Raad wil garanties en zekerheden bij windenergiebesluit

Wethouder gaat met koffer vol wensen naar Rijk en Provincie

OEREE-OVERFLAKKEE – Zoals uitvoerig is vermeld in onze abonnee-editie van vrijdag, kon de gemeenteraad op 19 juni het enerverende traject naar besluitvorming over de Partiële herziening Structuurvisie windenergie afronden. Van Alphen (EVV) was met stemverklaring tegen het collegevoorstel en ook tegen alle moties die bij het besluit door fracties aan het college werden voorgelegd. Ook VKGO en GOS waren tegen het voorstel en het amendement, maar onderschreven wel een aantal moties, die wij hier in grote lijnen publiceren.

Door Jaap Ruizeveld

Het spektakel in de vergadering leverde nog een verrassende opmerking op van portefeuillehouder Tollenaar die aangaf dat hij de inbreng van de groep 3MO, na aanvankelijk scepsis, uiteindelijk in uitingen, contacten en gesprekken als constructieve en positieve inbreng aanmerkte. De wethouder gaf aan de moties over te nemen met de wetenschap dat er met de hogere overheid (heden) nog stevige contacten moeten worden gelegd om de gevoelens van de raad in gang te doen vinden.

Moties

De SGP bracht drie moties ter tafel. In de eerste motie wordt het college gevraagd om van de provincie Zuid-Holland en van de rijksoverheid een schriftelijke reactie te krijgen voor het op zo kort mogelijke termijn integraal overnemen in de provinciale- en Rijksstructuurvisie van de door de gemeenteraad vast te stellen plaatsingsgebieden. Ook deze garantie dat gedurende de afschrijvingsperiode van de molens (20 jaar) geen nieuwe locaties voor windmolens op het eiland erbij zullen komen. Zeven van de acht fracties onderschreven deze motie. Dit gold ook voor de tweede SGP-motie, waarin het college wordt gevraagd om het tijdelijk karakter van windmolens in de plaatsingsgebieden te waarborgen en de rijksoverheid te verzoeken de wet- en regelgeving aan te passen zodat het tijdelijk bestemmen of verlenen van een tijdelijke vergunning (in beide gevallen voor 20 jaar) juridisch mogelijk is.

Toeristisch belang

Bij een derde SGP-motie ontbrak niet alleen de steun van Van Alphen (fractie VVE), maar ook die van Maliepaard (GOS). Hij kon zich niet vinden in de overweging dat de raad bij het invullen van de opdracht heeft bepaald dat in het kader van het toeristisch belang van de Kop van het eiland, daar geen windmolens mogen worden geplaatst. Ik heb dat besluit nergens kunnen vinden, gaf Maliepaard ter onderbouwing van zijn standpunt aan. In de motie wordt de rijksoverheid gevraagd een schriftelijke garantie te geven dat er geen windpark op zee, binnen de 12 mijlszone voor de kust van het eiland wordt gerealiseerd, gedurende de 20-jarige afschrijvingstermijn van de te plaatsen molens. Aanbevolen wordt voor afstemming contacten te leggen met aangrenzende gemeenten.

Flexibiliteit

Opnieuw zeven van de acht fracties steunden moties van CU en VVD. In de VVD-motie, waarin het college wordt gevraagd binnen één jaar een brede conferentie te organiseren over innovatieve duurzaamheid in energie. Nagegaan moet worden welke mogelijkheden er zijn voor toepassing van innovatieve technieken bij het opwekken van windenergie op land. De raad wil van deze ontwikkeling op de hoogte worden gehouden. Van de zijde van het ministerie van Economische Zaken wordt een flexibele vergunningverlening gevraagd. De ChristenUnie lanceerde een motie waarin uitgesproken werd dat de negatieve vereffening van de OZB-capaciteit onwenselijk is in het licht van overlast die bewoners ondervinden van het plaatsen van de windmolens. Het college is gevraagd om samen met andere gemeenten die behoren tot de grote plaatsingsgebieden zich bij het Rijk hard te maken voor het behoud van de volledige OZB-opbrengsten voor de gemeenten die de molens binnen hun grenzen krijgen.

Fasering gewenst

Tenslotte ook gelijke support voor moties van het CDA en de PvdA. In de motie van de PvdA wordt het college o.a. gevraagd bij de hogere overheden te onderzoeken of de gemeente gerechtigd is leges te innen. Het plaatsen van de molens brengt immers naast maatschappelijke en economische kosten ook opbrengsten voort in de vorm van leges, heffingen, belastingen en bijdragen aan het windfonds. verzoeken. Gevraagd wordt ook de opbrengsten uit wind op land te oormerken voor de sociaaleconomische ontwikkeling van het eiland, duurzaamheid en eilandmarketing. De opbrengsten specifiek te oormerken voor compensatie van de overlast in gebieden waar de molens komen te staan. De raad dient instemming te geven over besteding van deze gelden. Tenslotte de CDA-motie die aangeeft dat een fasering in de uitwerking van de windopgave gewenst is. Dit biedt de mogelijkheid om eventueel nieuwe (alternatieve) opwekkingstechnieken voor wind op land op geschiktheid te te kunnen beoordelen en mogelijk in te zetten.
Het college (portefeuillehouder Tollenaar) kan weer aan de slag. Of uit de MER-procedure nog wijzigingen voortkomen zal op termijn blijken.