Afbeelding

Neem en lees: ‘Uw dochters zullen profeteren’

Toch kwam er van allerlei kanten veel kritiek. ‘Laat het eerst maar eens kermis worden’, zeiden sommigen. Dan zal wel blijken dat dit werk niet uit God is geweest. Al lezend wordt duidelijk dat deze critici ongelijk hebben gehad. De zegen van deze geestelijke opleving is niet beperkt gebleven tot de catechisanten zelf. Velen van hun nageslacht hebben gewandeld in hun voetsporen. In het tweede gedeelte van dit boek zijn dan ook veel gegevens opgenomen over het geestelijk leven in een aantal van deze Oud-Beijerlandse/Hoeksche Waardse families. We mogen zelfs na ruim twee eeuwen constateren dat het waar blijft: 'Zijn trouw rust zelfs op ’t late nageslacht.'

In het Woord vooraf geeft de schrijver een verantwoording, hoe hij te werk is gegaan en welke bronnen hij heeft aangespoord. Eerder heeft Prof. dr. F.A. van Lieburg een uitvoerig artikel geschreven over deze geestelijke opleving in Het Historisch Tijdschrift Holland. Hij richtte zich vooral op de gebeurtenissen en de achtergronden daarvan. Hooghwerff wilde meer weten wie deze catechisanten (en hun nageslacht) waren. En… wat is er van hen en hun nageslacht terechtgekomen? Zowel het kerkarchief als het gemeentearchief van Oud-Beijerland stonden hem ten dienste en dat leidde tot verrassende ontdekkingen, die tot verwondering stemden. De schrijver heeft al in het verleden aantekeningen gemaakt, die hij in de loop der jaren over Oud-Beijerland heeft verzameld. Wanneer deze gegevens niet waren vastgelegd, zou dit boek nooit in deze vorm zijn verschenen. De voorspelling dat er van die opleving niets terecht zou komen, is niet uitgekomen. Integendeel, veel nazaten heeft de Heere ook weer als een middel in Zijn hand gebruikt tot opbouw van Zijn Koninkrijk. Vrouwen, die als moeders in Israël tot zegen waren voor hun omgeving. Mannen, die ambtelijk of niet-ambtelijk met zegen werkzaam zijn geweest. Velen die op enigerlei wijze materiaal hebben aangereikt, worden door de schrijver hartelijk bedankt. 

Hooghwerff eindigt zijn Woord vooraf met de volgende woorden: 'De inhoud van dit boek is tot bemoediging van catecheten. Wat een zorg kan er soms zijn over de (levensstijl van) catechisanten. De aantrekkingskracht van de wereld is in 2022 nog veel groter dan die was in 1802. Maar de HEERE is een God van wonderen. Het is dit jaar 220 jaar geleden dat de in dit boek beschreven gebeurtenissen plaatsvonden. Het stemt tot grote verwondering dat er tot op de dag van vandaag nog steeds nazaten van de catechisanten uit 1801-1802 zijn die (begeren te) leven vanuit hetzelfde gedachtegoed. Het is de hartelijke wens van de schrijver dat de Heere vervulle, wat Psalm 103 vers 9 vertolkt: Zijn trouw rust zelfs op ’t late nageslacht.'

Dit boek bestaat uit twee hoofddelen met subhoofdstukken. In een bijlage volgt aan het eind een overzicht van de catechisanten van ds. P.J. Resler seizoen 1801-1802, met soms een uitvoerige beschrijving hoe het hun later is vergaan. De schrijver heeft veel onderzoek en speurwerk mogen doen en is zo gekomen tot dit bijzondere boek. In 87 noten geeft hij aan waar een en ander aan ontleend is.

Enkele fragmenten uit de toespraak die ds. Resler hield op de laatste catechisatieavond:

… Alleen al de klank van het allesomvattend woord ‘godsdienst’ bewijst die reeds: het brengt niet alleen mee het denkbeeld van kennis, maar vooral van vrezen, eren en gehoorzamen van God. De grote Leraar Jezus Christus, de Patroon voor alle onderwijzers, zei daarom eens met reden: Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet. Het met de Goddelijk waarheden net zo gesteld als met medicijnen: die zijn voor de zieken nutteloos als hij ze niet gebruikt. Een menslievend geneesheer zal zich niet vergenoegen met de zieke enkel een recept voor te schrijven, maar zijn best doen dat de zieke de middelen inneemt.

… Maar hij is ook verplicht om zijn leerlingen opmerkzaam te maken op de doordringende invloed welke die waarheden hebben moeten op alle neigingen van het hart en de regeling van de wandel. Met dit gevoel vervuld, heb ik mijn catechisaties onder u steeds zo trachten in te richten, dat ik tussendoor enige praktikale aanmerkingen maakte. Of ik stond, na het behandelen van de waarheid, stil bij het belang daarvan en deed een soort toepassing, eer ik u liet scheiden.

Deze handelwijze heeft een uitwerking gehad die ik nooit had durven verwachten. Immers, daar ik tevoren bijna bij niemand enig zedelijk gevoel van het gewicht der waarheden bespeurde, is er deze winter iets gebeurd wat niet gewoon is. Ik heb niet bij enkelen, maar bij velen van mijn leerlingen de sterkste bewijzen vernomen van de diepe indruk die de waarheid op uw harten maakte. Ik heb opgemerkt met welk een bedaardheid en oplettendheid de meesten van u mijn onderwijs deze winter hebben aangehoord. Ik heb gezien hoe mijn voorstel u de tranen (die de ongeveinsde tolken zijn van de ziel) uit de ogen perste. Ik heb gehoord, uit uw eigen mond gehoord, welke de gevoelens, de aandoeningen uwer harte waren. De ene hoorde ik uit: ‘Ik ben een grote zondares!’ Een ander: ‘Ik zie mijn rampzalige staat!’ Een derde: ‘Wat moet ik doen om zalig te worden?’

Wie geïnteresseerd is in de kleine kerkgeschiedenis en de weg die de Heere houdt met zondaren, ook jonge mensen, die zal in dit boek vinden wat nodig is om zalig te worden. Niet om mensen te verheerlijken, maar hoe God in deze weg aan Zijn eer komt. Neem en Lees, ook de beschuldigingen die geuit werden tegen deze opwekking, maar ook de eerlijke verdediging van ds. Resler in woord en geschrift. B. Hooghwerff heeft een uniek boek nagelaten, niet alleen voor de Hoeksche Waard, maar veel breder.