Afbeelding

Olaf Westhoeve Nederlands kampioen

Algemeen

SOMMELSDIJK - Wie nationaal kampioen wil worden in een bepaalde tak van sportbeoefening, moet zich daar heel wat offers voor getroosten. Dat geldt zeker voor de duivensport, waar dagelijks vele uren aan dient te worden besteed en waarbij, indien men het grote succes wil nastreven, vrijwel niets aan het toeval mag worden overgelaten.

De jeugdige Olaf Westhoeve is pas vier jaren bezig met het houden van postduiven. Met behulp van zijn vader, die alle vereiste handelingen nauwgezet in een Excel-bestand bijhoudt en Adrie Melaard, die zijn sporen ruimschoots in de duivensport heeft verdiend en Olaf van de nodige adviezen voorziet, heeft de 13-jarige inwoner van Sommelsdijk al diverse mooie prestaties weten te realiseren. Zo won hij reeds in zijn eerste jaar als duivenmelker de hoofdprijs op een wedvlucht vanuit het Noord-Franse Péronne met een duif die hij had gekregen van het duo Van der Linde & Bakker.

‘Wat goed is, komt snel’, schreef wijlen de legendarische sportverslaggever Joris van den Bergh lang geleden, een uitdrukking die zonder twijfel van toepassing is op de gedreven Olaf. Na zijn debuutjaar regen de successen zich in snel tempo aaneen. Uit ‘Kurt’ en ‘Penny’, twee aankopen van het gerenommeerde kampioenenkoppel Gebroeders Leideman, kweekte Olaf een duivin (vrouwtje) met ringnummer ‘072, en een doffer (mannetje), die ringnummer ‘071 droeg. Deze twee supervogels vlogen letterlijk en figuurlijk de pannen van het dak, met liefst 7 eerste prijzen in de eigen P.V. de Combinatie. Ook in groter verband behaalde het duo vele topklasseringen.

Het seizoen 2022 spande tot nu toe de kroon voor Olaf. Hij had zich inmiddels veel van de fijne kneepjes van het (duiven)vak eigen gemaakt. Het schoonmaken van de hokken, het telkens goed observeren van zijn gevleugelde vrienden, de medische verzorging, het veelvuldig trainen van de duiven, allemaal werkzaamheden die thans tot de dagelijkse routine behoren en die Olaf met plezier verricht. De inspanningen betaalden zich dan ook uit, want zijn ‘071, ondertussen uitgegroeid tot de absolute topper van het hok, veroverde zó veel vroege prijzen dat hij uiteindelijk de allerbeste van Nederland bleek op het onderdeel vitesse aangewezen, zeg maar de sprintelite.

Toch een tikkie gespannen reisden Olaf en vader Jaap op zaterdag 25 maart af naar het Utrechtse dorp Eemnes, waar de nationale kampioenen van de duivensport die dag werden gehuldigd. In de knusse zaal wemelde het van de grootheden, stuk voor stuk winnaars van nationale concoursen en kampioenschappen. Toch keken ze allemaal naar dat kleine ventje uit Sommelsdijk, die uit handen van het bestuur van de Nationale Postduivenhouders Organisatie een prachtige beker en sjerp kreeg omgehangen. Daarna klonk het Wilhelmus voor alle winnaars en het moge duidelijk zijn dat vader Jaap, normaal nooit zo emotioneel, toen ’n traantje moest wegpinken.