Afbeelding

Brandweer over natuurbrand Ouddorp: “We hebben verschillende keren van tactiek moeten veranderen’’

OUDDORP - “We hebben er hard voor moeten knokken om het RTM-museum te behouden”, aldus Martin Lugtenburg. Hij is clustercommandant van de brandweer op Goeree-Overflakkee. Naast hem zit Arco Kooijman, beleidsmedewerker Operationele Voorbereiding bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Samen blikken ze terug op de duinbrand van Ouddorp.

Door Erwin Guijt

“De eerste uren van de brand zijn chaotisch, en je hebt het gevoel dat je achter de feiten aanloopt. Toch probeer je dan structuur aan te brengen en het incident onder controle te krijgen.” Zowel Lugtenburg als Kooijman kijken tevreden terug op de inzet van de hulpdiensten, al valt er natuurlijk altijd iets te verbeteren. De inzet wordt momenteel geëvalueerd, het is dus nog te vroeg om te zeggen wat de uitkomsten daarvan zijn.

Slechtste scenario

Tijdens de brand moest er verschillende keren worden overgestapt op een andere tactiek. “Als eerste probeer je de brand gelijk in de kiem te smoren. Als je het namelijk snel uit kan krijgen, voorkom je een boel ellende. In het verleden is dat regelmatig gelukt.” Maar al snel bleek dat het deze keer niet ging lukken. Vervolgens verschoof de focus van offensief (het zo snel mogelijk uitkrijgen van de brand) naar defensief: het vuur houden waar het is en verdere uitbreiding voorkomen. De Punt, de weg tussen de bunkerroute en het vakantiepark, leek daarvoor een geschikte verdedigingslinie. “Ernaast ligt een fietspad, dus dan spreek je over een barrière van zo’n zestig meter.”

Eigenlijk tegen de verwachting in, lukte het de brandweer echter niet om te voorkomen dat het vuur de weg zou overslaan. “Het was zo’n vonkenregen, het waaide er gewoon overheen. Ik stond er wel van te kijken dat het zó snel ging.” Toen trad het volgende scenario in werking, een escalatiescenario. “Er werd opgeschaald naar GRIP-2, omdat het Beach Resort Oasis Punt West wellicht geëvacueerd moest gaan worden. Bij een GRIP-2 gaat een speciaal team zich bezighouden met de effectgebieden: wat zou er bedreigd kunnen gaan worden en wat gaan we doen? De teams ter plaatse kunnen zich dan volledig richten op de brandbestrijding. Je gaat uit van het slechtste scenario, en dan moet je zorgen dat alles zoveel mogelijk klaarstaat.” Ook werden er prioriteiten gesteld. Bijvoorbeeld het veilig houden van het RTM-museum, het restaurant Twins en het nabijgelegen Beach Resort. “Het zegt iets dat er acht blusvoertuigen bij het RTM-museum stonden.”

65 procent

Tegelijk met de duinbrand bij Ouddorp waren er nog twee andere branden in de regio, te weten in Schiedam en Vlaardingen. “Dat vraagt veel coördinatie, zeker omdat je ook rekening moet houden met je dekking in de regio: we moeten kunnen blijven optreden bij andere incidenten. Op een gegeven moment was zo’n 65% van alle beschikbare eenheden in de regio actief. Dat komt zelden voor. Bij de inzet van bijvoorbeeld de blushelikopter van defensie zijn de wensen van het grondteam leidend. Er is veelvuldige afstemming: je wilt niet dat er brandweermensen actief zijn in het gebied waar de helikopter z’n water loost.”

Sowieso was de brandweer erg voorzichtig om brandweerlieden het gebied zelf in te sturen. “De eigen veiligheid van het brandweerpersoneel staat bovenaan.” Er zijn daarom specialisten vanuit Gelderland te voet het gebied ingegaan. “Zij hebben veel meer expertise op dit gebied, omdat dit soort incidenten op de Veluwe vaker voorkomen dan hier.” Rond een uur of acht in de avond was de brand aardig onder controle. “Dan overleg je met alle partijen wat de vervolgstappen zijn. Je hebt elkaar nodig om de juiste prioriteiten te stellen. Want bij zulke grote incidenten speelt er meer dan alleen brand.”

Hittestress

Een voorbeeld daarvan is de evacuatie van het nabijgelegen resort. Het was – in tegenstelling tot wat soms bericht werd – niet noodzakelijk om mensen daar vandaan te evacueren. Lugtenburg: “Het park bleef veilig en bereikbaar. Maar je kunt je voorstellen dat je er niet heel prettig zit als vakantiegast. Voor de mensen die aangaven dat ze liever vertrokken, is er opvang geregeld in het dorpshuis in Ouddorp. Maar het was geen gedwongen evacuatie in de zin van dat ze echt gevaar liepen en weg moesten.” Uiteindelijk zijn er tien personen daar naar toe gegaan.

Ander punt was de logistiek: de brandweermensen moesten natuurlijk afgelost worden. “De ploegen van de kazernes in de buurt stonden al vier uur te buffelen in de hete zon. Die moeten dan even uitblazen, douchen en wat eten. Voor hen in de plek zijn er dan ‘verse’ mensen nodig.” Bij de brand raakte niemand gewond, al had één brandweerman van het eerste uur last van hittestress. Hij maakt het inmiddels weer goed. “De eerste uren heeft er constant een ambulance klaargestaan voor onze eigen mensen, mochten die medische hulp nodig hebben.”

Tot een uur of half drie ’s nachts gingen de bluswerkzaamheden nog door. Ook de dag erna werd op verschillende plekken nageblust, om te voorkomen dat het vuur wellicht nog zou oplaaien. Daarna startte het brandonderzoek. Omdat duinbranden in deze contreien niet zo vaak voorkomen, wordt daar extra veel aandacht aan besteed. Belangrijkste doel is om ervan te leren. “Natuurlijk hebben we heel wat theoretische kennis in huis rondom natuurbranden. Maar zo’n casus als dit biedt dan de gelegenheid om te controleren of het in de praktijk klopt. Ook landelijk is er interesse voor dit incident en de afwikkeling daarvan.” Het onderzoek is dan ook uitgevoerd samen met het landelijk expertisecentrum natuurbrandbestrijding.

Oliehoudende struik

Kooijman licht toe: “Een jaar of zes geleden is er bij de VRR een regionaal risicoprofiel opgesteld, met daarin bewuster aandacht voor de duingebieden in de regio. Dat zijn er drie in regio Rotterdam-Rijnmond: Ouddorp, Rockanje en Hoek van Holland. Duingebieden hebben een aantal bijzondere eigenschappen, zoals slechte toegankelijkheid en weinig mogelijkheden tot waterwinning dichtbij. Dat soort zaken gaan we voorbereiden in de planvorming. Wat kunnen we, binnen ons budget, doen om nog beter op duinbranden voorbereid te zijn?” Concreet zijn er bijvoorbeeld ‘straalslangen’ aangeschaft, waarmee een watergordijn van acht meter hoog kan worden gemaakt. Ook zijn er vuurzwepen en waterzakken bij de posten op de kop van het eiland geïntroduceerd, en is de bemanning van die posten daarvoor opgeleid.

“Daarnaast gaat het om kennis van de gebieden – waar kun je water winnen – en hoe de brand zich in een natuurgebied kan ontwikkelen. Duindoorn is bijvoorbeeld een oliehoudende struik. Die gaat in één keer in de hens. Levensgevaarlijk als je dat niet weet en als brandweerman tussen de duindoorns gaat staan blussen.” Oftewel: je moet de technieken en tactieken kennen. In de regio Rotterdam-Rijnmond wordt eens per twee jaar in een duingebied geoefend. Eens in de zes jaar is dat dus op Goeree-Overflakkee. De laatste was in 2020, vlakbij de vuurtoren van Ouddorp.”

Hete uitlaat

Maar de rol van de brandweer is groter dan blussen alleen. “Ook aan de voorkant hebben we een rol. Als een brand voorkomen kan worden, hoeven we ook niet te blussen. Dus proberen we een aanjager te zijn in de gesprekken over brandveiligheid. Dat gaat niet alleen over bestrijdingsplannen, maar ook natuurbeheer: plant je naald- of loofbomen naast de weg? Dat heeft er allemaal mee te maken. Vergelijk het met een woning. Daarin plaats je ook brandmelders, zorg je voor een blusdeken en zijn apparaten gekeurd op brandveiligheid. Dat is allemaal voorbereiding.”

Een ander element van voorbereiding is een stuk bewustwording. Zeker nu droge zomers de laatste jaren steeds meer gemeengoed worden, is het belangrijk dat mensen zich verantwoord gedragen in natuurgebieden. “Het grote publiek denkt wellicht niet dat ze hierbij een rol hebben. Maar toch hebben ze die wel degelijk. We hebben veel partijen nodig om (natuur)branden te voorkomen, en burgers zijn daarbij heel belangrijk. Denk aan auto’s met een hete uitlaat parkeren in de berm, barbecueën in een natuurgebied en het weggooien van peuken. Op dat vlak valt er nog veel te winnen aan bewustwording.”

Luchtfoto van de grote duinbrand van onlangs bij Ouddorp (Foto: www.bjornmierop.nl).