Meditatie: Voorbereiding op het afscheid

Scheiden doet pijn. Bij een afscheid worden we emotioneel, vloeien er tranen. Zeker wanneer het een afscheid is voorgoed. Een laatste afscheid, waarop geen weerzien meer volgt.
De Heere Jezus is bezig Zijn discipelen voor te bereiden op Zijn vertrek. Straks zullen ze Hem niet meer dicht bij zich hebben. En Hij zegt dat al vóórdat Hij gaat lijden en sterven. Terwijl Hij nog door de donkere tunnel van dood en graf heen moet, is Zijn blik al gericht op de komende heerlijkheid. Om de vreugde die Hem voorgesteld was, heeft Hij het kruis verdragen en schande veracht.

Maar zo ver zijn de discipelen nog niet. Ze kunnen niet over het kruis heen kijken. Van de Meester scheiden - ze moeten er niet aan dénken! En toch zegt Hij het iedere keer, juist aan de vooravond van Zijn sterven: Nog een kleinen tijd, en gij zult Mij niet meer zien. Ik zal niet veel meer met u spreken. Waar Ik heenga weet gij...

Maar wat moeten zij dan, die geroepen worden het evangelie uit te dragen? Met het Woord de wereld in te gaan? Een wereld vol vijandschap... En laat Hij hen nu in zo'n wereld achter? Waarom blijft Hij niet bij hen? Ze zullen Hem zo hard nodig hebben. Dat begrijpen we. Soms zouden we ook wel willen dat de Heere Jezus nog op aarde was. Dan konden we onze vragen rechtstreeks aan Hem voorleggen. Er zijn tijden waarin we vragen: Heere, waar bent U? Waarom laat U niets van U horen?

En toch - het is u nut dat Ik wegga. Letterlijk: het is beter voor jullie...
Dat gaat dwars tegen hun gevoelens in. Zij denken: het zou beter zijn dat Hij blééf. Hij zegt: het is beter dat Ik gá.

In het gewone leven komt dat ook voor. Een kind moet op een bepaalde leeftijd naar school, maar het zou liever bij moeder thuis blijven. Maar ja, dan leert het niet. Het is voor z'n bestwil dat hij naar school gaat.

Maar let wel, de Heere Jezus zegt niet: het is beter voor MIJ dat Ik wegga. En dat is het toch wel. Hij wordt er Zelf alleen maar beter van. Hij wil Zelf ook graag naar huis, naar het Vaderhuis met de vele woningen.

Dat Hij na Zijn opstanding nog veertig dagen hier gebleven is, was niet nodig voor Hemzelf. Zijn werk was af, Zijn taak was volbracht. Dat Hij bleef was ter wille van Zijn discipelen. Om hen nader te onderwijzen in de dingen van het Koninkrijk Gods. Om hen toe te rusten tot de verkondiging van het Evangelie.

En toch zegt Hij: het is beter voor u. Want daar, in de hemel, kan Hij meer voor hen doen dan hier op aarde. Hij gaat met Zijn offer het binnenste heiligdom in. Hij gaat zitten aan de rechterhand van de Vader om voor hen te bidden. Hij gaat daarboven hun woningen in gereedheid brengen.

Maar hier noemt Hij nog een andere reden: anders kan de Trooster tot u niet komen.
De Trooster... Over Hem hopen we het de volgende keer te hebben.