Ingezonden: Reactie op boekbespreking

Geachte heer Van Weel,

Hartelijk dank voor uw reactie op de boekbespreking over Gij zult de pest niet schromen, van Joh. Martinus. Ongetwijfeld is het waar dat de ziekte van de pest niet een op een is te vergelijken met de huidige corona-pandemie. Toch zijn er uit dit boek wel lessen te trekken. Het boek probeert namelijk een antwoord te geven op de vraag hoe een gelovige, een kind van God, heeft te staan tegenover besmettelijke ziekten die ook een gevaar voor hemzelf en voor anderen uit zijn omgeving kunnen zijn. Als u het boek leest, zult u zien dat dit steeds zijn uitgangspunt is: wat zegt de Bijbel over de houding van de gelovige voor wat betreft zijn vertrouwen op God? De inleider van het boek, prof. dr. W.J. op 't Hof, heeft dit boek ontdekt als een waardevolle bijdrage en een stem uit het verleden in de bezinning op de huidige corona-toestanden. Hij heeft een kerkhistorisch bijzonder interessante inleiding geschreven, maar op de laatste pagina van die inleiding trekt hij zijn persoonlijke conclusies, die niet geheel de mijne zijn. Daar heb ik wellicht te veel aandacht aan gegeven. Ik ben er namelijk zelf ook van overtuigd dat dit standpunt niet in het geschrift van Martinus zelf kan worden teruggevonden. Het ging Martinus juist om de persoonlijke bezinning: hoe sta ik tegenover Gods leiding in mijn leven, ook in tijden van rondwarende besmettelijke ziekten met als gevolg de dood? Dat antwoord kan inderdaad ten aanzien van vaccinatie verschillend uitvallen. En ik vermoed dat Martinus het daar van harte mee eens geweest zou zijn.

N.B. Dit is een bespreking van een boek, en niet direct mijn eigen mening, bij het lezen van het boek zult u dit zeker ontdekken.

Met hartelijke groet,

B.S. van Groningen