Afbeelding
Foto:

Inwoners praten mee en stellen vragen over project Stad Aardgasvrij

Projectmanager Richard van As-Jacobsson bijt het spits af. “We merkten dat er nog veel vragen leefden. Met name over: wat betekent dit voor mijn portemonnee? Daarom hebben we de draagvlakmeting uitgesteld, om bij iedere woning langs te gaan en mensen een gratis schouw aan te bieden.’’ Het is nog niet bekend wanneer de draagvlakmeting nu zal plaatsvinden. Van As-Jacobsson hoopt dat het dit jaar nog zal zijn, maar durft niet te zeggen of dat lukt. Na het vertrek van Eneco uit het project is er nog geen nieuwe energieleverancier gevonden. Maar: “Als er voldoende draagvlak vanuit Stad is, verwacht ik dat de energieleveranciers in de rij zullen staan.’’

De eerste vragen komen vanuit de zaal. De wetgeving verandert snel, onder andere over het afstappen van aardgas. Wordt het project niet ingehaald door de ontwikkelingen? En hoe efficiënt en duurzaam is het gebruik van waterstof eigenlijk? En: mocht 70 procent van Stad vóór het plan stemmen, moet die overige 30 procent dan mee met waterstof? Om die laatste vraag gelijk maar te beantwoorden: dat klopt inderdaad. Dan gaat het hele dorp over naar waterstof. Een andere bezoeker wil graag weten of die 70 procent die vóór moet stemmen gaat over het totale aantal huizen of enkel over de opkomst. Op een eerdere avond werd gecommuniceerd dat het van het totale aantal huizen was, maar nu wordt daar opnieuw over nagedacht. “Stel dat we een opkomst hebben van 69 procent en 80 procent daarvan is vóór, is het dan eerlijk om de uitslag ongeldig te verklaren omdat die ene procent mist?’’ Hierin overlegd de projectgroep met de gemeente, en ook de gemeenteraad zal erbij worden betrokken.

Emoties en feiten

Vervolgens neemt Mark Snijder van Sprockler het woord. In april dit jaar is er een online vragenlijst uitgezet over project Stad Aardgasvrij. Inmiddels is die door 75 mensen ingevuld. Tijdens de inwonersavond is het de bedoeling dat de mensen met elkaar over de tussentijdse uitkomsten in gesprek gaan. Dat gebeurt in kleine groepen, die allemaal een bepaald hoofdstuk bespreken. In een van de groepen gaat het over informatievoorziening en de participatie van de inwoners. “Die informatievoorziening is goed, er wordt heel veel opgetuigd’’, stelt een inwoner. Een ander: “Wat ze wellicht nog meer kunnen benadrukken, is dat er eigenlijk weinig alternatieven zijn. We zullen met elkaar toch van aardgas af moeten. Nu krijgen we de overgangskosten vergoed. Straks wellicht niet meer. Dus de consequenties zullen mensen wel moeten weten.’’

Een ander groepje valt op dat vooral oudere mensen vóór verandering (de overgang naar waterstof) zijn. Sowieso is de vragenlijst veelal ingevuld door de wat oudere (en relatief hoogopgeleide) mensen. De meerderheid van de invullers staat positief tegenover de overgang van aardgas naar waterstof. Een inwoner: “Wel proef je soms enige argwaan in de verhalen die je in de enquête leest. Persoonlijke benadering is het toverwoord.’’ Ook het kostenplaatje, de betaalbaarheid, is belangrijk. Een inwoner houdt tenslotte nog een pleidooi. “We moeten naar de feiten kijken, en niet de emoties laten overheersen.’’