Bestandsinformatie:
Bestandsinformatie: Foto: Jaap Peeman

‘Je merkt dat je bij een familiebedrijf binnenkomt’

Als jong meisje hielp ze al mee in het hotel-restaurant van haar ouders. Afwassen, stofzuigen – wat kinderen thuis doen. Thuis, zo voelde het. En zo voelt het nog steeds, nu Melody Jongerling-de Puy hotel-restaurant Lely zelf runt. Samen met Jeroen, haar echtgenoot.

Dertig jaar geleden, begin jaren negentig, begonnen Leo en Lydia de Puy een pension met fiets- en kanoverhuur aan de Kaai in Oude-Tonge. Ze noemden hun familiebedrijf Lely, waarin hun voornamen zijn verwerkt. De naam verwijst ook naar het water, naar de Krammer, waar de gehuurde kano’s vaak te vinden waren. Leo de Puy gaf ook les in kanoën.

Ook vanwege de kano’s is in het logo van hotel-restaurant Lely een waterlelie verwerkt. Van kano- en fietsverhuur is echter al vele jaren geen sprake meer. “Het was niet meer te combineren”, vertelt Melody. “Het werd steeds drukker. Het pensionnetje met een ontbijtzaaltje groeide uit tot een hotel en we begonnen ook met lunches en diners. Het terras trok steeds meer mensen in de zomer.”

Toeristen

Dat de zaak groeide verklaren Melody en Jeroen uit de prachtige locatie, dicht bij Brabant en Zeeland. Voor wielrenners of motorrijders die een rondje rijden is hotel-restaurant Lely een ideale locatie om even wat te eten en drinken. Het toerisme is toegenomen, ook vanuit Duitsland. “Duitse toeristen weten dat ze hier een goed stuk vlees kunnen eten”, zegt Jeroen.

In de winter is het stiller – dan zijn er minder wielrenners, motorrijders en toeristen – maar het werk gaat altijd door. Zeker omdat ook Lely ook vrijwel continu hotelkamers verhuurt aan werklieden die tijdelijk in de omgeving bezig zijn. Én omdat het restaurant het hele jaar rond populair is. Onder normale omstandigheden dan. De pandemie is uiteraard ook aan Lely niet voorbij gegaan. “We hebben gelukkig weer behoorlijk wat reserveringen”, zegt Melody net nadat de maatregelen flink versoepeld zijn.

De groei die het hotel-restaurant heeft doorgemaakt, is goed te zien in de oude keuken. Die is een paar keer uitgebreid. Op het plafond is nog zichtbaar waar voorheen de muren stonden. “Het begon met een gasstelletje, om een ei te bakken. Een bar was er in het begin ook niet, alleen een verrijdbare tap.”

Flinke omslag

Nu is de grote, ultramoderne keuken te vinden in het pand dat Lely in 2004 aankocht en ingrijpend verbouwde Dit ‘nieuwe’ gedeelte van het hotel-restaurant – een voormalige bakkerij, sportschool en kerkzaal – bevat het restaurant, twee zalen, vier hotelkamers en een appartement. Het staat vlak bij het pand waar alles begon en wat ook nog een forse renovatie wacht. Daar bevinden zich zes hotelkamers en twee appartementen.

“Qua uitstraling is er een flinke omslag gemaakt, maar tegelijkertijd is Lely laagdrempelig gebleven”, zegt Melody. Voor haar en Jeroen was die omslag – de vernieuwing van het hotel-restaurant – een belangrijke overweging om de zaak over te nemen van haar ouders, die het na dertig jaar wel mooi vonden en aangaven te willen stoppen.

De overdracht gebeurde in fases vanaf 2018. In 2021 was die compleet. “Midden in coronatijd, een onzekere periode, maar we hadden er drie jaar naartoe geleefd.”

Ze hadden er vanzelfsprekend goed over nagedacht. Melody: “Ik heb de opleidingen voor kok en hotelmanagement gedaan. Een eigen zaak is leuk, maar je bent er wel 24 uur per dag, zeven dagen per week mee bezig. Wil ik dat? Als je voor een baas werkt, ben je aan het eind van de dag thuis en hoef je niks meer. Terwijl bij ons ‘het bedrijfsleven’ altijd doorgaat. We bedachten: als we dit doen, dan doen we het samen.”

Jeroen zegde zijn baan in de Rotterdamse haven op. “Dat was een volcontinu-baan. We zagen elkaar amper”, zegt hij. Nu zien ze elkaar de hele dag en kunnen ze ook voldoende aandacht besteden aan de kinderen, de 8-jarige Ben en zijn drie jaar jongere broer Tim.

Vliegende kiep

Jeroen (33) houdt zich bezig met de bar, het onderhoud en de administratie, terwijl Melody als een soort vliegende kiep fungeert. Koken, serveren, helpen aan de bar, hotelgasten ontvangen, mails beantwoorden – als eigenaar/ondernemer kan ze waar nodig overal moeiteloos inspringen.

Voor Jeroen was werken in de horeca iets nieuws – hij moest er wel even aan wennen – maar zijn vrouw groeide op in het familiebedrijf van haar ouders. “Ze waren altijd bezig in de zaak. Je zag dat je ergens kunt komen als je hard werkt. Als ik uit school kwam, ging ik naar het restaurant. Daar aten we, met het personeel. Het was één grote familie. Toen ik 16 was runde ik de zaak al als mijn ouders er niet waren.”

Zo legde Melody al vroeg de basis voor een pad in het spoor van haar ouders. Haar zus en broer kozen voor andere paden. “Mijn ouders zeiden altijd: je moet doen wat je leuk vindt.” En zo denken Melody en Jeroen ook over de uiteindelijke keus van Ben en Tim.

Werken in een familiebedrijf heeft volgens Jeroen en Melody als voordeel dat je gemakkelijker eerlijk naar elkaar kunt zijn als je het niet met elkaar eens bent. “Soms is een onweersbui nodig om ervoor te zorgen dat je alert blijft.” Positief is ook dat je gebruikmaakt van elkaars ervaring, door de generaties heen. En je maakt in een familiebedrijf keuzes die gericht zijn op de toekomst, zoals het aanleggen een buffer voordat de winter begint.

De overdracht van hotel-restaurant Lely duurde in feite drie jaar. In die periode waren er vier kapiteins op één schip. Twee kapiteins waren aan het afbouwen en de andere twee waren juist aan het opbouwen. “Dat leverde wel eens pittige gesprekken op”, blikt Melody terug. “Lastig om dan zakelijk te zijn.” Verder sta je in een familiebedrijf altijd ‘aan’.

Desondanks: “Bij ons staat het gezin op nummer één. We proberen allebei één of twee dagen per week vrij te zijn en wat leuks te doen met de kinderen. Soms lukt dat niet. Het is altijd druk, maar je krijgt er ook positieve energie van en je bent altijd op zoek naar creatieve oplossingen. We zijn trots op wat we samen hebben bereikt. Je krijgt hier een huiselijk gevoel. Je merkt dat je bij een familiebedrijf binnenkomt. Het is ook een plek voor het dorp, om elkaar te ontmoeten.”


Tekst: Kees van Rixoort

Fotografie: Jaap Peeman


 


Afbeelding
Jeroen en Melody Jongerling-de Puy.