Eén van de intact gebleven verdedigingswerken: Batterie de Longues-sur-Mer.
Eén van de intact gebleven verdedigingswerken: Batterie de Longues-sur-Mer. Foto: Jan van Gurp

Met de PCOB naar de invasiestranden in Normandië

GOEREE-OVERFLAKKEE - Een 50-tal PCOB-ers ging vorige week op reis voor een vijfdaagse reis naar Bretagne en Normandië. Hieronder een verslag van deze reis, opgetekend door één van de deelnemers de heer J. van Hoorn. Het gezelschap bezocht plaatsen, waar op 6 juni 1944 duizenden en duizenden jonge mensen, Amerikanen, Engelsen en Canadezen, vaders en zonen van en uit gezinnen, hun leven hebben gegeven voor de vrijheid.

We hebben ze gezien, de vaak steile kusten waartegen de soldaten moesten opklauteren om aan land te komen. Velen hebben de kust niet eens bereikt, omdat ze werden weggemaaid door een spervuur vanuit de Duitse bunkers. We waren getuige van de onafzienbare rijen gedenktekens op de perfect onderhouden begraafplaatsen, kruisjes voor de Amerikanen - sommige met een Davidsster, platte steentjes voor de Duitsers, op de veel soberder rustplaatsen. Maar ieder kruisje en ieder steentje was eens een leven.
Onvoorstelbaar moeten de maandenlange voorbereidingen voor deze invasie zijn geweest. Niets kon aan het toeval worden overgelaten. Alleen de wind hadden de geallieerden niet in de hand, en die zat tegen.

Grootste militaire operatie

In het Museum van Arromanches, waar enkele weken geleden verschillende regeringsleiders en ook ons vorstenpaar nog zijn geweest, werden we o.a. door een film nog eens geconfronteerd met de werkelijkheid van deze grootste militaire operatie uit de wereldgeschiedenis.
Maar dit waren niet de enige plaatsen waar we zijn geweest. Ons prima hotel stond in Pontorson (Bretagne). Nog voor we daar aankwamen, hadden we Honfleur, een schilderachtig havenplaatsje al aangedaan. Eén van de hoogtepunten was het bezoek aan Mont Saint Michel, een hoog oprijzend kloosterstadje op een eiland, bij hoogtij geïsoleerd van het vasteland. Het was een hele klim, langs allerhande soorten huisjes, winkeltjes en restaurantjes, om boven te komen, maar meer dan de moeite waard. We bezochten pittoreske stadjes uit oude tijden. In het Bretonse Dinan schoten de dames op een enorme markt af, en liet een treintje dat door de straten van het stadje reed ons de meest saillante plekjes zien.
Vermeldenswaard is ook nog ons bezoek aan Kaap Fréhel, een 70 meter boven zee uitstekende rots, die ons een fantastisch mooi uitzicht bood op de Bretonse kust.

Tanissen

Verrassend was de ontdekking van het dorpje Tanis in Bretagne. Natuurlijk moest daar van alle Tanissen binnen de groep een foto gemaakt worden. Daarnaast bevond zich binnen ons gezelschap ook nog een oud-leraar met vier van zijn oud-leerlingen.
Het was een geweldige reis onder de eminente leiding van onze voorzitter Jan van Gurp en onze onovertroffen chauffeur/organist Kees van Veen. Ja, onze chauffeur begeleidde het zingen tijdens de avondsluitingen. Daarbij kwam nog dat we alle vijf dagen zon hadden met temperaturen boven de 20°. Nog even maakten we als extraatje een ommetje naar de machtige kathedraal van Amiens, de enige Gotische kerk van Europa.
Op het afscheidsdiner in Hoogerheide bleek pas echt, hoe goed de sfeer kan zijn tussen mensen van verschillende Flakkeese dorpen en kerken.
Er zijn best nog wat mensen op ons eiland die de bijeenkomsten – een keer per maand op maandagmiddag tussen 14 en 16 uur – willen bezoeken en leuke reisjes en reizen willen meemaken. Bent U de 50 gepasseerd , doe dan even een telefoontje naar mevrouw Grootenboer, tel. 0187 491046, en zij zorgt voor de rest".

De Tanissen uit het reisgezelschap bij het dorpje Tanis.