Afbeelding
Foto:

Column: Sammy

Twaalf jaar geleden nam ik Sammy als ernstig verwaarloosd beestje bij me in huis. In de loop der tijd ontwikkelde ze zich tot een prachtige langharige kat, die niet van mijn zijde wilde wijken. Het was een dier met meerdere bijzondere eigenschappen. Zo beschikte ze over een heuse ingebouwde klok. Zodra ik na werktijd met mijn fiets het paadje in reed, hoorde ik haar al van ver door het kattenluik springen, om me luid miauwend bij de poort te verwelkomen. Kwam er iemand anders door de poort dan ik, dan vluchtte ze zichtbaar teleurgesteld terug het huis in.

Ze vond het niet zo leuk als er visite kwam. Dan moest ze mijn aandacht namelijk delen met iemand anders. En daarom kroop ze op zulke momenten verontwaardigd in haar mand; een plek waar ze normaal nooit wilde liggen. Ze kwam die avond niet op schoot en lag ’s nachts niet op haar gebruikelijke helft van het bed. En als ik het dan toch waagde om haar te aaien, draaide ze hooghartig haar kopje opzij. De volgende ochtend was er niets meer aan de hand. Ze sprong weer op het bed om te kijken of mijn ogen al open waren. Zo niet, dan bleef ze aan het voeteneind liggen wachten tot ik wakker werd. Zo ja, dan tikte ze ferm - en pijnlijk - met een nagel op mijn gezicht. "Tijd om op te staan, vrouwtje. Ik heb trek in wat lekkers."

Zolang er maar een raam of schutting tussen zat, verdedigde ze verwoed haar territorium – en met succes. Ze wist zelfs de grootste honden de stuipen op het lijf te jagen. Tot de tamme rat van de buurvrouw ontsnapte en plotsklaps de tuin in kwam rennen toen Sammy daar ook rondliep. Met de rat op haar hielen schoot ze paniekerig door het kattenluik het huis binnen. Ook het jonge kauwtje in de tuin bleek zo afschrikwekkend, dat Sammy een paar dagen niet meer naar buiten durfde.

Maar in 2014 werd ze ziek en hoewel ik – net als zij ooit bij mij – niet van haar zijde week, sloot ze voorgoed haar ogen toen ik nét heel even de deur uit was. Ze is er niet meer en wordt gemist. Nog steeds denk ik met een glimlach terug aan het hartverwarmende huisgenootje dat ze voor mij is geweest.