Afbeelding
Foto:

Opiniecolumn: Mond vol tanden

Een halfjaar terug was het bonje in Harskamp. Er kwamen 800 Afghaanse vluchtelingen naar het Veluwse dorp, en een (groot) deel van de bewoners was daar helemaal niet blij mee. Ik heb nog even wat filmpjes teruggekeken. "Ze horen hier niet thuis", klonk het. "Het land is vol, het is klaar", "Wat gaan die mensen hier allemaal doen dan?" en "Die lui moeten we hier niet hebben". Een jongere riep vol branie: "We laten ons dorp niet afbreken door deze mensen." Die avond staken opgefokte jongeren zelf delen van het dorp in de fik. Het zou ironisch zijn als het niet triest was.

Nu worden er in Harskamp Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Opvallend zijn de reacties van de dorpelingen nu. De ontheemde Oekraïners worden met open armen ontvangen. Nu komen er andere quotes voorbij. "Het is toch verschrikkelijk wat die mensen moeten doormaken?", "Heel goed dat we als samenleving in Nederland voor die mensen klaarstaan" en "Ze kunnen daar niet blijven, en waar moeten ze anders heen?" Toen kwam opeens die ene vraag voorbij. Wat is het verschil met Afghanistan? Een jongen achterop een scooter, die de bovenstaande vraag gesteld werd: "Met Afghanistan? Oh… oeps… Ja. Ehm… Hoe moet ik dat nou zeggen?"

Er werden een aantal pogingen gedaan: het is een ander soort vluchtelingen, je moet eerst kijken naar opvang in de regio, Oekraïne is Europa... Maar een duidelijk antwoord kwam er niet. Waarom zou je als Nederland wel Oekraïense vluchtelingen opvangen en geen Syrische? Is afstand dan bepalend of je welkom bent? Het zijn interessante vragen om over na te denken… maar kan het dan wel bij denken blijven? Er is veel ellende in de wereld. Als Nederland gaan we dat niet oplossen. Maar wat we wél kunnen doen, is onze naaste tot een hand en een voet zijn. En die naaste beperkt zich niet enkel tot onze buurman.