Afbeelding

Complete uitvoering van Bachs Orgelbüchlein

Algemeen

MIDDELHARNIS - Op zaterdagavond 27 mei (20.00 uur), de zaterdag voor Pinksteren, hoopt organist Paul Kieviet in het kader van de serie Bachconcerten (het 82e) het derde Orgelbüchlein-concert te geven. Het is de bedoeling dat het Orgelbüchlein (BWV 599 tot en met 644) van Johann Sebastian Bach in drie concerten integraal wordt uitgevoerd, rond de orgels in de Grote of Sint Michaëlskerk te Middelharnis.

Voorafgaand aan iedere orgelbewerking zal een vocaal ensemble onder leiding van Kees Villerius een bijpassende koraalzetting van Bachs hand uitvoeren. Voor deze koorzettingen wordt geput uit Bachs cantates. Een waardevolle verrijking van het concert!

Johann Sebastian Bach werkte van 1708 tot 1717 in Weimar als hoforganist en kamermusicus. Hij was in dienst van hertog Wilhelm Ernst von Sachsen-Weimar. Ongeveer de helft van alle door hem gecomponeerde orgelmuziek werd hier aan het papier toevertrouwd.

Eén project hield hem gedurende zijn hele verblijf in Weimar bezig: het aanleggen van een gebundelde collectie korte orgelkoralen, gebaseerd op melodieën van het lutherse liedboek. Van de in totaal beoogde 164 voorspelen zijn er 46 voltooid. Het boek is een bonte verzameling van fantastische miniaturen, die met elkaar een uitnemend voorbeeld zijn van Bachs creativiteit. Op de titelpagina gaf Bach zelf aan wat de bedoeling van het Orgelbüchlein is: Dem höchsten Gott allein zu ehren / Dem Nächstendraus sich zu belehren. Het motto van Bachs kunst: tot eer van God en tot nut van de naaste.

In 1908 schreef arts/theoloog/musicus Albert Schweitzer zijn Bach-biografie. Daarin noemde hij het Orgelbüchlein “het woordenboek van Bachs muzikale taal”. Inderdaad weet Bach in deze koralen buitengewoon treffend de tekst van het lied uit te leggen. Bachkenners hebben allerlei verbanden geconstateerd tussen tekst en muziek. Bij het concertprogramma zal een beknopte toelichting hierover worden gevoegd, plus de complete teksten van de te zingen koralen.

Tijdens dit derde concert staan de koralen BWV 631 tot en met 644 centraal. Deze derde groep begint met enkele liederen voor Pinksteren: KommGott Schöpfer, heiliger Geisten Herr Jesu Christdich zu uns wend en Liebster Jesuwir sind hier. Verder bewerkingen over belangrijke thema’s uit het christelijk geloof, zoals de wet (Dies sind die heilgen zehn Gebot), het gebed (Vater unser im Himmelreich), de zondeval (Durch Adams Fall ist ganz verderbt), en de hoop op Gods genade (Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ en Wer nur den lieben Gott lässt walten). 

De Orgelbüchlein-koralen worden omlijst door een vrij werk van Bachs hand: de (“dorische”) Toccata en Fuga in d (BWV 538). Eén van de grote en rijpe orgelwerken van de meester. De Toccata, waar Bach uiterst precies de vele klavierwisselingen heeft aangegeven, is een virtuoos werk dat in veel opzichten is geïnspireerd door de stijl van zijn Italiaanse tijdgenoot Antonio Vivaldi. De Fuga, gebaseerd op een zangrijk thema, combineert op een geniale manier majesteitelijke verhevenheid met een hoge mate van kunstzinnigheid. Een waardig slot van het concert.