OM vraagt opnieuw vrijspraak voor verdachte van verkrachting uit Middelharnis

MIDDELHARNIS - Het Openbaar Ministerie vraagt de rechter opnieuw om een 63-jarige inwoner van Middelharnis vrij te spreken van verkrachting van zijn vriendin in een vakantiewoning in Frankrijk. Eerder veroordeelde de rechtbank in Rotterdam hem toch tot een celstraf van anderhalf jaar, maar ook in hoger beroep meent het OM dat er te weinig bewijs is tegen de man. 

Door Persbureau Cerberus

De zaak is ruim zeven jaar oud. In december 2015 verbleven de man en vrouw in hun vakantiehuis in de Franse Vogezen, terwijl hun relatie op een einde liep. Ze hadden er nog een keer seks. Het ging er behoorlijk ruig aan toe. De vrouw verklaarde naderhand dat ze werd geslagen en gebeten, en dat ze een prop in haar mond gedrukt kreeg. Ook zou hij de hand van de vrouw hebben gepakt en de vingers daarvan in haar geslachtsdeel hebben geduwd. Dat kwam volgens de rechtbank neer op een verkrachting. 

De man ontkende dinsdag bij het gerechtshof in Den Haag dat hij dat had gedaan. Hij gaf wel toe dat er seks had plaatsgevonden. “Maar toen ze aangaf het niet op prijs te stellen, ben ik ermee gestopt.” Volgens de verdachte had hij de grenzen van de vrouw niet overschreden. Ze speelden een rollenspel, waarin hij streng deed, maar dat wilde niet zeggen dat ze gedwongen werd tot seks.

Daar dacht de vrouw duidelijk anders over. Ze vertelde dat er de bewuste nacht fors geweld tegen haar is gebruikt. Ze vond dat haar ex-vriend eigenlijk vervolgd had moeten worden vanwege een poging tot doodslag. “Ik ben getekend voor het leven, ik ben nooit meer de oude geworden”, zei ze tijdens de zitting bij het gerechtshof.  

Tijdens de zitting bij de rechtbank in Rotterdam in mei 2021 vroeg de officier van justitie al om de man uit Middelharnis vrij te spreken vanwege te weinig bewijs. De aanklager bij het Haagse gerechtshof kwam dinsdag met hetzelfde verzoek. “Ik weet niet wat ik met deze zaak moet”, zei hij. 

De rechtbank veroordeelde de man op basis van onder meer een telefoongesprek tussen de man en vrouw de dag na de bewuste nacht. Daarin zou de man zijn excuses hebben aangeboden. De vriendin had dat gesprek zelf opgenomen. Ze zou volgens de aanklager bij het hof “sturende” vragen hebben gesteld aan de verdachte. Daarom kon dat gesprek niet als bewijs dienen voor de beschuldigingen van de vrouw.