Afbeelding

Klaas Kok runt melkveehouderij de Tilse Knip

"Veehouderij is topsport"

STAD AAN ’T HARINGVLIET - Met honderddertig melkkoeien is de Tilse Knip iets groter dan het gemiddelde veehoudersbedrijf in Nederland. “Bij elke generatie zie je een verdubbeling van het aantal koeien”, zegt Klaas Kok van het familiebedrijf in de polder bij Stad aan ’t Haringvliet. “Mijn opa had vijfentwintig koeien, mijn vader vijftig en wij gingen naar honderd nadat we op Goeree-Overflakkee waren gekomen.” Die schaalvergroting was steeds nodig om het bedrijf rendabel te houden.

Door Kees van Rixoort

“Waar die naam vandaan komt? Nou, dit is de Tilse polder, dus dat is logisch. Maar waar die Knip vandaan komt, dat weet ik niet. Dan moet je bij de vorige eigenaar zijn. Die heeft de naam verzonnen”, zegt Klaas Kok.

“Wij zijn hier in 2009 begonnen. Vanuit Nieuw-Lekkerland in de Alblasserwaard. We zaten vlak bij de molens van Kinderdijk. De percelen waren daar smal en we hadden grond op vier plaatsen. Dat is met koeien niet makkelijk… Hier is het beter.”

Up-to-date

De verhuizing van de Alblasserwaard naar Flakkee kreeg zijn beslag toen het waterbedrijf een groot gedeelte van de huiskavel in eigendom wilde krijgen: het gedeelte met putten voor de waterwinning. “Het was lastig om daar door te boeren”, blikt Klaas Kok terug. “Dus we moesten op zoek naar een nieuwe locatie. Die vonden we hier. Het was een up-to-date bedrijf van een boer die geen opvolging had.”

Meer melk

Uiteraard waren er verschillen. “In Nieuw-Lekkerland hadden we een grupstal, terwijl de koeien hier los lopen in de stal. Qua dierenwelzijn is dat beter. De grondsoort verschilt ook: we zijn van het veen naar de klei gegaan. Ook dat is een verbetering. De koeien doen het beter, ze geven meer melk. Dat heeft zeker te maken met de lichte kleigrond hier. Voor het mooi zou die nog iets zwaarder mogen zijn. Ze zeggen weleens: voor alles wat in de grond zit, moet de grond licht zijn en voor alles wat óp de grond staat – ook koeien dus – is zware grond beter.”

Wel was het zo, dat Kok in de Alblasserwaard minder vaak gras hoefde te zaaien. Als de koeien de natte wei daar ‘helemaal zwart en kaal’ hadden gelopen, kwam het gras vanzelf weer op. Op de kleigrond van Flakkee is dat niet het geval, daar is gras zaaien regelmatig noodzakelijk. En dat terwijl de Stadse veeboer hier iets ‘zuiniger’ is met de beweiding.

In de wei

“Sowieso lopen de koeien hier van het voorjaar tot het eind van de zomer in de wei. Nu heb ik ze pas begin november naar binnen gehaald, al stonden ze in september – toen het zo nat was – ook op stal. In de wei, dat is lekker voor de koeien. Maar economisch gezien is het beter om ze op stal te houden. Buiten is het regelmatig te warm of te nat, of er is te weinig gras, of te veel… Niets is zo moeilijk als grasland managen. Trouwens, in de zomer geven we de koeien de keus: in de wei of in de stal. In de stal ligt het voedsel voor het grijpen. En als het warm is, is het daar heerlijk door de ventilators die we hebben aangebracht. Fantastisch is dat.”

Melkpoeder

De koeien op de Tilse Knip zijn Holsteiners, ook wel gekruist met het ras Montbéliarde. “Je bent gebaat bij een koe die probleemloos oud wordt”, zegt Klaas Kok daarover.

In 2009 kwamen er vijftig koeien in de veewagen van Nieuw-Lekkerland naar Stad aan ’t Haringvliet. Drie jaar later breidde het bedrijf de veestapel en de stalruimte uit toen het melkquotum werd afgeschaft. “En toen zijn we weer teruggefloten…”, zucht de Stadse veehouder, die de melk levert aan een wereldwijd opererende poederfabrikant in Gorcum.

Bedreiging

Melkquotum, mest, Natura 2000, stikstof – alle regels maken het er niet makkelijker op. Ook bij de Tilse Knip wappert de boerenprotestvlag en staat een bord ‘Te koop’ van ‘makelaardij Van der Wal’. Klaas Kok is een voorstander van wat hij publieksvriendelijke acties noemt. “Gelukkig hebben we de gemeente Goeree-Overflakkee mee”, zegt hij.

Het stikstofbeleid noemt hij een regelrechte bedreiging. “Bij zeventig procent minder, is dit bedrijf niet rendabel meer. Dan is het einde oefening.” Op dit moment is er nog geen duidelijkheid over hoe het beleid verder vorm gaat krijgen. “Dit gezeur moet niet te lang duren, het wordt tijd dat er duidelijkheid komt.”

Manier van leven

Kok hoopt op een vervolg waarin hij de veehouderij kan voortzetten, want het is zijn lust en zijn leven. En dat geldt ook voor zijn vrouw en zijn vier kinderen, die stuk voor stuk helpen bij het runnen van het boerenbedrijf.

“Dit is geen beroep, maar een manier van leven. Je bent er zeven dagen in de week mee bezig, daar komt het op neer. ’s Morgens om half zes melken, ’s avonds om half zes melken – het komt altijd terug. Elke dag. Maar het is een mooi, vrij leven – als je niet aan de regeltjes denkt. Je bent in de natuur bezig, je werkt met dieren en je zet het bedrijf voort, van vader op zoon”, zegt Klaas Kok. “Weet je wat de veehouderij is? Topsport. Als je goed bent voor de koeien, zijn de koeien goed voor jou.”