Afbeelding

Voor u gelezen: Hana

Kort voor het uitbreken van de epidemie maakt Mira een grote fout. Hiermee redt ze, zonder het te weten, haar leven. Mira blijft achter als wees. Het enige familielid dat ze nog heeft is haar zonderlinge, zwijgzame tante Hana. Er rest Mira geen keus dan bij haar tante te gaan wonen. De vrouw, altijd in het zwart gekleed, wijst alle toenadering af en zit vaak dagenlang zwijgend aan de keukentafel. Haar huis komt ze nooit uit.

Hana torst een groot geheim met zich mee. In 1943 maakte ze als verliefde tiener een onnadenkende keuze, waarvan haar familie de ingrijpende gevolgen onderging. Het schuldgevoel dat ze met zich meedraagt is alles overstijgend.

Mira is niet op de hoogte van de familiegeschiedenis. Langzaam ontrafelt zich het onvoorstelbare levensverhaal van de zwaar getraumatiseerde Hana.

De uit drie delen opgebouwde roman vertelt eerst het verhaal vanuit het perspectief van Mira. Daarna focust de schrijfster zich op de geschiedenis van grootmoeder Elsa en haar gezin. En in het laatste deel komt Hana aan het woord. “Ze gaven me het advies om te vergeten, omdat ze niet wilden horen wat ik zou kunnen vertellen. Ze hadden zich geen zorgen hoeven maken. Vergeten kon ik niet, want de herinneringen stonden net zo in mijn hoofd getatoeëerd als het nummer op mijn linkeronderarm. Maar erover spreken zou ik niet kunnen.” (328)

Cirkel doorbreken

De drie generaties vrouwen hebben, ondanks de verschillende tijd waarin ze opgroeien, veel gemeen. Verlies en verraad tekenen hun levens. En het leed uit het verleden werkt door de generaties heen. Is het mogelijk om te midden van onvoorstelbaar leed nog hoop te putten en een nieuw begin te maken?

De kleine stapjes die Hana maakt in het contact met Mira geven iets weer van heling en de hoop op het doorbreken van de cirkel van leed uit het verleden. “In de herfst is Mira bevallen van een zoon en ze kan nu niet meer elke dag bij me aanlopen. Ik heb er daarom een gewoonte van gemaakt haar te bezoeken in het oude, kille huis bij de rivier. Het hoge pand oogt onvriendelijk, maar als de kachel goed wordt opgestookt ontdooit het en begint het er gemoedelijk te worden. De ramen en deuren tochten en daarom vroeg Mira me of ik haar kon leren breien. De kleine Ota heeft een heleboel mutsjes en truitjes nodig.” (334)

Herinneringen blijven pijnlijk, ervaart Hana. “De hele tijd wordt ik door herinneringen bezocht. Nog steeds zijn er veel beklemmende, maar elke dag komen er herinneringen bij die maken dat ik nog wil leven.” (334). Tegelijk proef je hier iets van de ongelooflijke veerkracht van deze jonge vrouw.

Tegen het decor van een idyllisch stadje in Tsjechië krijgen de verschrikkingen van de Jodenvervolging een gezicht in de levensverhalen van de drie vrouwen. De schrijfster weet de hoofdpersonen dicht bij haar lezers te brengen.

‘Hana’ geeft de lezer ook een interessant inkijkje in het dagelijks leven van een (deels seculiere) Joodse familie vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw. Ook het meer algemene gedeelte over de geschiedenis van Tjecho-Slowakijke na de Tweede Wereldoorlog is boeiend beschreven.

Een indrukwekkende en aangrijpende roman, die je in een adem uitleest. Én je achterlaat met de vraag: wat zou ik hebben gedaan onder dezelfde omstandigheden?