Vraag van de week: Het zout der zee

Eerst maar even de uitleg hoe het zout in de zee gekomen is. Het zeewater bevat allerlei zouten, zoals natriumchloride (ons keukenzout), kaliumchloride, magnesiumchloride, kalkchloride, enz. Al die zouten zijn goed oplosbaar in water en werden over lange tijd door het regenwater uit de grond opgenomen en door de rivieren naar de zeeën meegevoerd. Daar verdampt het water weer, maar de zouten vrijwel niet. De zeeën werden daardoor steeds zouter. Sommige zijn pas laat ontstaan en anderen vielen droog doordat ondieper wordend water verdampte en er zich zouten afzetten. Denk maar aan de Elzasser zoutlagen, waaruit kalizout voor de landbouw wordt gewonnen en aan de steenzoutwinning in het oosten van ons land. Bovendien bleek de ene zee meer zouten te bevatten dan andere, ondanks de regelmatige toevloed van zoet water. Dat het zout nooit opraakt, komt doordat zout vrijwel niet verdampt (zoals al eerder opgemerkt) en doordat er zo enorm veel zout is dat het menselijk gebruik maar heel weinig invloed op de zoutvoorraden heeft.