. Een goed voorbeeld is het project 'Ondernemers in de dop' voor het vak Management & Organisatie (M&O). Leerlingen uit havo 4 starten fictief een eigen zaak en werken vervolgens zes weken lang aan een zelfbedacht product. Hierbij worden ze binnen en buiten schooltijd gecoacht door een ondernemer uit de buurt. Vast onderdeel is het schrijven van een ondernemingsplan, compleet met uitgewerkte hoofdstukken over marketing, financiën en de organisatie. Bartha Moerkerk, docente M&O: 'Dit project dwingt leerlingen om de theorie uit de lesboeken om te zetten in levensechte plannen. Opeens krijgen abstracte vragen betekenis: wat zijn verstandige investeringen? Hoe krijgen we het geld bij elkaar?' De beoordeling komt gewoon voor rekening van de vakdocenten, maar de groepen presenteren hun plannen ook aan een deskundige jury die bestaat uit ondernemers en een vertegenwoordiger uit het hbo. De groep die de jury weet te overtuigen wint. De kritische jury kijkt naar originaliteit en haalbaarheid. Dit jaar start de Prins Maurits ook met het project 'Junior Company'. Het recept is identiek, behalve dan dat leerlingen na een sollicitatieprocedure een kalenderjaar lang echt hun eigen bedrijfje runnen.

Sociale vaardigheden

De kracht van de praktijk is dat leerlingen belangrijke vaardigheden ontwikkelen. 'Je pikt de leerlingen die in havo 3 het Verrijkingsvak deden en nu in havo 4 met het vak M&O beginnen, er meteen uit. Want ze gaan meteen voortvarend aan de slag: een planning opstellen, de telefoon pakken om een onbekende op te bellen.' Zoals leerlingen hier werken aan hun project, zo moeten ze later ook problemen gaan oplossen. Nu leren ze om een probleem in stappen aan te pakken. 'Zoiets leer je niet vanuit een boekje.'

Extra certificaten

De Prins Maurits kiest ervoor om praktijkgericht op te leiden. Hierdoor verkennen havo-leerlingen al vroeg de arbeidsmarkt en raken ze extra gemotiveerd. Al die projecten zorgen er bovendien voor dat leerlingen vertrouwd raken met de werkwijze van het vervolgonderwijs. Nu de Prins Maurits het keurmerk Vecon Business School mag voeren, halen leerlingen naast hun havo-diploma ook extra certificaten. En dat blijkt een waardevolle toevoeging. Het is zinvol dat een leerling bij een toelatingsprocedure meer kan laten zien dan alleen een cijferlijst. Zeker nu vervolgopleidingen steeds strenger selecteren. Certificaten maken al die extra bagage tastbaar.