Ethiek: Geloof en wetenschap

Kortom, een waardevol onderwerp, wat best de nodige vragen oproept. Geloof en wetenschap speelt in kerk en theologie al heel lang een grote rol. Laat ik eerst eens wat vragen opnoemen die op dit terrein spelen.

De moderne wetenschap stelt bijvoorbeeld dat onze kosmos is ontstaan uit een ‘big bang’ en een zeer langdurig proces van evolutie. Stapje voor stapje zou uit een doelloos proces van natuurlijke selectie de huidige werkelijkheid zijn ontstaan. Mensen hebben in die benadering een afkomst uit de dierenwereld. Het hoeft geen betoog dat de Bijbel heel anders over onze kosmos spreekt. We geloven en belijden de schepping van de hemel en de aarde. Er is dus op zijn minst een flinke spanning tussen wat we op grond van de Bijbel geloven en wat de evolutionaire wetenschap ons aanreikt. 

Nog een ander probleem wil ik noemen. We weten dat dode mensen niet meer levend worden. Er zijn in de wetenschap geen aanwijzingen voor herleven van dode lichamen. De Bijbel echter leert ons heel duidelijk dat dode mensen weer opstaan. De opstanding van Christus is zelfs de hoeksteen van de christelijke geloofsleer. Zonder de lichamelijke opstanding van Christus uit de doden heeft ons hele geloof geen enkele zin, aldus Paulus in 1 Korinthe 15. Er zijn nog veel meer voorbeelden te geven van spanning en strijdigheid van de Bijbel en de moderne wetenschap. Reeds in de vroege kerk stelde Tertullianus de retorische vraag wat Jeruzalem met Athene heeft te maken. Er ligt dus best een forse spanning tussen geloof en wetenschap. Het is eerlijk om die spanning duidelijk te benoemen.

Deze spanning hangt ook samen met het vertrekpunt van de wetenschap. In de wetenschap hebben ratio en feiten het laatste en vaak ook definitieve woord. In de wetenschap moeten redeneringen logisch kloppen. Wiskunde en logica zijn daarom in de wetenschap erg belangrijk. Het is ook een belangrijke taak van wetenschappers om conclusies met elkaar te delen en te toetsen op betrouwbaarheid. Wie binnen de wetenschap wil uitgaan van het bestaan van een onzichtbare wereld van bijvoorbeeld engelen, heeft de taak om dit aan te tonen. En dat is best een lastige opdracht. Ook zijn binnen de wetenschap harde feiten belangrijk. Wie stelt dat dode mensen weer opstaan, moet met feiten komen waaruit dit zou blijken. Ook wordt vaak een experiment of een bron gevraagd waaruit dit zou blijken. Daarbij is de Bijbel voor veel wetenschappers geen bron, omdat dit niet grondig op wetenschappelijke wijze is getoetst. 

Kortom, er ligt wel degelijk een flinke spanning tussen geloof en wetenschap. Geloof immers vraagt de houding van een kind. Een kind luistert naar zijn ouders omdat hij zijn ouders liefheeft. Geloof is de vaste grond van dingen die men hoopt en een bewijs van zaken die we niet zien. Kijk, en dat is natuurlijk strijdig met moderne wetenschap. Die wil juist zaken zien, meten en beredeneren. Daarom is er spanning tussen geloof en wetenschap. Dat neemt echter niet weg dat wetenschap wel heel mooi kan zijn. Ook moeten we jonge mensen vrijmoedig aansporen om zich in wetenschap te verdiepen. Een wetenschappelijke studie is heel verrijkend. We moeten er echter wel bij blijven bedenken dat wetenschap beperkt is. We geloven in God omdat we Hem hebben ontmoet. En omdat we Hem liefhebben Die zondaren zalig maakt. En dat is meer en rijker dan wetenschap.