Afbeelding

Vervolg van de voorpagina: PM-leerlingen denken na over technologische ontwikkelingen

Volgens Lensen is robotisering een maatschappelijke noodzaak. “We gaan naar een periode met een kleinere werkende generatie. Maar we leven wel in een mondiale 24-uurs-economie. Er is dus hulp nodig om elkaar van dienst te kunnen zijn. Trouwens, nu al zijn er tekorten aan medewerkers, bijvoorbeeld in de zorg en in het onderwijs. Het is fijn als er dan technologische ondersteuning is. En dat geldt ook voor zwaar werk.”

Een filmpje van het magazijn van Alibaba, maakte duidelijk dat er 70 procent minder mensen nodig zijn als robots het werk overnemen. Robots kunnen bovendien zonder problemen 500 kilo dragen en zijn super precies. Daarom kunnen ze ook heel nauwkeurig een medische operatie uitvoeren, met minder kans op complicaties. Beroepen als magazijnmedewerker, vakkenvuller, ober en chauffeur zouden op den duur kunnen verdwijnen, luidde de verwachting van de leerlingen.

Andere vormen van robotisering komen dichterbij. Google Assistent kan een afspraak voor je maken bij de kapper. Thuis kan de robotstofzuiger de vloeren schoonmaken. Als je ’s morgens uit bed komt, staat de koffie voor je klaar en komen de broodjes versgebakken uit de oven.

Grenzen

Grenzen zijn er ook, en daar moet je zelf over nadenken, was de boodschap van Helma Lensen. Ze noemde ‘de zachte kant’: “Als je omringd bent door technologie, wie gaat er dan echt met je praten?” Voor robot Pepper was de conclusie helder: “Zo voorspelbaar als wij zijn, zo onvoorspelbaar zijn jullie. Ik denk dat we elkaar goed aanvullen.”

Nog meer stof tot nadenken kregen de leerlingen mee van Martin Aarnoudse. Zijn stichting Techthics benadert het gebruik van technologie vanuit Bijbels perspectief. Hij presenteerde een aantal robots op het scherm, waar op zich “niks mis mee is”. Zoals de sociale zorgrobot Tessa, die aangeeft wanneer je je medicijn moet innemen, rollatorrobot Lea, die ervoor zorgt dat je langer zelfstandig kan blijven lopen, en My Spoon, een robotarm die je helpt met eten. Aan de therapeutische robot Paro, die eruitziet als een zeehondje, kun je verknocht raken, of er zelfs verliefd op worden.

Aarnoudse: “Individueel gezien is er weinig mis met deze robots, maar alles bij elkaar… als alles wordt verzorgd door robots, dan verdwijnt de mens en heb je straks misschien wel volledig geautomatiseerde verzorgingshuizen. Daar gaat ’t wringen. Het is van belang om zelf kritisch na te denken over nieuwe technologie. Doe je alles om het hoogste nut of het hoogste genot te halen? Tot hoever kun je gaan als christen? Hoe maak je een ethische keuze?”

Vertrouwen, hoop

De Bijbel is daarbij een leidraad, stelde Aarnoudse. Hij noemde de Tien Geboden en de Vrucht van de Geest en kwam op basis van deze Bijbelpassages met een aantal indringende vragen.

“Bevordert deze technologie het dienen van God? Stellen we ons vertrouwen erop, onze hoop? Is het gebruik van deze technologie een bevordering of een bedreiging van de waarde van het leven? Welke verslavende werking gaat ervan uit? Verliefd worden op een zeehondje (robot Paro), kan dat wel? Is het gebruik van technologie gericht op jezelf of op de ander? Bevordert het de menselijke relaties, of creëert het afstand tussen mensen? Zorgt het gebruik voor verwarring en onrust, of voor harmonie, rust en vertrouwen? Allemaal vragen die je moet stellen. Als christen zal je steeds moeten afwegen: kan ik daaraan meedoen of niet? Denk na over de impact van nieuwe technologie.”

Dat nadenken is gestart, in ieder geval in havo 4 van de CSG Prins Maurits.