Meditatie: Menselijke onmogelijkheid is geen excuus

Lezen: Lukas 14:16-21

‘Niemand kan zichzelf redden’, zegt iemand. Toch lijkt de zaak heel erg op die van de meester die zijn knecht een brief gaf. De knecht was, net als sommige anderen, nogal lui en kwam ermee terug. ‘Waarom heb je hem niet afgeleverd?’ ‘Ik kon niet.’ ‘Kon je de brief niet afleveren?’ ‘Nee, meester.’ ‘Waarom niet?’ ‘Een diepe rivier, mijnheer, er was een heel diepe rivier, ik kon er niet over komen.’ ‘Een diepe rivier? Is daar geen veerman?’ ‘Ik weet het niet, mijnheer, als die er was, was hij aan de andere kant.’ ‘Heb je geroepen: Boot, ahoy?’ ‘Nee, mijnheer.’ ‘Je bent een deugniet, dat is toch geen excuus. Het is waar, je kon de rivier niet oversteken, maar er was iemand die je mee kon nemen, maar je riep hem niet.’ En zo is het ook in uw geval. U zegt: ‘Ik kan mezelf niet redden.’ Dat is waar; maar er is er Een Die dat wel kan en u hebt nog nooit naar Hem geroepen. Want als u tot Hem roept, als uw hart zegt: ‘O Redder, kom en red mij’, en uw geest op Hem vertrouwt, weet Hij hoe Hij u veilig over de diepe rivier van uw zonden aan de andere kant moet brengen. Moge Hij dat met eenieder van u doen. Want wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.

Deze meditatie is ook gepubliceerd in Zondagen met Spurgeon, Apeldoorn, 2019. ISBN: 978 90 8718 1963