Afbeelding
Foto:

Column: Verkeerde letter

Ik had het me vast voorgenomen: dit jaar worden er geen schoenen gezet. Ten eerste omdat onze kinderen de overtuiging dat Sinterklaas de cadeautjes brengt al lang ontstegen zijn, en ten tweede omdat mijn jongste zoon vorig jaar maar matig enthousiast reageerde op alles wat ik in zijn schoen stopte. 

Toen ik dit kloeke besluit thuis mededeelde, stuitte ik op een golf aan protesten. "Dat kan je niet maken, mam! Dat is een familietraditie!" Tegen zoveel verontwaardiging kon ik niet op en ik ging overstag. "Oké dan, vanavond mogen jullie je schoen zetten."

In de supermarkt graaide ik last minute vier chocoladeletters bij elkaar. De goeie waren natuurlijk weer op, dus als alternatief kocht ik de letters van de tweede voornamen van mijn nakomelingen. 's Avonds voor ik naar bed ging, dacht ik er gelukkig nog net op tijd aan om het lekkers in de schoenen te stoppen, die op volgorde van maat 35 tot maat 40 op de deurmat stonden te wachten.

De volgende morgen keek mijn jongste zoon niet blij. Hij liet zijn chocoladeletter in de verpakking zitten en draaide hem om en om. Ik zei niets en hij ook niet. Mijn oudste dochter was iets minder subtiel. "Vind je je cadeautje niet leuk? Heeft mama zo haar best gedaan en jij loopt weer te mopperen. Dat komt zeker omdat het niet de letter van je voornaam is." "Ik vind het wél leuk!" ontplofte mijn jongste zoon. "Je snapt er niks van!" Kwaad stampte hij de trap op en trok zich met zijn chocoladeletter terug op zijn hoogslaper. Ik ging hem achterna. "Wat is er, vent? Waarom ben je nou zo boos?" Mijn jongste trok zijn dekbed over zijn hoofd en mompelde iets onverstaanbaars.

Ik haalde net adem om een preek over dankbaarheid te beginnen, toen hij weer boven de dekens verscheen. "Weet je waarom ik het niet leuk vind, mama? Ik kan hem niet opeten, want heb een losse tand!" Nu ging mij een licht op. Met een losse tand een knetterharde chocoladeletter eten, valt beslist niet mee. En dat is zuur, zeker als je dol bent op chocolade. Ik trok mijn zoon uit zijn bed. "Daar gaan we iets aan doen: kleine stukjes maken." Mijn jongste knikte opgelucht en voegde meteen de daad bij het woord door de letter (gelukkig nog in het zakje) zo hard op de grond te slaan dat er een soort van grove hagelslag overbleef. Tevreden stopte hij een paar stukjes in zijn mond. "Dankjewel, mama. Vanavond ga ik weer mijn schoen zetten."