Nel van der Velden-Schippers (Foto: Pauline Hof).
Nel van der Velden-Schippers (Foto: Pauline Hof).

Nel van der Velden-Schippers: “Vis op de klok kopen vond ik het allerleukste”

Algemeen

DEN BOMMEL - Herman Heijermans schreef het in 1900 in zijn toneelstuk ‘Op Hoop van Zegen’: De vis wordt duur betaald. Als visser moest je hard werken en was je je leven niet zeker op zee. De tijden zijn in dat opzicht veranderd, maar er waren genoeg andere factoren die het werken in de sector moeilijk maakten en maken; quota, brandstofprijzen, aanslibbing, pulsvissen of Europese richtlijnen. Hard werken is in de visserij geen garantie meer voor een goede boterham. Er gaat veel schuil achter het gebakken visje op je bord. Een kettinkje met een gouden scholletje om haar nek verraadt haar leven ‘in de vis’. Nel van der Velden-Schippers (1932) durft het dan ook haast niet te zeggen, maar eigenlijk eet ze nauwelijks vis meer. “Ik heb dat in mijn leven zoveel gegeten. Af en toe eet ik nog wel eens een scharretje, maar verder niet.” Haar ogen lachen, maar liefst vijftig jaar was ze werkzaam in de zeevishandel, die ze met haar man en later haar zoons dreef. Ze handelden in vis en schaaldieren. 

Door Pauline Hof

Nel rolde er van lieverlee in. Haar man Jan, die overleed in 2010, probeerde er rond 1951 als handelaar tussen te komen in Stellendam. “We waren net getrouwd. We hadden niets. Het ging heel moeizaam en er moest toch brood op de plank komen. Ik ben toen schar gaan bakken en die langs de deuren gaan verkopen. Het duurde even, voordat het begon te lopen. Ik stond ‘s morgens om vier uur op om vis te gaan bakken en dan ging ik de pad op, leuren. Eerst met een transportfiets, later met een bakfiets. Op een gegeven moment verkocht ik zo’n 100 kilo per dag, alleen al op de Plaat.” Van de schar stapte ze over op spiering. “Er waren vissers in Moerdijk die Jan vroegen of hij spiering wilde afnemen. Dat leek hem wel wat voor mij.” D..