Ethiek: Abortus

In het debat kwamen eigenlijk twee belangrijke gezichtspunten naar voren. Vanuit de seculiere partijen werd vooral het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw naar voren gebracht. Volgens velen in Nederland is de vrouw volledig baas over haar eigen buik. Daar mogen anderen niet over beschikken en dus moet er volledige vrijheid zijn om een foetus te aborteren. Het is daarbij wat duister waar precies de grenzen voor die vrijheid liggen. Sommigen willen daarin heel ver gaan. Anderen zijn wat terughoudender. Maar vast staat dat zelfbeschikking een vrijwel absolute status heeft gekregen in onze samenleving.

Daarnaast is er ook de positie van het ongeboren leven, de foetus. Of dit leven beschermwaardig is, blijft voor sommigen een grote vraag. Uiteraard zijn er daarbij best lastige situaties denkbaar. Die komen in de praktijk ook echt voor. Het kan bijvoorbeeld zijn dat medisch gezien bij een geboorte het leven van de moeder gevaar loopt. De vraag is dan of er abortus zou mogen plaatsvinden. In de christelijke ethiek is die vraag steeds duidelijk onder ogen gezien. Dit is vanuit de Bijbel eigenlijk de enige situatie dat abortus mogelijk zou kunnen zijn. Ik zeg mogelijk, want de moeder mag ook kiezen voor het leven van haar kind. Een heel groot dilemma, wat gelukkig in de praktijk zelden voorkomt. Een andere lastige situatie, die trouwens ook in het kamerdebat aan de orde kwam, is een ongeboren kindje bij een verkrachting. Dat zijn best heel ingrijpende zaken, met een heel grote uitwerking. Het zijn echter ook zaken die niet veel voorkomen. Van de 30.000 abortussen per jaar in Nederland is dat maar een heel klein aantal.

Kortom, het gaat om twee verschillende beginselen. Aan de ene kant is er de zelfbeschikking van de vrouw en aan de andere kant de beschermwaardigheid van het ongeboren leven. In die spanning biedt de Bijbel een concreet en duidelijk houvast. Ook ongeboren leven is menselijk leven. We kunnen daarover bijvoorbeeld lezen in Psalm 139. Daar wijst de dichter op zichzelf, ook voor zijn geboorte. Er is een fundamenteel verschil tussen menselijk leven en alle andere vormen van leven. Menselijk leven heeft in de Schrift een heel diepe waarde en moet daarom hoog gehouden worden. Het is echter in onze seculiere samenleving een gedachte die nog slechts door een kleine minderheid wordt gedragen. Dat onderstreept dus het droevige van de huidige toestand in ons land. Het leven is niet meer heilig, maar volstrekt willekeurig geworden. Er is weinig denkwerk voor nodig om nog wat stappen verder te gaan. Wat moeten we doen met ongewenst leven van bijvoorbeeld acht maanden in de moederschoot? Mag ook dat leven op termijn worden geaborteerd? Je zult er maar achterkomen dat een kind mogelijk toch ernstig hartfalen of iets dergelijks heeft? Is het dan wel verantwoord om dat leven ruimte te willen geven?

Dergelijke gedachtewisselingen zijn in onze seculiere samenleving niet denkbeeldig. Meer en meer wordt duidelijk wat het betekent om zonder God en Zijn Woord te leven. Breed in de samenleving komen we de doorwerking van het los van God denken tegen. Dat verandert onze samenleving nog niet in een chaos, maar het geeft wel meer en meer te denken. Bovenal echter mag van christenen gevraagd worden om voor onze samenleving te bidden. In de Bijbel komen we vooral biddende mensen tegen. We mogen onze stem verheffen bij zondige dingen. Onze samenleving heeft vooral bidders nodig. Het gebed is het machtigste wapen van de christelijke kerk. En dan geldt ook vandaag in onze samenleving: die bij ons zijn machtiger dan de seculiere machten. Christus is Koning. Hij regeert.