Sfeerimpressie van de Zuiderdieptocht
Sfeerimpressie van de Zuiderdieptocht Foto: Streekarchief Goeree-Overflakkee

Eilandelijke Tocht der Tochten leverde Zuiderdiepkoorts op

Elfstedenkoorts ontstaat in Friesland zodra de temperaturen dalen naar het nulpunt en hopelijk daar ver voorbij. Op Goeree-Overflakkee hebben we niet zoveel last van die koorts. Van een grote schaatstocht langs elf steden is hier dan ook geen sprake. Als het eens een keer vriest schaatsen we ‘gewoon’ op boezems, sloten, kreken en ijsbanen. Hoewel, meer dan vijfentwintig jaar geleden hadden we wel de Zuiderdieptocht…

De eilandelijke Tocht der Tochten was op zaterdag 11 januari 1997, een week nadat Henk Angenent de vijftiende en tot nu toe laatste Elfstedentocht won. De Zuiderdieptocht was een initiatief van vier ijsverenigingen.

De clubs uit Goedereede, Stellendam, Melissant en Dirksland hadden de handen ineen geslagen om het evenement op poten te zetten. Ze hielden rekening met maximaal duizend deelnemers, maar de belangstelling was veel groter. Tussen de zestienhonderd en zeventienhonderd schaatsers meldden zich aan de start.

Stempelposten

De route liep van de Dirkslandse haven, via het Sas en langs Melissant naar de oude haven van Stellendam. Vandaar ging de tocht over het Zuiderdiep verder naar Goedereede-Havenhoofd. Onderweg waren stempelposten, waar ook onder meer koffie en soep verkrijgbaar was.

Wie meedeed, kon op vier punten starten en finishen. Bij de finish lag een medaille klaar voor iedereen die de ongeveer dertig kilometer schaatsend had afgelegd. Maar… er waren niet meer dan duizend medailles. Dat probleem losten de organisatoren op door de namen en adressen te noteren van de schaatsers die achter het net visten. Zij kregen hun medaille later thuis bezorgd.

Drie keer

De reacties waren zeer goed. Dat de Zuiderdieptocht leefde, blijkt niet alleen uit het aantal deelnemers, maar ook uit de massa toeschouwers die zich langs de route had opgesteld om de schaatsers aan te moedigen. Bij sommige schaatsers was de Zuiderdiepkoorts op deze mooie zaterdag in januari zo toegeslagen, dat ze de tocht drie keer achter elkaar reden…

De vier organiserende ijsclubs hadden de koorts ook goed te pakken. Zij kondigden aan dat het niet bij deze ene Zuiderdieptocht zou blijven. Tenminste, als de weergoden schaatsend Flakkee goedgezind zouden blijven.

Strenge vorst, een voorwaarde om dertig kilometer over natuurijs te schaatsen, bleek echter in de jaren na 1997 geen wet van Meden en Perzen. Integendeel. Het bleef bij die ene Zuiderdieptocht, tot nog toe. En ook het schaatsen op boezems, sloten, kreken en ijsbanen is lang niet elke winter een vanzelfsprekendheid meer.

IJsclubs

Er zijn nog ijsclubs op Goeree-Overflakkee. Die van Ouddorp bijvoorbeeld telt nog altijd een kleine twaalfhonderd leden en vierde onlangs het honderdjarig bestaan. Maar de oudste ijsclubs van het eiland, die van Middelharnis-Sommelsdijk en Dirksland (allebei opgericht in 1893), moesten er recent een punt achter zetten. Tja, als het nog maar zelden voldoende vriest en de ijsbaan dus gesloten blijft, gaan de schaatsers wat anders doen. Noodgedwongen.

Jurylid Joh. Holleman bij wedstrijd schaatsenrijden te Dirksland in de winter van 1929
Koek-en-zopie op de ijsbaan van Middelharnis, januari 1980
Schaatsers uitgedost in hun 'komiekste kostuum'
Schaatsen op de Vliegers, 1907