Afbeelding

Voor u gelezen: Dat deed je gewoon – een eeuw Nederland door de ogen van een 99-jarige

Fred groeit op in een sociaal-maatschappelijk betrokken nest. Als kleine jongen is hij erg geïnteresseerd in het werk van zijn vader die als scheikundige werkt voor bedrijven die zich bezighouden met baksteenfabricage. Zijn vader wordt in de volksmond de ‘kleidokter’ genoemd.

In de jaren dat Fred op de hbs zit sluit hij zich aan bij de NBAS, de Nederlandse Bond van Abstinent Studerenden. Het zich onthouden van alcohol was een levenslange keuze voor Fred.

In de Tweede Wereldoorlog verruilt hij zijn studentenbestaan voor het verzet. Via het Utrechts kindercomité redt hij, samen met anderen, honderden Joodse kinderen van de vernietigingskampen. Van een heldenstatus wil hij niets weten: ‘dat deed je gewoon’, zegt hij hierover.

Na de oorlog trouwt Fred met Jannie. De woningnood is hoog en ze wonen noodgedwongen een paar jaar in een oude boot. Zonder elektriciteit, stromend water of sanitair. Soberheid vindt Fred overigens een deugd die hij zijn hele leven hoog in het vaandel houdt.

De boeiende verhalen over zijn tijd als docent op het Jordan Montessori lyceum in Utrecht wisselt de schrijver af met het vertellen over zijn leven als liefhebbende echtgenoot en vader in een snel veranderende wereld.

Het gezin heeft het niet breed. Maar ze zijn gelukkig met elkaar. Kamperen, wandelen, zwemmen, muziek en lezen zijn favoriete bezigheden in het gezin.

Suriname

Als Fred na een lange onderbreking afstudeert aan de Utrechtse universiteit is de hele familie opgelucht. Zijn docentensalaris wordt verhoogd. Jannie naait, breit, haakt, ook nu ze het wat ruimer krijgen, nog steeds alle kleding voor haarzelf en de kinderen.

In de jaren zeventig verhuist het gezin naar Suriname waar Fred drie jaar lesgeeft op een middelbare school. Na zijn pensionering reizen Fred en Jannie met hun camper door Europa. Als Jannie ziek wordt, verzorgt Fred zijn vrouw tot het einde. Nog altijd staat haar bed met een gedroogde roos op het kussen in de woonkamer van zijn appartement in Bilthoven.

De auteur plaatst zijn levensverhaal in de grotere context. ‘Het leven hangt samen met de wereld om ons heen. De plek waar je wordt geboren, de cultuur, de sociale groep. En dan is er nog de historische context: de oorlogen, de crises, de tijden van welvaart, het politieke verloop, de technische ontwikkelingen. Dat alles vormt de geografische en historische achtergrond van iemands leven.” (uit het voorwoord van de auteur).

De schrijver komt uit een atheïstisch nest. Deze overtuiging staat haaks op die van het bestaan van God als Schepper en Verlosser en kleurt uiteraard ook de manier waarop hij tegen de gebeurtenissen in de wereld en zijn medemens aankijkt.

Over herinneringen zegt hij: “Herinneren is meer dan vasthouden aan wat er gebeurd is, een menselijk geheugen is iets anders dan een harde schijf. Ik ben mij er goed van bewust dat wat ik mij nu herinner het resultaat is van bijna honderd jaar opnemen, vergeten en bewerken.”

Als de auteur terugkijkt concludeert hij dat het leven ‘een spel van toeval en keuze is’.

In ‘Dat deed je gewoon’ is een geboren verteller aan het woord die je aan de hand van zijn bij tijden ontroerende levensverhaal moeiteloos meeneemt in de turbulente geschiedenis van de afgelopen eeuw.