Afbeelding

Familie Van den Oudenrijn runt met het hele gezin een melkveebedrijf

In de woonkeuken schenkt Marjo van den Oudenrijn koffie en schuift dan naast haar man André aan tafel. Hun zwarte boomerpup van elf weken dartelt energiek rond om vervolgens een stoeipartijtje te beginnen met zijn twee jaar oudere soortgenoot. “Alles wordt hier aan deze keukentafel besproken”, glimlacht André. “We houden ervan om goed en open met elkaar te communiceren. Dat is belangrijk in een gezinsbedrijf.”

Omschakelen

Het gezin Van den Oudenrijn komt oorspronkelijk uit Schalkwijk, een dorp in de provincie Utrecht, en vestigde zich in 2004 aan de Altekleinsedijk in de polder van Ooltgensplaat. Zowel André als Marjo groeiden op in een agrarische familie. André trad al vroeg in de voetsporen van zijn vader. Hij werkte voor een loonverhuurbedrijf en hielp daarnaast mee op de boerderij. Marjo was werkzaam op een bank in het dorp. Later nam het stel het bedrijf van André’s ouders over. “Dat ging geleidelijk”, vertelt André. “Ik werkte eerst drie dagen buiten de deur en de rest op het bedrijf. Gaandeweg ging ik steeds meer overnemen van mijn vader. Die periode is een moeilijke omschakeling; wanneer gaan je ouders van het bedrijf af en neem je het over? Ik zat door een maatschap al in het bedrijf en mijn vader heeft altijd gezegd: ‘je moet leren dat hier geen toekomst in zit’. Toch hebben we het bedrijf overgenomen. Later zijn we om ons heen gaan kijken, overal in Nederland. We wilden graag een melkveebedrijf in een akkerbouwstreek starten en die mogelijkheid vonden we hier in Ooltgensplaat.” De overgang naar Goeree-Overflakkee was best groot, maar André en Marjo hebben die als positief ervaren. “De helft ligt aan jezelf. Hier is ook een LTO en een studieclub, net als in de buurt van Schalkwijk. Daarnaast gingen de kinderen naar school en naar sport, daar krijg je ook contacten. Je komt ergens blanco binnen en dan sta je open voor alles.”

Het hele gezin draait mee

André en Marjo van den Oudenrijn hebben vier kinderen: Richard (22), Denise (21), Sjoerd (18) en Wilco (17), die allemaal nog thuis wonen. “De jongste is hier geboren”, vertelt Marjo. “Toen ze klein waren, was het een drukke periode. Je moet dan samen goed afstemmen wie wat doet. Later ging het allemaal wat gemakkelijker. Toen de jongste naar school ging, heb ik een poosje gewerkt voor een webwinkel in hobbyspullen, maar van lieverlee werd het bedrijf groter en was het nodig om meer bij te springen. Nu draait het hele gezin mee in het bedrijf. Onze jongste twee zoons zitten in een maatschap. De oudste twee kinderen werken elders, maar helpen mee als het hier druk is. Het mooie is dat ieder zijn of haar voorkeuren heeft wat werk betreft. Dat gaat heel natuurlijk. Ook de vriendin van onze jongste zoon vindt het erg leuk om mee te helpen op het bedrijf, hoewel ze helemaal geen agrarische achtergrond heeft. Ze heeft zelfs haar trekkerrijbewijs gehaald.” André en Marjo vinden het belangrijk dat hun jongste zonen eerst ergens anders gaan werken. “Ze doen daar kennis op en leren er met verschillende mensen en situaties omgaan. Die ervaring kunnen ze later toepassen in het eigen bedrijf. We hebben geen vaste medewerkers. Wel een paar ZZP’ers. En een paar mensen uit het dorp die enkele avonden in de week komen helpen. Daarnaast zijn we een erkend leerbedrijf en hebben we regelmatig stagiaires. Dat is en win-winsituatie. Dingen lopen dan anders dan je zelf zou doen en dat zet je aan het nadenken. Het houdt je scherp.”

Verschillende locaties

Het bedrijf van de familie Van den Oudenrijn telt 275 koeien en is verspreid over verschillende locaties. “We hebben sinds vorig jaar ook nog een bedrijf met ouder jongvee op een paar kilometer afstand”, vertelt André. “Daarnaast is er een jongveebedrijf in Oudenbosch en hebben we nog grond in Schalkwijk.” Hoe hij zijn aandacht over die verschillende bedrijven verdeelt? “Ik kan veel dingen op afstand doen en af en toe ga ik naar Brabant. Mijn broer woont op de boerderij in Schalkwijk en zorgt daar voor het bedrijf. Het is veel plannen en vooruitzien, dat leren we de kinderen ook. Niet alles gaat vanzelf. Communicatie is daarbij erg belangrijk: waarom maken we bepaalde keuzes en hoe kunnen we dingen verbeteren?”

Drukke dagen

De dagen van de familie Oudenrijn zijn goed gevuld, vertelt André. “Om vijf uur ’s ochtends gaat de wekker. Dan gaan we melken en de kalfjes voeren. Daar zijn we tot een uur of negen mee bezig. Dan is het tijd voor koffie en een boterham. De rest van de ochtend en de middag gebruiken we voor het voeren van de koeien, voor onderhoud op het bedrijf, maar ook voor bijvoorbeeld gesprekken en andere dingen die tussendoor gedaan moeten worden. Om zes uur ’s avonds wordt er weer gemolken en daarna zijn we bezig met het voeren van de kalfjes en de koeien. We zijn meestal rond half tien klaar.” Het is druk, maar wel anders dan in het verleden, geeft Marjo aan. “Nu de kinderen ouder zijn, pakken ze veel over. We hebben een groepsapp met het hele gezin, zodat iedereen weet wat er speelt, ook de oudsten die wat minder betrokken zijn bij het bedrijf. Onze jongste zoons hebben ieder hun eigen voorkeur: Sjoerd is graag bezig met de koeien en alles wat daarbij hoort, terwijl Wilco veel weet over de teelt en over machines. Toch kunnen ze elkaars taken moeiteloos overnemen en dat is ook belangrijk.”

Altijd thuis

Op vakantie gaat het gezin Van den Oudenrijn niet. “Dat hoeft niet echt voor ons. De kinderen hebben de ruimte leren waarderen en nu ze ouder worden gaan ze zelf op vakantie of plannen ze een stage in het buitenland. We vinden het belangrijk dat de kinderen naast school en werk ook vrije tijd hebben. Het is hun eigen keuze om mee te helpen in het bedrijf, we hebben ze dat nooit verplicht.” Bij een melkveebedrijf lopen werk en privé altijd door elkaar, zeggen André en Marjo. “Voor de jongere generatie ligt daar wel een stukje bewustwording. Toen onze dochter een jaar of vier was, ging ze eens bij een vriendinnetje in het dorp spelen. ‘Mijn vader komt me ophalen’, vertelde ze aan de moeder van dat meisje, waarop die reageerde: ‘Ik denk dat je vader aan het werk is.’ ‘Nee hoor’, zei onze dochter stellig. ‘Mijn vader heeft geen werk, die is altijd thuis.’ Dat was voor haar een vanzelfsprekendheid.”

Spilfunctie

Melkveebedrijven hebben het niet gemakkelijk nu de problemen rondom stikstofuitstoot de nodige vragen oproepen. Demonstreren ligt echter niet in de aard van de familie Van den Oudenrijn. “We kijken liever naar de mogelijkheden die er zijn en zijn als bedrijf al meer dan tien jaar bezig met het ontwikkelen van een totaaloplossing. Die plannen hopen we in de toekomst breder uit te rollen.”

Een gezinsbedrijf heeft een spilfunctie en is de meest ideale situatie om arbeidspieken en calamiteiten op te vangen, vinden André en Marjo van den Oudenrijn. “Het is onvoorstelbaar hoeveel werk je met elkaar kunt verzetten op een dag.” Dat de twee jongste zoons werkzaam zijn op de boerderij, wil nog niet zeggen dat ze het bedrijf in de toekomst zullen overnemen. “Ze groeien mee in de ontwikkeling en de mogelijkheid is er, maar dat moet echt hun eigen keuze zijn”, benadrukt André. “Het is een complex bedrijf en dat is voor één persoon best pittig. Nu vullen de jongens elkaar aan. Als ze het bedrijf niet overnemen, sta ik daar neutraal in. Je moet er echt voor de volle honderd procent voor gaan en offers brengen om daarnaast ook iets voor jezelf te doen.” Hij lacht even. “Een gezinsbedrijf is een way of life; je moet er in geboren zijn, anders is het moeilijk te begrijpen.”

Meer informatie over de familie Van den Oudenrijn en hun bedrijf is te vinden op hun Facebookpagina: André Marjo Vd Oudenrijn.

twee keer per dag worden de koeien gemolken.
Afbeelding
Een overzichtsfoto van het melkveebedrijf.
Afbeelding