Afbeelding

Voor u gelezen: De gorilla en de jongen

De vader van de twaalfjarige Joseph is soldaat en vertrekt naar het oorlogsfront in Frankrijk. Toen Joseph vijf jaar was, verliet zijn moeder het gezin. Zijn grootmoeder houdt een oogje in het zeil, maar heeft moeite met de regelmatig terugkerende woedeaanvallen van de jongen. Ze ziet geen andere uitweg dan hem tijdens de afwezigheid van zijn vader uit logeren te sturen. Joseph komt terecht bij een norse oudere dame, die niets met kinderen lijkt te hebben.
Na de eerste moeizame dagen in het huis van mevrouw F., zoals Joseph haar noemt, blijkt tot zijn verrassing dat ze in het bezit is van een verwaarloosde dierentuin. De broers van mevrouw F. vechten aan het front en zij is verantwoordelijk voor de wilde dieren die nog overgebleven zijn. Een van hen is Adonis, een zilverruggorilla. De eerste kennismaking met Adonis bevestigt Joseph in zijn overtuiging dat niemand hem mag. “Het enige wat hij wist, was dat Adonis (als dat de naam van het wezen was) hem duidelijk niet mocht, net als iedereen in zijn leven.”
Joseph moet volop meewerken in de dierentuin en de oersterke en dominante Adonis regelmatig te eten geven. Langzaam ontstaat er een bijzondere verbondenheid tussen de twee, die uitmondt in vriendschap.
Als de bommen beginnen te vallen, is er niemand die het verblijf van Adonis kan bewaken. Zal Joseph als het nodig is de trekker over kunnen halen?

Burgerwacht van Manchester

De auteur werd geïnspireerd tot het schrijven van ‘De gorilla en de jongen’ door het verhaal van de bewakers bij de burgerwacht van Manchester in de Tweede Wereldoorlog. Ze moesten tijdens bombardementen met een geladen geweer naar de dierentuin om ontsnapte leeuwen neer te schieten.
Een aantal verhaallijnen worden uitgewerkt. Ten eerste de ontwikkeling van Joseph. Hij wordt gepest op school en heeft last van driftbuien. Het vertrouwen in mensen is bij Joseph tot het nulpunt gedaald en de onzekere en eenzame jongen uit zich door middel van woedeaanvallen. Maar door de vriendschap met Adonis durft hij zich voorzichtig weer meer open te stellen voor de mensen in zijn omgeving.
Een ander thema is dyslexie, waarover in de jaren veertig van de vorige eeuw nog maar weinig bekend was. Joseph wordt door zijn leraren bestempeld als lui, terwijl hij dyslectisch is. Daarnaast wordt aandacht besteed aan een dierentuin in oorlogstijd. Hoe komen de bewakers aan eten en wat te doen als de dieren tijdens een bombardement ontsnappen?
Gaandeweg het verhaal wordt ook meer duidelijk waarom Joseph door zijn grootmoeder naar mevrouw F. werd gestuurd. Hun levens hebben veel meer raakvlakken dan Joseph ooit kon denken. Samen leren ze hoe kostbaar het is om je open te stellen voor de ander.

Een ontroerende young-adult roman over de opofferende vriendschap tussen mens en dier. De woorden zijn in de Nederlandse vertaling goed gekozen, op een minder parlementaire uitdrukking midden in het boek na.

Tip: lees ook ‘Het huis met de leeuwen’ (2015, Tania Heimans). Een indrukwekkende familiegeschiedenis, gecombineerd met de turbulente gebeurtenissen in de dierentuin van Rotterdam in de periode voor, tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog.