Afbeelding
Foto:

Column: Enkel zo'n avond

Vanuit de verte hoorde ik ze al naderen. Een grote groep kauwtjes danste en wentelde door de lucht. Met hun capriolen leken zij niet onder te doen voor een spreeuwenwolk. Ik volgde ze met mijn ogen, tot ze massaal neerstreken in de linden bij het herdenkingsmonument. Intussen zakte de zon als een oranjerode bal achter de huizen. Langzaam zette de schemering in. Twee laatkomers vlogen met trage vleugelslagen in de richting van de lindebomen, waar hun groepsgenoten zich nu zwijgend klaarmaakten voor de nacht.

Ik dook het kleine bos in - de bosstrook bij Hernesseroord. Een concert van kikkers gaf de avond muziek. Boven alles uit klonk het lied van de zanglijster. Ik bewonderde de kunstig gevormde stam van de Italiaanse populier, die in het midden van het pad te vinden was. Mezelf een weg banend over de talloze boomwortels, als een doolhof voor me uitgestrooid, zag ik hoe een tweetal duiven besluiteloos rond de bladerrijke kroon van een hoge esdoorn cirkelde. De kikkers kwaakten alsmaar luider en op zijn beurt zong de zanglijster nog harder.

Ik keerde om, terug naar huis. Terwijl ik door de nog altijd stille straten liep, had de duisternis zijn intrede gedaan. De stemmen van de vogels verstomden. De vleermuizen verlieten hun schuilplaats en buitelden rakelings langs mijn hoofd over de dijken. Een moment leek alles in elkaar te vloeien. Het paste. Het hoorde bij elkaar. De straten, de bomen, de vogels en de vleermuizen. Er is niet veel meer voor nodig dan enkel zo’n avond, om je één te voelen met alles om je heen.