Meditatie: Veilig in Jezus' armen

Lezen: Ezechiël 18:21-24

Als ik denk aan sommigen van u die niet gered zijn, voel ik mij een beetje als de jongen over wie ik in de krant las. Er waren twee knapen op de grote rotsen van het eiland Lundy, in het Kanaal van Bristol. Ze waren op zoek naar de eieren van zeemeeuwen. Een van hen daalde een heel stuk de klip af en verloor zijn evenwicht. En toen zijn broer, die een zwakke stem hoorde, naar beneden keek, zag hij dat hij zich vastklampte aan een uitstekende steile rotspunt en tevergeefs naar een plaats voor zijn voeten zocht. Daar stond de angstige broer, geschrokken en verlamd van angst, niet in staat om zijn jongere broer beneden te helpen. Al snel verloor de jongen zijn houvast en viel te pletter in de diepte. 

Ik voel me enigszins als die geschrokken broer, alleen is er dit gelukkige verschil: ik heb nog hoop voor u, en u mag nog hoop hebben voor uzelf. U klampt zich misschien aan een valse hoop vast en probeert rust te vinden waar deze niet te vinden is. Maar de krachtige Engel van het eeuwige Evangelie staat deze morgen vlak onder u, roepend: ‘Val nu neer, val eenvoudig in Mijn armen, Ik zal u opvangen en veilig dragen.’ Die Engel is de Engel van het verbond, de Heere Jezus Christus. U zult voor eeuwig te pletter vallen, tenzij u in Hem rust. Werp uzelf maar op Hem, ik smeek het u. Dan zult u, als u veilig en ver van elk gevaar bent weggedragen, de genade van God grootmaken en het glorieuze Evangelie verkondigen.

Deze meditatie is ook gepubliceerd in Zondagen met Spurgeon, Apeldoorn, 2019. ISBN: 978 90 8718 1963