Fort Prins Frederik vanuit de lucht (Foto: Marc Bolsius).
Fort Prins Frederik vanuit de lucht (Foto: Marc Bolsius).

Zuiderwaterlinie - met Ooltgensplaat - was ongeëvenaard militair meesterwerk

OOLTGENSPLAAT – In een tijd zonder vliegtuigen en raketten kon je een gebied verdedigen door het onder water te zetten. Te inunderen. De Nederlanders maakten er een ware kunst van. Twee van die waterlinies zijn heel bekend: de Stelling van Amsterdam, door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed, en de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het grootste Rijksmonument van Nederland. Maar er zijn er meer. Tussen Bergen op Zoom en Grave ligt de Zuiderwaterlinie. Fort Prins Frederik in Ooltgensplaat is daar een onderdeel van.

Door Kees van Rixoort

Een waterlinie is een lijnvormig militair verdedigingswerk. Met behulp van een ingenieus stelsel van dijken en sluizen kon je het land onder water zetten, waardoor vijandelijke legers met hun paarden en kanonnen niet verder konden. Forten en vestingen maakten zo’n waterlinie nog sterker.

Bondgenoot

Behalve de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie telt ons land bijvoorbeeld de Friese Waterlinie, de IJssellinie en de Grebbelinie, die een hoofdrol speelde in de meidagen van 1940. De waterlinies vormden eeuwenlang de ruggengraat van de Nederlandse defensie. Water was, kortom, een belangrijke bondgenoot.

De Zuiderwaterlinie staat bekend als de oudste, langste en meest gebruikte waterlinie. Voorlopers van de linie dateren uit de vijftiende eeuw. Het is een kralensnoer van vestingsteden, forten, schansen en inundatievlaktes, dat in de loop van de achttiende eeuw is ontstaan in het westen en noorden van Brabant.

Het oudste gedeelte van de Zuiderwaterlinie dateert uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden streed tegen Spanje en de rivieren in Brabant vormden de grens. Die verschoof nogal eens. Om de Spanjaarden buiten de deur te houden realiseerden de Hollanders de Linie van de Eendracht in het westen van Brabant. Dat was in 1582.

Gecoördineerd geheel

Na het Rampjaar 1672 – toen de Fransen, de bisdommen van Keulen en Münster en de Engelsen de Republiek aanvielen – was een versterking van de zuidgrens geen overbodige luxe. De grote vestingbouwer en militair strateeg Menno van Coehoorn kreeg de opdracht om die versterking vorm te geven. Hij deed dat door met inundatiesluizen en forten de Zuiderfrontier te creëren.

De Zuiderfrontier, nu bekend als de Zuiderwaterlinie, was een ongeëvenaard militair meesterwerk. In feite smeedde Van Coehoorn een aantal losse vestingsteden en linies aan elkaar. Het resultaat was een gemoderniseerde en uitgebreide verdedigingslinie van west naar oost: van Tholen naar Bergen op Zoom, langs Steenbergen, Willemstad, Klundert, Breda, Geertruidenberg, Heusden, ’s-Hertogenbosch en Ravenstein tot slot Grave. Er kwam een eind aan de losse bolwerken, de Zuiderfrontier was een gecoördineerd geheel van stellingen.

De Zuiderwaterlinie bestaat uit vijf stellingen: reeksen forten of vestingsteden. Het gaat om de West Brabantse Waterlinie, die voortkwam uit de Linie van de Eendracht uit de zestiende eeuw, de Stelling van Willemstad, het gebied tussen Geertruidenberg en Breda, de vestingsteden ’s-Hertogenbosch en Heusden met hun ommelanden en het landschap rond Grave en Ravenstein.

Tour Modèle

De Stelling van Willemstad bestaat uit de vestingstad Willemstad en vijf forten, drie in Brabant, één in Numansdorp en één in Ooltgensplaat. Drie daarvan zijn in de Napoleontische tijd gebouwd door de Fransen, want die zagen ook wel de voordelen van een waterlinie: Fort Sabina Henrica, Fort De Hel en Fort Prins Frederik. Ze zijn alle drie voorzien van de zogenoemde Tour Modèle, de vierkante Franse verdedigingstoren.

Fort Buitensluis in de Hoeksche Waard is in dezelfde tijd gebouwd voor de verdediging tegen de Fransen. Het Brabantse Fort Bovensluis is later, in 1874, toegevoegd. De belangrijkste taak van de Stelling van Willemstad was het verdedigen van de zeearmen die toegang bieden tot Holland.

Zeven kanonnen

Fort Prins Frederik had vóór het verdrijven van de Fransen in 1813 een andere naam: Fort Duquesne. De Tour Modèle was geschuts- en uitkijktoren in één. De Nederlanders bouwden er in de loop van de negentiende eeuw van alles omheen, zoals geschutsopstellingen, remises, kazematten en een bomvrije kazerne. Begin twintigste eeuw stonden er zeven kanonnen op het fort bij Ooltgensplaat: vijf waren gericht op de rivierfronten en twee op het zuiden.

Na de Eerste Wereldoorlog had Fort Prins Frederik geen strategische betekenis meer. De Duitsers gebruikte het fort in de jaren 1940-1945 als gevangenis en uitkijkpost. Daarna diende het korte tijd als vakantie- en conferentieoord.

Het fort, dat sinds 1973 rijksmonument is, is de afgelopen jaren teruggebracht in de oorspronkelijke staat. De bebouwing op het fort is verwijderd, de ophaalbrug is teruggebracht en de geschutstoren is gerestaureerd. Andere delen van het fort zijn eveneens onder handen genomen. Momenteel is de gemeente Goeree-Overflakkee, eigenaar van Fort Prins Frederik, bezig de exploitatie vorm te geven.

Retranchement

Het gebied rond Ooltgensplaat was ingericht om onder water te zetten en te verdedigen. Diverse onderdelen uit die periode zijn nog zichtbaar, zoals twee van de oorspronkelijke drie redoutes en een retranchement.

De redoutes zijn schansen bij de ingangen van het dorp. Het retranchement is een aarden wal van noord naar zuid, voorheen gesitueerd aan de westelijke grens van de bebouwing en bedoeld om te voorkomen dat Ooltgensplaat zelf onder water zou komen te staan in geval van inundatie. Nu is deze aarden wal een fraai wandelpad, dat dwars door het dorp loopt.


Onder water

De Zuiderwaterlinie is bijvoorbeeld gebruikt toen de Fransen in de jaren negentig van de achttiende eeuw het land wilden binnenvallen. Uiteindelijk ging het mis – voor de Republiek – vanwege het strenge winterweer. De inundatiegebieden en rivieren bevroren en het Franse leger kon zo over het ijs naar het noorden marcheren. Ook tijdens de Belgische Opstand (1830-1839) is de Zuiderwaterlinie gebruikt, als verdedigingslijn tegen de Belgen. Er zijn plekken in Brabant die negen jaar onder water hebben gestaan.

Eind negentiende eeuw is de Zuiderwaterlinie opgeheven als verdedigingswerk. Wel plaatste het neutrale Nederland er tijdens de Eerste Wereldoorlog nog manschappen op strategische plekken. Toen het gevechtsvliegtuig zijn intrede had gedaan, hadden waterlinies geen enkel nut meer.


Uitbreiding Alliantie

De provincie Noord-Brabant, zestien gemeenten en drie waterschappen verbonden zich in 2016 in de Alliantie Zuiderwaterlinie. Samen willen ze de linie beter zichtbaar en beleefbaar maken. Op 10 maart jongstleden maakten de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard officieel bekend dat ze willen toetreden tot de Alliantie. Dat gebeurde in het oude raadhuis van Ooltgensplaat.

Oude afbeelding van het fort.
De poterne of toegangspoort van het fort.
Een ander fort in de Stelling van Willemstad: Fort Sabina Henrica (Foto: Marc Bolsius).
De geschutstoren in vroeger tijden.
De gerestaureerde geschutstoren.
De werkzaamheden zijn aan de gang (Foto: Martijn Lambert).
De werkzaamheden zijn aan de gang (Foto: Martijn Lambert).