Afbeelding
Foto:

Verstoppertje

Na een tijdje kijkt ze vragend naar me op. 'Mama, mag ik naar de binnenspeeltuin?' Natuurlijk mag dat. We lopen het gebouw binnen, waar tientallen kinderstemmen ons tegemoet komen. Meteen botst ze tegen het uithangbord aan, wat de nodige tranen oplevert. Ik troost haar met een knuffel en til haar op de grote glijbaan. 

Zo spelen we samen, tot ik ineens trek krijg in warme, winterse chocolademelk met slagroom. De mevrouw achter de kassa fronst een moment haar wenkbrauwen wanneer ik mijn bestelling doorgeef - het is immers zomer en erg warm - maar overhandigt me toch zonder moeite het gewenste drankje. We nemen plaats aan een tafel in de hoek van de zaal. Naast me drinkt mijn dochter haar appelsap. Haar ogen dwalen af naar de kinderen om ons heen. 'Mag ik met haar spelen?' vraagt ze, met een blik op het meisje dat vlakbij ons zit. Het verwondert me hoe makkelijk ze vriendinnetjes maakt. Met een glimlach kijk ik toe hoe ze samen met haar nieuwe vriendin in de ballenbak springt. Vanachter mijn mok chocolademelk hou ik die twee in de gaten. Ze hebben inmiddels de grootste lol op de glijbaan en klimmen steeds weer opnieuw naar boven. 

Achter me hoor ik een grote familie honderduit praten. 'Zullen we verstoppertje spelen?' stelt de vader enthousiast voor. Tot mijn verrassing komt het hele gezin in actie. Vader, moeder, ooms, tantes en kinderen vliegen alle kanten op, op zoek naar een verstopplaats, terwijl de jongste zoon tot 100 telt. Ik zie hoe de volwassenen over de klimbruggen rennen, die door de hele zaal heen slingeren. Ze zijn fanatiek. Gedreven en met ernstige gezichten proberen ze te ontsnappen aan het oog van de jongen die dadelijk aan zijn zoekactie zal beginnen. Nadat ze elkaar hebben gevonden, bespreken ze vol vuur hun verstopplek. 'Ik zat op de hangbrug.' 'Ik lag onderin de ballenbak.' 'En ik ging net van de glijbaan, zodat je mij precies misliep!'

Mijn dochter komt naar me toe. Enigszins teleurgesteld wijst ze naar haar vriendinnetje, die aan de hand van haar moeder het gebouw uit loopt. Het is tijd om naar huis te gaan. 'Zullen wij ook gaan?' vraag ik aan mijn dochter. 'Of zullen we nog even verstoppertje spelen?'