Van Kralingen (r.) en Van der Velden bij de ingang van hospice Calando. Foto: Hans Villerius
Van Kralingen (r.) en Van der Velden bij de ingang van hospice Calando. Foto: Hans Villerius Foto: Hans Villerius

Klaas van Kralingen nieuwe medisch directeur Calando

DIRKSLAND – Al vanaf de oprichting van 'Calando', op 31 juli 1998, was hij bij het Dirkslandse hospice betrokken en tot 1 januari jl. was hij er medisch directeur: internist-oncoloog dr. Paul C. van der Velden van Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis te Dirksland. Als medeoprichter, samen met Janneke Koningswoud en de toenmalige predikant van de Hervormde Gemeente Dirksland ds. Mart-Jan Paul, was hij dan ook één van de mensen van het eerste uur. Maar op 1 januari jl. legde hij, vanwege de vele werkzaamheden die Van der Velden heeft, zijn functie hier neer en droeg hij deze over aan dr. Klaas van Kralingen, die als longarts aan het Dirkslandse ziekenhuis is verbonden. Recentelijke berichtgeving in een andere, landelijke, krant die meldt dat ook Janneke Koningswoud afscheid van Calando zou nemen, berust overigens op geen enkele manier op waarheid.

Door Hans Villerius

Het feit dat Van Kralingen geen oncoloog is, is volgens beide mannen van geen enkel belang. "Mensen met kanker worden in het hospice niet meer voor deze ziekte behandeld. Het gaat alleen nog om klachten- en pijnbestrijding. De rol van medisch directeur in het hospice is bestuurlijke taken te vervullen. Een goed medisch bestuur is nodig en die bestuurlijke ervaring heeft Van Kralingen", legt Van der Velden uit. Naar aanleiding van de wisseling van de wacht, blikt Van der Velden kort terug en Van Kralingen werpt een blik vooruit.

Pionieren

"De aanleiding waarom we destijds Calando wilden oprichten", vertelt Van der Velden, "was dat mensen die kanker hadden in het ziekenhuis overleden, gewoon in een volle patiëntenzaal. Dat vonden we eigenlijk heel triest, een vreselijke omgeving om te overlijden, en we vroegen ons af of dit niet anders kon. In Engeland kende men het fenomeen hospice en ook in Nederland was er één hospice gevestigd, in Arnhem. Daar zijn we toen gaan kijken en naar voorbeeld daarvan zijn we tot het besluit gekomen dat we dit ook hier graag zó zouden willen. Zo zijn we begonnen. Geld was er niet. Een financieringsregeling ook niet. Die hadden we ook nooit kunnen krijgen. Maar gedrongen vanuit de behoefte aan zó'n plek voor mensen die in hun laatste levensfase verkeren, zijn we gewoon gestart. In de hoop dat we voldoende giften en steun vanuit de bevolking zouden ontvangen om het hospice draaiende te kunnen houden. En dat oversteeg alle verwachtingen! In de jaren die volgden, kregen we veel belangstelling vanuit de landelijke politiek en is palliatieve zorg erkend geworden. Daar is nu ook financiering voor. Zo hebben we hier vanuit het niets iets opgezet, waarbij het voor ons vooral pionieren was. Nu, zoveel jaar later, zijn we een hospice dat landelijk goede bekendheid geniet. Vanuit heel Nederland wordt gekeken hoe we 't hier doen. Natuurlijk is Calando uiterst waardevol voor mensen die in de laatste periode van hun leven verkeren, om hun door pijn- en klachtenbestrijding een nog zo goed mogelijke kwaliteit van leven te geven. Maar óók voor de kennisverspreiding van palliatieve zorg in de regio vervullen we een belangrijke rol. In het hospice hebben we een goed medisch programma, met pijnbestrijding en patiëntbegeleiding. Huisartsen hebben we bij kunnen scholen op het gebied van pijnstilling bij patiënten met kanker. En de kennis en ervaring op het gebied van palliatieve zorg, dus de expertise die we intussen hebben opgebouwd, mogen we nu ook uitdragen", vertelt Van der Velden, die als medisch directeur verantwoordelijk was voor de medische zorg in het hospice.

Academisch

"Ja, eigenlijk hebben jullie voor een groot deel het wiel uit moeten vinden", vult Klaas van Kralingen aan. "Palliatieve zorg was een onontgonnen gebied. Maar de basiszorg is er nu en is ook goed geregeld." Als opvolger van Van der Velden stapt Van Kralingen nu in op een trein die al rijdt en die dat ook goed doet. Maar dat betekent niet dat hij als nieuwe medisch directeur achterover kan leunen. Integendeel. Hij weet zich voor de taak gesteld om van Calando een academische werkplek te maken. Om, in samenspraak met het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam, mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek naar pijnbestrijding. "Het is belangrijk om te zien dat, wil je verder komen, je samen moet werken. Om met een academisch ziekenhuis nieuwe behandelingen en protocollen te ontwikkelen en op een wetenschappelijk wijze te kijken naar wat er kan. Maar ook om kennis te delen. Omdat Calando inmiddels al zo lang bestaat en over veel expertise beschikt, is dit hospice een goede plek om theoretische en praktische kennis over te dragen. Ik zie Calando dan ook als een waardevolle instelling, natuurlijk primair voor de patiënt zelf, maar secundair zeker ook voor de verspreiding van kennis en expertise in de regio. En dát te weten mag ook de patiënt en zijn familie weer een goed gevoel geven, namelijk hier, in Calando, in goede handen te zijn."