Afbeelding

Ministeriële aandacht voor het eiland

Aandacht van twee ministers. Dat was de score voor Goeree-Overflakkee afgelopen week. De een om een belofte na te komen, de ander in het kader van de renovatie van de Haringvlietbrug.

Over de aandacht van minister Mark Harbers voor het eiland kunnen we kort zijn: die ging in gesprek met ondernemers van Goeree-Overflakkee en uit de Hoeksche Waard over de gevolgen van de afsluiting van de Haringvlietbrug, komende zomer. De vrees dat dit een enorme impact zal hebben op met name ‘dagjesmensen’, mag inmiddels bekend zijn. Een uur extra reistijd als je twee weken naar Ouddorp op vakantie gaat, dat nemen toeristen nog wel voor lief. Voor een dagje strand is de kans groot dat heel veel mensen voor andere stranden dan die van ons eiland kiezen.

Harbers kwam met het eerlijke verhaal, maar gaf de ondernemers het gevoel dat ze eindelijk gehoord worden, zo blijkt uit hun reactie op het bezoek (zie elders in deze krant). Zeker van een VVD-minister mag je verwachten dat hij oog heeft voor de belangen van ondernemers, tegelijk is renovatie van de Haringvlietbrug hard nodig. Het verschil van inzicht zie je wel steeds terugkomen. In Den Haag (kabinet én provincie) kijkt men breder dan alleen de regio, terwijl ondernemers toch vooral gericht zijn op hun eigen gebied. Dat verschil van inzicht zal niet veranderen, wel is het goed dat Harbers in gesprek is en blijft met de regio-ondernemers. In overleg is vaak meer mogelijk, en als er één groep creatieve oplossingen kan bedenken, dan zijn dat toch de ondernemers. Waar het toe gaat leiden is afwachten, maar de juiste stappen worden gezet.

Dan het bezoek van die andere minister, Wopke Hoekstra. Als je heel kritisch bent, kun je je afvragen waarom een minister van Buitenlandse Zaken zich bemoeit met lokale aangelegenheden in Oude-Tonge. In beginsel is en blijft het natuurlijk raar: landelijke politici die zich bemoeien met lokale zaken waar ze nauwelijks kennis van hebben. Of lokale partijen die op de voorbijrijdende trein springen van een partij die het op dat moment goed doet in de peilingen. Je ziet de bekende gezichten uit Den Haag dan ook vooral langskomen in verkiezingstijd. In dat opzicht was het bezoek van Hoekstra slim gepland door de eilandelijke CDA-afdeling. En het werkt, want een dergelijk bezoek wordt eigenlijk altijd opgepikt door de lokale en regionale media.

Toch is er meer te zeggen over het bezoek van Hoekstra. Dat was niet alleen ‘handig gepland’ in verkiezingstijd, maar ook een belofte die werd nagekomen. Het CDA scoorde bij de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar immers zeer goed, terwijl het de partij in heel veel andere gemeenten een stuk slechter verging. Dan verdien je als lokale afdeling ook gewoon de aandacht van landelijke partijkopstukken.

Een derde belangrijke component van het bezoek is dat de minister nog maar een keer werd ingeprent dat de belangen van ‘het platteland’ niet minder zwaar zouden moeten wegen dan die van de Randstad. Bijvoorbeeld als het gaat over leefbaarheid. Denk aan de terugtrekkende bewegingen in het openbaar vervoer. Hoe duidelijk het (financiële) verhaal ook mag zijn, feit is en blijft dat scholieren uit bijvoorbeeld Herkingen nog altijd niet of nauwelijks met de bus naar school kunnen. Ook andere voorzieningen in de kleine kernen komen steeds verder onder druk. Maar ook het schrijnende gebrek aan inzicht dat boeren heel belangrijk zijn voor het platteland én het hele land, terwijl ze vooral worden weggezet als milieuvervuilers en natuurhaters.

Als Hoekstra die boodschap kan overbrengen bij zijn collega’s in kabinet en Kamer, was het bezoek hoe dan ook nuttig.