Afbeelding
Foto:

Column: Balsport

Honden die niet achter een bal aan rennen, ze bestaan echt. Het sprekende of liever gezegd blaffende voorbeeld daarvan woont al zo’n vijf jaar bij ons in huis. Het is echt niet zo dat Tommie niet van een spelletje houdt. Hij vindt het geweldig om verstopte hondensnoepjes te zoeken en van tijd tot tijd met andere honden te spelen in het bos of op het strand. Maar achter een bal aan rennen? Ho maar!

Bij sommige hondenbaasjes dringt het maar langzaam door dat Tommie en balspelletjes niet samengaan. Ze doen verwoede pogingen om hem toch aan het rennen te krijgen. Een paar weken geleden kwamen we tijdens onze uitlaatronde een Rotterdamse dame met haar hond tegen. Tommie en de bruine labrador vonden elkaar wel interessant. Er werd volop aan elkaar gesnuffeld en door het gras gerend. De mevrouw liet me de afgekloven tennisbal zien die ze in haar hand had en verzuchtte lachend: “Ik kan wel bezig blijven. Fijn dat-ie nu even met een andere hond speelt, heb ik even rust”. Op mijn antwoord dat “die van ons niet achter ballen aan rent” trok ze verbaasd haar wenkbrauwen op. “O nee, joh? Echt niet? Kijken of ik hem zover kan krijgen!”

Tommie, inmiddels alweer uitgespeeld, was bezig de vele molshopen in het gras te bestuderen. Bij elk exemplaar tilde hij zijn poot even op. De labrador scharrelde tussen het riet aan de slootkant. “Kijk eens, Tommie!” riep de dame enthousiast. Ze wachtte even tot ze Tommie's aandacht had en gooide toen met een stevige zwaai de tennisbal weg. Haar eigen hond kwam met veel kabaal uit het riet gestoven en snelde er achteraan om de bal te vangen voor hij de grond raakte. Zo niet onze Tommie. Hij draaide de dame zijn witte achterwerkje toe en keek de labrador na met een blik die boekdelen sprak: ‘Jij spoort niet’. De Rotterdamse schudde teleurgesteld haar hoofd en krabbelde Tommie maar eens vriendelijk achter z’n oren. “Vind je dat nou echt niet leuk? Ik snap er niks van, maar ja, ieder z’n ding, hè.” Ze raapte de kwijlerige tennisbal op, die de hond inmiddels voor haar voeten had gedeponeerd en stak hem in haar jaszak. We wandelden verder, Tommie en ik de ene kant op, de dame met haar hond de andere. Tommie keek niet meer om. Ik denk dat de fokker waar hij vandaan komt een voetbalhater is en dat het hem met de paplepel is ingegoten: achter een bal aan rennen? Nutteloos vermaak.