Jezus' lichaam weggegeven

Jozef van Arimathea - wie is dat eigenlijk? Hem zijn we nog niet eerder in het Evangelie tegengekomen. Nergens staat iets dat erop wijst dat hij op de een of andere manier verbonden was aan Jezus. En toch is het juist deze Jozef die naar Pilatus gaat en aan de stadhouder toestemming vraagt om het dode lichaam van de Heere Jezus te mogen begraven. Hij wil daarvoor dan ook nog zijn eigen - in een rots uitgehouwen - graf ter beschikking stellen, zodat de Heiland een waardige begrafenis krijgt. Wie is die Jozef en wat motiveert hem om zo te doen? 

Tot onze verrassing blijkt de Heiland toch nog meer volgelingen te hebben dan we op het eerste gezicht zouden hebben gedacht. Zou dat niet vaker voorkomen? Ja, de Heiland heeft ze zelfs in de 'hogere kringen'. Jozef is een raadsheer, een lid van de Joodse Raad. Heeft hij dan meegedaan in de veroordeling van Jezus? Was hij erbij, toen ze de Heiland daar bespotten? Of hij erbij was weten we niet, maar wel weten we dat hij 'niet mede bewilligd had in hun raad en handel' (Lukas 23:50). Waarom niet? Hij was het helemaal oneens met z'n collega's. Lukas noemt hem een goed en rechtvaardig man. Markus vertelt van hem dat hij zelf ook het Koninkrijk Gods verwachtte. Volgens Mattheüs was hij toch ook een discipel van Jezus (Mattheüs 27:50). Iemand van een geheel andere geest dan de meeste andere leden van de Raad. 

Maar hoe komt het dan dat we hem niet al eerder hebben leren kennen? Jozef was er nog niet eerder toe gekomen om openlijk te verklaren dat hij in de Heiland was gaan geloven. Er was iets dat hem daar tot nog toe van weerhouden had. Johannes vertelt dat het de 'vreze der Joden' was (Johannes 19:38). Hij was de vrees voor mensen nog niet kwijt. Dat betekent echter wel dat Jozef hierdoor een moeilijk leven heeft gehad. Hij had niemand om mee te praten. Stel dat hij zich zou verspreken... Ja, een mens kan zich op deze manier ook lelijk in de weg staan. Zijn er zo mogelijk nog meer? 

Deze Jozef gaat naar Pilatus om Jezus' lichaam te vragen. Durft hij nu wel? Op onwederstandelijke wijze heeft God hem tot een beslissing gebracht. Nu durft hij wel, al valt het hem niet gemakkelijk om deze gang te maken. Hij moet zich 'verstouten', zo lezen we. Wij zouden zeggen: Hij moet moed verzamelen. Want nu zal openbaar komen aan welke kant hij staat. Nu zullen zijn collega' s ervan horen. En dan zal hij voorgoed uit de gunst zijn. Waar hij altijd al bang voor geweest is, zal nu gebeuren. 

Toch kan Jozef niet anders. Hij moet nu de keus maken. God dringt hem ertoe en Jozef laat zich dringen. Dus gaat hij naar Pilatus, ook al is het nog helemaal niet zeker of Pilatus hem wel te woord zal willen staan. Nog minder is het zeker dat Pilatus aan zijn verzoek zal voldoen. De stadhouder heeft eerder deze dag al een paar maal laten blijken dat hij hevig geïrriteerd is door de gang van zaken. Bovendien, welk recht heeft Jozef op het lichaam van Jezus? Hij is niet eens een familielid van Hem? 

Het valt echter mee. Jozef krijgt toegang tot Pilatus. Deze luistert. Verbaasd is hij wel, dat Jezus al gestorven is. Maar als hij laat navragen of dat bericht juist is, wordt het door de hoofdman over honderd bevestigd. En dan blijkt Pilatus ineens heel inschikkelijk te zijn. Hij geeft het lichaam van Jezus weg. Jozef mag het hebben. Jozef mag het gaan begraven. 

Intussen moet het ons niet ontgaan dat we hier nog weer een duidelijk getuigenis hebben dat Jezus waarlijk gestorven is. Pilatus is er ook vast van overtuigd geweest. Het blijkt ook uit het feit dat Markus in vers 45 een ander woord gebruikt dan in vers 43. In onze vertaling staat twee keer het woord 'lichaam'. Het Grieks gebruikt de eerste keer een woord dat inderdaad 'lichaam' betekent. Maar de tweede keer wordt een ander woord gebruikt. Een woord dat 'dood lichaam', 'lijk' betekent. Ja, Jezus is waarlijk gestorven. Zo moest het toch? Voor de zonde kon toch alleen betaald worden met de dood van de Zoon van God? Zegt onze Catechismus het zo niet? 

Ziet u in deze geschiedenis hoe vanuit de hemel alle dingen worden bestuurd? Het is God die in het hart van Jozef werkt en Die hem juist nu zoveel vrijmoedigheid geeft dat hij openlijk durft uit te komen voor de verandering die er innerlijk al bij hem was. Juist deze Jozef wil God gebruiken om eer te bewijzen aan Zijn Zoon, door de wijze waarop hij Hem zal begraven. Juist deze Jozef, die over de nodige financiële middelen beschikt. Wie zou dat anders kunnen doen? Zo wordt ook weer een profetie vervuld, namelijk dat Jezus bij de rijke in Zijn dood geweest is (Jesaja 53:9). 

Dezelfde God die in Jozefs hart werkt is het ook die Pilatus mild stemt, zodat hij luistert naar Jozefs verzoek. Hij had hem ook met lege handen weg kunnen sturen. Maar nee, het hart van Pilatus wordt geneigd en hij wordt gewillig gemaakt om Jezus' dode lichaam weg te geven. Ligt hier geen troost in? Wat er ook gebeurt in deze wereld, alles blijft toch staan onder de besturende hand des Heeren. En Hij doet bovendien alle dingen nog medewerken ten goede voor degenen die Hem liefhebben. God houdt Zijn doel in 't oog en Hij volvoert Zijn Raad. 

Hij doet dat ook in de manier waarop Hij mensen leidt. Vindt u het geen wonder dat Jozef van Arimathea gebruikt wordt om Jezus te begraven? Een rijk man, en dat terwijl Jezus eens gezegd heeft dat rijken bezwaarlijk ingaan in het Koninkrijk Gods. Een raadsheer, terwijl onder de joodse leiders de vijandschap tegen Jezus het sterkst was. Welke verklaring is er voor, dat Jozef zoveel voor Jezus over heeft? De enige verklaring is: God heeft hem verkoren. God heeft hem ook van stap tot stap geleid. Om het eens heel eenvoudig te zeggen: de Heere heeft deze man achter de hand gehouden om na de dood van Zijn Zoon voor Hem zorg te dragen. En als het dan zover is, geeft de Heere hem vrijmoedigheid. Zo maakt God alle dingen schoon op Zijn tijd. Op Zijn tijd, ja. Op Zijn tijd breekt het licht door in de ziel. Op Zijn tijd gebeuren de dingen. En God blijkt overal mensen voor te hebben. Geen wonder, want Hij roept ze Zelf en Hij rust hen toe.    

Deze meditatie stond eerder in Eilanden-Nieuws van 9 april 2004.