Voor u gelezen: 'Ik red me wel'
De achtentwintigjarige Nora woont in Haarlem en werkt als zelfstandig communicatieadviseur. Ze heeft het voor het oog allemaal goed voor elkaar.
Ze hecht sterk aan haar onafhankelijkheid en is een echte ‘workaholic’. Nora leeft voor haar werk en heeft daarbuiten nauwelijks sociale contacten. Nora wil niets liever dan haar eigen boontjes doppen en ze is vastbesloten dat ze ook geen relatie wil. Het voorbeeld dat kreeg van haar ouders is hiervan de oorzaak. Nora was als kind regelmatig getuige hoe haar alcoholistische vader moeder mishandelde. “Ik was een jaar of tien toen ik me heb voorgenomen nooit zo te worden als mijn moeder. Afhankelijk van een vreselijke man, maar te bang, te lui en te onzeker om op eigen benen te staan. En dat voornemen breng ik nu in de praktijk. Ik heb geen man nodig, ik red mezelf wel.”
Na het overlijden van haar oma, erft Nora het zomerhuisje van haar grootmoeder in Twente. Nora mag het huisje verkopen, maar haar oma heeft bedongen dat haar kleindochter er eerst zelf vier weken moet gaan wonen.
Nora besluit naar Twente af te reizen om in vier weken tijd het zomerhuisje op te knappen en klaar te maken voor de verkoop. Buurman Abel is boer op de nabijgelegen hoeve en biedt Nora aan om te helpen bij het klussen. Nora houdt in eerste instantie alle hulp af, maar realiseert zich al snel dat de klus te omvangrijk is om in haar eentje te kunnen klaren. Ze stemt uiteindelijk met tegenzin toe in het ontvangen van hulp. In ruil voor de hulp van Abel zal Nora hem een aantal dagen helpen op de boerderij.
Nieuw begin
Nora en Abel leren elkaar beter kennen en krijgen steeds meer gevoelens voor elkaar. En dat levert door de grote verschillen tussen die twee de nodige problemen op. Abel wil een serieuze relatie met iemand die het boerenleven op waarde weet te schatten. En de ‘stadse’ Nora probeert uit alle macht vast te houden aan haar voornemen geen relatie aan te gaan. Na een gezellig etentje bij vrienden van Abel, vertrekt Nora halsoverkop naar haar appartement in Haarlem. Hier probeert ze haar oude leven weer op te pakken, ver weg van Twente en alle herinneringen aan Abel.
Beiden leren afzonderlijk van elkaar in het reine te komen met het verleden. Pas daarna kunnen ze aan een gezamenlijke toekomst bouwen.
Kenmerken van een feelgoodroman - het genre waaronder ‘Ik red me wel’ valt - zijn dat ze herkenbaarheid geven voor de lezers, vlot weg lezen en een goed einde hebben. Wat deze feelgoodroman een extra dimensie geeft, is dat het geloof een belangrijke rol speelt. Abel en Nora ontdekken wat het betekent te mogen leven van genade en vergeving. En juist deze wetenschap geeft hen de mogelijkheid tot een nieuw begin.
De sfeervolle schetsen van het Twentse landschap met haar karakteristieke boerderijen en natuurgebieden laten zien dat de schrijfster er goed bekend is. Het romantische verhaal van Nora en Abel is daarmee ook een beetje een ode aan deze bijzondere streek.
In 2021 kreeg Leanne met haar feelgoodverhaal een tweede plaats bij de schrijfwedstrijd van Eva en uitgeverij KokBoekencentrum en in 2018 schreef ze maandelijks een column voor Terdege over haar werk bij de politie. ‘Ik red me wel’ is het eerste deel in de serie ‘Weidse liefde’.